Rotterdam en de filosofie …, dat is een prachtverhaal. Het begon al vijf eeuwen geleden, met Desiderius Erasmus Roterodamus. Hij, de eerste filosoof in de geschiedenis die vrije wil verdedigde, verbond de naam van onze stad aan die van hemzelf. Twee eeuwen later kwam de Franse filosoof Pierre Bayle in onze stad het recht van de mens op vrije meningsuiting verdedigen. Hij deed dat met zoveel verve, dat hij officieel is uitgeroepen tot ‘le philosophe de Rotterdam’. In dezelfde tijd verdedigde de in onze stad geboren en getogen Bernard Mandeville de stelling dat de wereld aan deugd ten onder gaat. Hij meende dat de ondeugd de eigenlijke bron is van het algemeen welzijn, terwijl de deugd die juist kan schaden. De naar hem genoemde Mandevilleparadox is een erkend leerstuk in de filosofie van de economie: handelingen die in individueel opzicht als ondeugdelijk kunnen worden gezien, kunnen voor de maatschappij als geheel hun voordelen hebben. Allemaal echt-Rotterdamse voorhoede-filosofie oftewel avant-garde!

En nu komt daar Simon Stokvis als jongste loot aan de rijke boom van de Rotterdamse filosofie. Terwijl ik dit stukje voor De Ster zit te schrijven, werkt uitgever Willem Donker aan de feestelijke presentatie van het boek met de memoires van deze Simon Stokvis onder de titel ‘De Gouwe Rotterdammer’. Zondag 25 oktober, terwijl de Sterredactie aan dit nummer van ons gebladerte zit te werken, wordt het eerste exemplaar (naar ik aanneem tegen kostprijs) aangeboden aan een schare genodigden.

Passend voor een filosofische tekst, durf ik ik er al over te schrijven voordat ik er ook maar een letter in gelezen heb. Willem D. heeft een romantische inborst en gunt niemand énig inzicht in een nieuw boek voordat het officieel aangeboden is. Dat respecteer ik – maar omdat filosofie in wezen metafysica is en metafysica nu juist gaat over alles waar een mens géén inzicht in heeft, voel ik mij gerechtigd er alvast even commentaar op te geven. Inspiratie haal ik uit wat ik erover in cyberspace gelezen heb.

‘Op 3 januari 1965 verscheen het eerste exemplaar van De Bruine Rotterdammer, het onafhankelijk opinieweekblad van de Rotterdamse Riool’, lees ik daar. ‘En wat begon als een gestencild rioolblaadje, groeide uit tot een niet meer weg te denken weekblad. De hoofdredactionele zetel is altijd ingenomen door slechts één man; Simon Stokvis.’

koopgoot

Onze stad hééft iets met riolen en afvoerputjes en dat soort zaken. Waar elders in de wereld vind je een chique winkelstraat die, louter omdat die sousterrain ligt, door de bewoners spontaan gedoopt is als de ‘koopgoot’?

Nadere bestudering van diverse sites roept drie associaties op. (1) Het riool is bedoeld voor afvoer van o.a. onze poep. Dat is een onderwerp dat de permanent geconstipeerde hypochonder en aarts-melancholicus Erasmus levenslang bezighield. In vele brieven wijdt hij uit over wat hij ziet aan zijn drollen. Naturalia non sunt turpia, de natuurlijke dingen zijn niet schandelijk – dat oude adagium kende Erasmus. Wat en hoe je schijt is nuttig om precies te weten. (2) Actueel is een stukje journalistiek over riolen uit Den Haag. ‘Ambtenaren bij de afdeling Riolering en Waterbeheersing namen het niet zo nauw met de regels. Ze lieten zich fêteren door aannemers’ (NRC Handelsblad 20 okt.). Pecunia non olet, vonden de heren kennelijk. Geld stinkt niet. (3) Het riool dient voor afvalverwerking. Dat is, (3a), een erkend thema in de filosofie van de ecologie. De Noorse filosoof Thomas Hylland Eriksen (1962) heeft er een boek over geschreven. ‘Van alle bijwerkingen van de moderniteit is er géén zó indringend zicht-, ruik- en voelbaar als ons afval’, haal ik van de flaptekst (‘Søppel. Avfall i en verden av bivinkniger’, Oslo, 2011). Ook van heel dichtbij, (3b), komt deze associatie op. ‘In Rotterdam wordt meer dan 80.000 kilo voedselresten per dag weggegooid’, haal ik van een site innovatiemarkt.hetnieuweinstituut.nl/stadsgas (bijkomend voordeel is dat op de kosten van zowel afvalverwerking als energieopwekking wordt bespaard. … Films webdossier Arne Verbrugh i.s.m. Ian Pieters).

Tot slot de toepasselijke aanbeveling om dit nummer van De Ster, als het oud geworden zal zijn, niet via het riool maar via de ROTEB-papierbak af te voeren. Het boek van Simon Stokvis is in elke goede boekhandel uit voorraad leverbaar.

Hugo Verbrugh

Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
[wysija_form id=”1″]