Het is vakantietijd. De kranten worden dunner, de coronaregels worden – althans hier – versoepeld, de vele honderdduizenden bewoners in de regio Schiphol worden weer chronisch ziek gemaakt door het nachtelijk lawaai maar dat wordt zorgvuldig weggekeken en doodgezwegen en … – en zo zou ik nog even kunnen doorgaan. Maar ik wil iets DOEN, bij voorkeur iets nuttigs. Daartoe verzin ik iets aardigs. Vorige week las ik twee gans verschillende columns van twee gans verschillende, maar allebei academisch gekwalificeerde filosofen.  De ene is Maxim Februari, NRC dinsdag 7 juli. De andere is Bert Keizer, Trouw vrijdag 10 juli. Nu gaat een ‘alter ego‘ (= andere ik) die in mij leeft, een virtuele online vakantiecursus filosofie opzetten, en ik nodig de beide heren uit als gastdocent. (het aardige van zoiets ‘online’ is, dat ik ze niet feitelijk hoef uit te nodigen. Ze weten zelfs vooraf niet dat ik dit ga doen). De cursus wordt een interactief gebeuren. Dus, lezer, als u wilt meedoen, moet u de bijdragen van de beide filosofen op uw scherm oproepen: https://www.nrc.nl/nieuws#118 (Februari) en trouw.nl/zorg (Keizer)

Dan verandert het toneel; een ander ‘alter ego’ (= een andere “andere ik”, die ook in mij leeft) wordt nu deelnemer aan de cursus.

Voor beide docenten heb ik een kritische vraag. Ik begin met Keizer, en citeer: ‘Er zijn filosofen … die het geloof in een waarheid onmiddellijk willen  koppelen aan wat het uitmaakt in je handelen. … Wat je denkt over reïncarnatie daarentegen maakt niks uit voor je handelingen en het kan ook niet worden gecorrigeerd vanuit de wereld doordat die een handeling frustreert. Een gesprek over reïncarnatie kan over van alles gaan, maar niet over de vraag of de leer waar is. …  je kunt niet op die manier tegen het idee van wedergeboorte op botsen. Een gesprek over reïncarnatie kan over van alles gaan, maar niet over de vraag of de leer waar is.’ Nee, Bert. Weliswaar kan ‘een gesprek over reïncarnatie over van alles gaan, maar niet over de vraag of de leer waar is’, maar op een andere manier dan jij hier stelt. Er is namelijk niet zoiets als ‘één’, in casu dus ‘DE leer’ over reïncarnatie.

Dan komt Februari, en ik citeer weer: ‘We gaan ervan uit dat elk van de miljarden gezichten op deze aarde anders is dan alle andere, … Anders dan alle gezichten die er al zijn geweest en die er ooit nog zullen zijn. Maar dat hoeft helemaal niet zo te wezen. Het is goed denkbaar dat de natuur ideeën herhaalt en ons afscheept met een gezicht dat ze eerder in de geschiedenis al eens heeft gegeven aan een ander.’

Nee, Maxim Februari. Weliswaar ‘is het goed denkbaar dat de natuur ideeën herhaalt’, maar dat gaat niet zo, als u hier stelt. Onze gezichtsuitdrukking lééft. Zij verandert elke fractie van een seconde. Natuurlijk kan men denken wat u hier stelt. Men kan letterlijk alles denken dat men onder woorden kan brengen – bij voorbeeld dat het mogelijk is experimenteel een mens sneller te laten vliegen dan het licht, zodat … – het verhaal is bekend. Maar net als dit voorbeeld van Einstein, is uw hypothese absoluut werkelijkheidsvreemd abstract. Sneller dan u zou kunnen vaststellen dàt twee gezichtsuitdrukkingen identiek zijn, zijn ze allebei veranderd.

 

 

 

 

Bijschrift: Waarheid, wetenschap en de vragen over wat we wel en niet kunnen weten en hoe we aan kennis komen enzovoort, vormen samen een oeverloze speelvijver. Een van de aardigste attributen die erop drijven is de zgn. ‘badeend’: wikipedia.org/wiki/Badeend Een van de aardigste badeendjes is het verhaal over de platte aarde: .tfes.org Het plaatje is het boek ‘Is The Earth A Globe?’ van Alexander Gleeson, 1892; de vraag wordt in dat boek ontkennend beantwoord; het boek is voor 36 dollar te koop bij Amazon. Zie ook wikipedia.org/wiki/Platte_Aarde

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.