Zonder dat je het door hebt, neem je veel over van wat je allemaal hebt meegekregen tijdens het opgroeien. Niet gek, want dat is je referentiekader. Dat zijn je herinneringen, dat ben jij. Je neemt goede maar ook de minder goede dingen over.

Mijn ouders hebben voor tradities gezorgd. Zo noemden ze dat toen niet. Nu ik volwassen ben, geef ik het die naam. Ze zorgden ervoor dat ze een aantal dingen altijd op een bepaalde manier deden. Jaar in jaar uit. Mijn moeders oudste dochter Louise was de eerste die haar kleinkinderen schonk. Daar was ze zó blij mee. Ze kon zó genieten als de kinderen op bezoek waren. Ze heeft ze vanaf baby meegemaakt en heeft zo een intense band met ze opgebouwd. Zodanig, dat die kinderen niet meer zonder haar konden. Maar hoe bouw je een band op met iemand? Want dat is juist de kunst. Ik hoor mensen zo vaak zeggen: jullie Surinamers zijn zo close met elkaar. Jullie zijn zo familiair met elkaar. Dat klopt. Maar er gaat heel wat aan vooraf. Maar dat ziet de buitenwereld niet. Wat men ziet is alleen het laatste stukje… de gezelligheid met elkaar.

Wat er aan vooraf gaat, daar is dit een voorbeeld van. Mijn moeder had bedacht dat als haar kleinkinderen jarig waren, ongeacht of ze het vierden of niet: ze belde ‘s morgens vroeg aan en ze had altijd een broodtaart en cadeautjes bij zich. Afhankelijk van hoe haar kleinkind de dag ging invullen, paste ze zich aan. Als ze met die broodtaart en cadeautjes voor de deur stond, waren de kinderen zo blij en verrast. Op een gegeven moment wisten ze gewoon dat het vaste prik was op hun verjaardag: ‘oma komt met …. ‘. Dat heeft ze tot aan haar overlijden gedaan. Daarom missen haar kleinkinderen haar het meest op hun verjaardag omdat ze weten, dat het ene moment met oma, nooit meer terugkomt. Dat moment met oma en haar broodtaart. Haar kleinkinderen hadden om die reden zo’n intense band met hun oma opgebouwd dat ze haar tot vandaag nog steeds missen. En niemand mag een onvertogen woord over haar uitspreken of ze eten je op met huid en haar. En zo gaat dat meestal als je ziet dat mensen niet meer zonder elkaar kunnen. Er zijn momenten dat je elkaar mist. Die onvergetelijke en dierbare momenten zijn in de loop der jaren opgebouwd, door te investeren, maar het betaalt zich terug in heel veel liefde die je van elkaar krijgt.

Deze zelfde neefjes van mij, de kinderen van mijn zus, heb ik als baby in mijn armen gehad. Ik heb hun poepluiers verschoond. Met ze gespeeld. Veel tijd met ze doorgebracht. Hoe uniek is het als deze zelfde neefjes nu volwassen kerels zijn. En ook zelf kinderen hebben. Die cirkel vind ik zo mooi. Die wordt alleen maar groter en groter. Die kleine kindjes daar heb ik een speciale band mee. Omdat ik hun vaders luiers ooit heb verschoond en nu ga ik de luiers verschonen van hun kinderen. Ik word zo blij van die minimensjes. Nu zijn het voor mij minimensjes omdat ik lekker onbezorgd van ze kan genieten. Door gewoon uren te lachen als ze net gaan praten of als ze een onhandig dansje doen. Zij geven mij blijdschap, ik krijg dat onhandig, onbevangen kind, waar ik uren om kan lachen. Als wij niks te doen hebben, rijden we naar onze neefjes om met hun kinderen te spelen. Er is eentje die denkt dat ze goed kan dansen. Maar ze is nog te klein om te beseffen dat ze ‘uit de maat’ danst. Maar ze doet die dansjes zó serieus dat we niet bijkomen van het lachen. Dat zijn onze speciale momenten. Ik wilde me onvergetelijk maken. En na lang nadenken heb ik gedacht: ik ga net als mijn moeder voor een terugkerend iets zorgen. Elke verjaardag van m’n nichtjes zorgde ik ervoor dat ze van mij boetseerklei kregen, spullen om te schilderen en een zak met sinaasappels. Ik pakte een bord en mes en ging dan met ze zitten om de sinaasappels te eten. Ik schilde de sinaasappels en zo zaten we die gezellig samen op te eten. Elke verjaardag herhaalden we dit. Op een gegeven moment verhuisden ze naar Suriname. Ik mis ze heel erg. Gelukkig is er Skype. Zo kan ik ze toch zien opgroeien. We praten heel veel via Skype met elkaar. Ik vroeg aan een van mijn nichtjes: mis je ons? Ze zei: Lita, weet je dat het moeilijk voor mij is? Ik moet de hele dag aan jullie denken, want ik kreeg toch altijd klei van jou voor mijn verjaardag? Maar hier in Suriname is er overal klei. Dus steeds als ik klei zie, moet ik aan jullie denken. Ze zei: deze klei is wel anders, want je kunt het gewoon gratis pakken in de tuin. Maar toch, als ik het zie, denk ik aan jou en je jongens, dus ik zal jullie nooit kunnen vergeten. Mijn ‘kleitraditie’ heeft toch iets moois gebracht op deze manier.

Lita Gunther