Seniorenraad Kralingen-Crooswijk met open bijeenkomst: ‘Te ziek om thuis te zijn’

De Seniorenraad Kralingen-Crooswijk (www.seniorenraad-kc.nl) had weer eens een ‘open bijeenkomst’ georganiseerd voor hun doelgroep, nl. op donderdag 2 november in De Nieuwe Plantage in Kralingen. Het thema deze keer: ‘Te ziek om thuis te zijn’. Om de bezoekers en de leden van het panel van deskundigen meteen op het goede spoor te zetten werd aan het begin van het programma de sketch ‘Bedproblemen’ opgevoerd.  Met Co Ridderikhoff als de nogal zeurderige, bejaarde patiënt meneer Oudejan, Marijke Hokke als zijn nogal zwijgzame echtgenote ‘ik heb hem liever niet ziek thuis’ (dat terzijde), Welmoet Baan als zorgzame verpleegster ‘ik kan het ook niet helpen’ en Gerard Harmse als arts ‘ik had van u toch wel een beetje meer dankbaarheid verwacht’. Allen leden van de Seniorenraad Kralingen-Crooswijk. De tekst kwam van Co Ridderikhoff die ook de hoofdrol speelde als patiënt om wie alles draait.

Als meneer Oudejan met wat ouderdomsklachten in de polikliniek verschijnt wordt hij in één moeite door helemaal doorgelicht. Het resultaat daarvan laat op zich wachten en meneer Oudejan is daar overduidelijk niet gelukkig mee. Zijn vrouw zit aan zijn bed en doet er hoofdzakelijk het zwijgen toe. De verpleegster moet hem alsmaar bedaren totdat de arts aan zijn bed staat met ‘een goed bericht en een slecht bericht’. Hij mag naar huis maar zal alsnog naar het ziekenhuis moeten voor een noodzakelijke operatie. Er is namelijk bij hem een zgn. aneurysma ontdekt, een uitstulping van de aorta. Die kan openbarsten met fataal gevolg. Vervolgens maakt meneer Oudejan zich druk erover dat hij naar huis wordt gestuurd terwijl hij een levensbedreigende aandoening heeft en moet wachten totdat hij geopereerd kan worden.

Nadat 14 dagen zijn verstreken (toneeltijd) is de operatie achter de rug en deelt de arts hem mede dat alles prima is verlopen en dat hij weer naar huis mag. Wederom is meneer Oudejan niet gelukkig. Immers, hij voelt het litteken nog trekken en zó snel weer naar huis, dat kan toch niet goed zijn? Weer moet hij bakzeil halen.

Panel
Zó gaat het tegenwoordig als je wordt opgenomen in een ziekenhuis. Eerst wachten en na de ingreep er (te?) snel weer uit. Daarover, onder meer, ging de open bijeenkomst. Voorzitter van de Seniorenraad Kralingen-Crooswijk Jan van der Schans bevroeg de leden van het panel daarover en de toehoorders in de zaal kregen later de gelegenheid hun vragen te stellen. In het panel van deskundigen: Saskia Baas – directeur Havenpolikliniek (v/h Havenziekenhuis), Corine Baar – huisarts in gezondheidscentrum Levinas, Chantal Marsé – manager zorginstelling Middin in Rubroek, Onno de Zwart – directeur Zorg & Welzijn gemeente Rotterdam, na de pauze opgevolgd door Annemieke van der Kooij, Femke Sybrandi – manager wooncorporatie Havensteder en Arjan Hartog en Frederique van Duuren – zorgverzekeraar Zilveren Kruis / Achmea.

Meer foto’s hier

Sketch Bedproblemen

 Meer foto’s hier

Havenpolikliniek
Directeur Havenpolikliniek Saskia Baas had een hoop uit te leggen over het feit dat het ‘Havenziekenhuis’ sinds kort poliklinisch ziekenhuis is geworden en dus ‘Havenpolikliniek’ is gaan heten. Opname is daar niet meer mogelijk, wel ééndaagse behandelingen. Indien nodig wordt de patiënt doorverwezen naar één van de samenwerkende ziekenhuizen in de stad en regio, nl. Erasmus MC, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Maasstad Ziekenhuis en IJsselland Ziekenhuis. (info: https://www.havenziekenhuis.nl/) De kans is groot dat het gebouw zelfs op termijn zal worden gesloopt wegens o.m. de verouderde installaties (leidingen, e.d.). Dat tot verbazing en afgrijzen van de toehoorders. Zó lang is het toch niet geleden dat het toenmalige Havenziekenhuis werd gerenoveerd? Vond men. Volgens Saskia Baas betrof de renovatie indertijd slechts ‘de buitenkant’. Hoofdzakelijk cosmetisch dus. Wél zou na de eventuele sloop de polikliniek in stand blijven, zij het op een andere plek, ergens in Rotterdam-Centrum.

Kaderhuisarts
Kralingse huisarts Corine Baar wees erop dat een lang(er) verblijf in een ziekenhuis niet wenselijk is, zijnde niet goed voor de gezondheid en door de moderne media kunnen diagnoses, e.d. snel worden gedeeld. Daardoor kan ook het verblijf in het ziekenhuis worden bekort. Zij bracht het begrip ‘anderhalvelijns zorg’ te berde. (eerstelijns zorg: huisarts, tweedelijns zorg: ziekenhuis). Sommige huisartsen kunnen behandelingen doen die normaliter in het ziekenhuis gedaan worden. Dan is het mogelijk dat je door je huisarts naar een andere huisarts wordt verwezen die over een bijzondere bekwaamheid beschikt, de zgn. kaderhuisarts.

Eerstelijns verblijf
Manager Middin Chantal Marsé had geconstateerd dat thuiszorg (na terugkeer uit het ziekenhuis) vaak niet voldoende is en dat het zgn. ‘eerstelijns (tijdelijk) verblijf’ dan soelaas zou moeten bieden. Zorginstelling Rubroek heeft meestal plaats, zo verzekerde zij.

Het noodzakelijke eerstelijns verblijf (waar meneer Oudejan in de sketch eventueel wat aan had gehad) kwam ook op het bordje van Onno de Zwart van de gemeente, nadat Jan van der Schans hem had toegeroepen dat er geen ‘logeerhuizen’ in Kralingen-Crooswijk zijn. Na ‘eerstelijns verblijf’ en ‘logeerhuis’ had De Zwart het over ‘tussenvoorziening’. Volgens hem moeten de zorgverzekeraars en de gemeente daarmee aan de slag. Er is zelfs nog een 4e term: ‘zorghotel’. Daarvan zijn er in Rotterdam maar twee (allebei van zorginstelling Aafje, locaties Franciscus Gasthuis en Maasstadweg) en die zitten vaak vol.

Aan Femke Sybrandi van Havensteder werd gevraagd: waarom starten jullie niet een zorghotel? Een gat in de markt, volgens Jan van der Schans. Sybrandi stelde dat van hogerhand is beslist wonen en zorg uit elkaar te halen maar de complexen van de woningcorporatie worden ‘opgeplust’ én dat er momenteel wel degelijk door Havensteder wordt overwogen een of meerdere kleinschalige ‘tijdelijke woonvoorzieningen’ (5e term voor hetzelfde begrip) te creëren, in Crooswijk. Maar zeker is dat nog niet.

Arjan Hartog van Zilveren Kruis / Achmea vond dat het tijd wordt dat de zorgverzekeraars, woningcorporaties, zorginstellingen, huisartsen en de gemeente Rotterdam de handen ineenslaan om ‘in Rotterdam goed zicht te krijgen op de bedden’. (die in de ziekenhuizen doen niet mee, want daarin liggen alleen de mensen die onder behandeling zijn, als het goed is) Merkwaardigerwijs is dat er nog niet. Ook hij wist te vertellen dat een te lang verblijf in het ziekenhuis niet alleen veel te duur is maar ook de genezing niet bevordert. Een verschuiving van budgetten om het tijdelijke verblijf (de 6e term voor hetzelfde begrip!) mogelijk te maken is dus noodzakelijk, al is dat ingewikkeld. Er zou een coördinatiepunt moeten worden gecreëerd. (zullen we die ‘beddenbank’ noemen? Red.)

Zorgkantoor
Na de pauze was het de beurt aan de vragenstellers in de zaal. Kralingse Sonja Krijgsman ‘maakt zich ernstig zorgen’. Zij wenste meer zorg in eigen huis en was het helemaal eens met het idee van 1 meldpunt (coördinatiepunt van Hartog).  Mevrouw Krijgsman was samen met Jouke Bosma aanwezig namens de OSO (overlegplatform van ouderenbonden) en respectievelijk de KOB (Katholieke Ouderenbond) en de PCOB (Protestants Christelijke Ouderenbond). Uit het panel klonk het dat het ‘Zorgkantoor’ veel informatie kan geven maar dat die instelling kennelijk tamelijk onbekend is. Een zorgkantoor is een uitvoeringsorgaan van de Wet langdurige zorg. Op de site van uw zorgverzekeraar is te vinden met welk zorgkantoor de verzekeraar samenwerkt. Hartog meende weer dat de betrokken organisaties informatie moeten delen.

Of van de accommodatie van de Havenpolikliniek een zorghotel gemaakt kon worden? Dat in plaats van sloop. Baas sloot die mogelijkheid niet uit. Theo Koning van de Seniorenraad wist wel een goede plek voor de nieuwe Havenpolikliniek, nl. aan de Boezemweg waar de Auris Groep niet het gehele terrein, voormalig in gebruik bij de Ammanstichting, in beslag neemt.

Welmoet Baan van de Seniorenraad had onlangs te maken gekregen met de medische zorg. ‘Je bent een pakketje’, moest zij kwijt.

Wijkverpleegkundige
Vicevoorzitter van de Gebiedscommissie Kralingen-Crooswijk John van Assendelft: waar blijft de wijkverpleegkundige? Kennelijk werkt de ‘Coöperatie Wijkverpleegkundige Zorg Rotterdam’ niet naar zijn zin. (het nieuwe kabinet heeft op aandrang van de Tweede Kamer inmiddels de voorgenomen bezuiniging daarop min of meer teruggedraaid. Red.) Hartog meende dat die zorg door hooguit een of twee partijen zou moeten worden aangeboden.

De dreigende sloop van het gebouw dat thans Havenpolikliniek heet, maakte veel los bij de toehoorders. Crooswijker Cor Jongenengel: wij moeten protesteren tegen de sloop!. Jan van der Schans voegde daar fijntjes aan toe dat sloop niet duurzaam is. Duurzaamheid wil wat tegenwoordig. Directeur Baas meldde dat er dan wel ‘serieuze’ verbouwing nodig zou zijn om er een zorghotel van te maken en wat is dan het duurst, dat of nieuwbouw? Sybrandy van Havensteder achtte de exploitatie door de woningcorporatie voor anderhalvelijns zorg niet mogelijk. ‘Het kan wettelijk niet’.

Nuldelijns zorg
Huisarts Baar meldde dat in het Kralingse verpleeghuis Pniël op 7 december a.s. de ‘nuldelijns zorg’ zal starten. Nuldelijns zorg is de zorg die gegeven wordt door mantelzorgers, vrijwilligers en familie. Jan van der Schans: waarom niet in zorgcentrum Rubroek? De hospice (voor mensen die terminaal zijn) is ook een voorbeeld van nuldelijns zorg, evenals ‘Logeerhuis De Buren’ op Katendrecht. Overigens, de nuldelijns zorg wordt (tot op heden) niet vergoed door de zorgverzekeraars.

Waar naartoe?
Samenvattend: ouderen (niet alleen) vallen vaak in een gat na de vaak kortstondige ziekenhuisopname. Ze zijn niet in voldoende mate opgeknapt om in hun eigen huis weer verder te gaan met hun leven. Ook niet als er een superfitte mantelzorger in de buurt is. Dus eerste- en nuldelijns verblijven zijn noodzakelijk. Daar zijn er tot dusver veel te weinig van. Wordt daaraan gewerkt? Ja, maar gaat dat op korte termijn resultaten opleveren? Dat valt te betwijfelen. Samenwerking van veel instellingen is nodig.

Wordt het voormalige Havenziekenhuis gesloopt of niet? Het zou een mooi gebaar zijn als dat gebouw dat, nog niet zo heel lang geleden, werd neergezet als ‘seniorenziekenhuis’, behouden blijft als zorghotel.

De medische zorg maakt, technisch gezien, de laatste jaren enorme sprongen voorwaarts. Dat, niet in de laatste plaats, door de moderne media. Medische informatie flitst razendsnel van huisarts naar specialist en omgekeerd. Langdurige opnames, ook voor onderzoek, zijn steeds minder nodig én te duur. (de kosten van de zorg. U kent het verhaal) Dus moet de patiënt zo snel mogelijk plaats maken voor de volgende. Maar waar moet hij/zij dan naartoe?

Geïnteresseerd in de volledige tekst van de sketch van Co Ridderikhoff? Klik hier

Meer foto’s hier

Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.