Frankrijk. Inmiddels zijn wij gearriveerd bij mijn zwager Ed en schoonzus Antoinette. Zij hebben een flinke lap grond die tegen een hoge berghelling aan ligt met daarop hun romantische boerderij. Onderaan de berg ligt het sfeervolle en eeuwenoude dorp Seillans. Vooral het uitzicht vanuit hun boerderij is magistraal. Ondanks dat de Middellandse Zee zo’n 40 km ver is, zie je vanaf hun terras de grote cruiseschepen varen. Mijn zwager is hier 10 jaar lang een soort keuterboer geweest, wat belastingtechnisch heel interessant is in Frankrijk. Bovendien kreeg hij via de EU elke maand een aardige subsidie voor het hoeden van zijn 30 geiten en 2 varkens. Maar het is best zwaar en veel werk en vanwege zijn gezondheid heeft hij vorige maand zijn kudde gei ten moeten verkopen. Ook de twee gitzwarte, lompe varkens, elk meer dan 300 kilo zwaar, moesten worden verkocht, maar dat wilde niet lukken. Niemand wilde ze zelfs gratis hebben. Ook de slager niet. Die vond ze te oud en daardoor niet meer geschikt voor consumptie.
Als wij de volgende dag net onze ogen open hebben, horen wij het geronk van een machine. Dat is opmerkelijk hier in deze heerlijke stilte op de berg. Het blijkt een heel kleine dragline te zijn die behoedzaam de schuine helling afrijdt, richting het varkenshok. Hij graaft een gat van ongeveer anderhalve meter diep. Ed staat erbij en praat met een man met een jachtgeweer. Ik kom nieuwsgierig kijken. Als het gat groot genoeg is komt de man met het jachtgeweer in beweging. Hij schiet één voor één de varkens dood en de dragline schuift de logge lichamen in het gat, grond erover en klaar. Dan lopen we weer naar boven voor een kop koffie.
Voor een boer misschien niet iets bijzonders, maar ik ben er helemaal stil van. Bij mij roept het associaties op met moord en begrafenissen. Als de dragline en de jager zijn verdwenen blijkt gelukkig ook mijn zwager een beetje last te hebben van emoties. Wij zijn die morgen al vroeg aan een borrel toe.
Jacques Beket
recent commentaar