‘Maar we gaan het wel doen’

De afgelopen week maakten de Rotterdamse culturele instellingen, de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur en de gemeente Rotterdam hun toekomstvisie op cultuur voor de periode 2017-2020 in een uitgangspuntennota bekend.

De manier waarop de visie tot stand is gekomen, is een primeur in Nederland. In vier uitgebreide werksessies, waaraan tientallen betrokkenen meededen, werd gepraat en gediscussieerd om tot concrete voorstellen voor het cultuurbeleid te komen. Daar waar traditioneel accenten per discipline werden bepaald, is nu meer dan ooit sprake van gezamenlijkheid en overkoepelende doelstellingen. Met de nota streeft de stad naar een kunst- en cultuurklimaat met reikwijdte en armslag. Zie: www.rotterdam.nl.

Vernieuwing
Inez Boogaarts, secretaris/ directeur van de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur: “Het was een enerverend proces. Het bestaande Cultuurplanstelsel wordt van binnenuit vernieuwd. Er komt meer ruimte voor culturele instellingen om nadrukkelijker hun eigen koers te kiezen. Regels worden versoepeld om samenwerking te bevorderen en toetreding van nieuwkomers te vergemakkelijken. Dat is een mooi resultaat”. De cultuursector geeft aan taken op het gebied van (inter)nationale profilering, educatie, talentontwikkeling, innovatie en publieksbereik als collectieve verantwoordelijkheid op zich te willen nemen. De instellingen geven in hun plannen aan wie op welke manier invulling geeft aan deze beleidswensen om zo een zo’n breed mogelijk publiek te bereiken.

Samenwerking
Hajo Doorn, directeur van WORM (‘Instituut voor Avantgardistische Recreatie in Rotterdam’), is lid van de stuurgroep die verantwoordelijk is voor de totstandkoming van de nieuwe uitgangpunten voor cultuur. “Het is in deze tijd een logische stap om gezamenlijk initiatief en verantwoordelijkheid te nemen. Zeker wij als cultuurinstellingen moeten onszelf telkens weer opnieuw uitvinden, anders lopen we het gevaar irrelevant te worden. Deze nota is een innovatieve eerste stap naar een zelfbewuste, toekomstbestendige sector en bevat handvatten om onszelf en de politiek scherp te houden”, zegt hij.

Organisaties die actief zijn op het gebied van cultuureducatie verenigen zich tot een platform. Zij stemmen hun activiteiten hier onderling af en zorgen voor meer samenhang in het aanbod van cultuureducatie. Ook instellingen die zich bezighouden met talentontwikkeling gaan zich meer met elkaar verbinden. Kleine, nieuwe of risicovolle initiatieven moeten meer ruimte krijgen en beter worden gefaciliteerd. Dat kan financieel, maar ook op andere manieren: bijvoorbeeld in samenwerking met gevestigde partijen.

Stadsfonds
Ook nieuw in de uitgangspuntennota voor cultuur is het voornemen een Stadsfonds voor Kunst en Cultuur op te richten in 2017. Dit fonds biedt ruimte aan zowel experiment en innovatie als aan grootschalige manifestaties. Het Stadsfonds wordt gebaseerd op publiek-private samenwerking, hanteert een variatie aan ondersteuningsvormen en wordt geleidelijk uitgebouwd.

Wethouder Visser (financiën, binnenstad, cultuur en sport): “We ambiëren een kunst- en cultuursector met zowel sterke iconen als nieuwe spelers. We willen kansen voor nieuwe financieringsvormen, in samenwerking met private partijen, beter benutten. Om te komen tot co-creatorschap gaan we op alle niveaus samenwerken. We willen meer maatwerk kunnen bieden voor nieuwe, tijdelijke initiatieven en voor structurele taken zoals de zorg voor de gemeentelijke collectie. Dat is een flinke klus, die lef en zorgvuldigheid vereist. Maar we gaan het wel doen!”

Leesbaar en concreet
Bijzonder is ook dat de uitgangspuntennota voor het Rotterdams Cultuurplan 2017-2020, Reikwijdte en Armslag is geschreven onder leiding van dichter/schrijver Ester Naomi Perquin. Hiermee is de nota leesbaar en concreet geworden, getuigend van een realistische blik op de stad. Perquin gebruikte voor de nota de gesprekken tijdens de werksessies en de bijbehorende notulen. Naast de opbrengsten uit de werksessies is voor de nieuwe uitgangpunten gebruik gemaakt van verschillende belangrijke bronnen: het collegeprogramma, de Sectoranalyse 2015 van de RRKC, het Stadspanel en het onderzoek Cultuurparticipatie van Rotterdammers.

Wethouder Visser: “De uitgangspuntennota kan gezien worden als het resultaat van een nieuwe manier van denken, praten en werken. Er is afgeweken van de gebruikelijke route, met alle hindernissen en risico’s van dien, om te komen tot een visie waarin we elkaar opnieuw en beter leren kennen. Die houding willen we de komende jaren vasthouden”.

Gemeenteraad
De uitgangspuntennota voor het Rotterdams Cultuurplan 2017-2020, Reikwijdte en Armslag is aan de gemeenteraad ter vaststelling aangeboden. Naar verwachting neemt de raad voor de zomer een besluit over de uitgangspuntennota. Het College zal ook nog het aanvraagformulier en de zogenaamde inrichtingseisen vaststellen waarmee culturele instellingen hun subsidieaanvraag kunnen opstellen. De instellingen hebben vervolgens tot 1 februari 2016 de tijd om de aanvragen bij de gemeente in te dienen.

(ingezonden mededeling Gemeente Rotterdam) | Afbeelding: Pixabay

Meld u aan voor onze nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
[wysija_form id=”1″]