D66 Rotterdam ziet graag dat het verbod voor straatartiesten wordt opgeheven en heeft vragen daarover gesteld aan het College van B&W. “Muziek maken op straat moet gewoon kunnen, zeker in de levendige wereldstad die Rotterdam wil zijn”, aldus Raadslid Jos Verveen. “Vijf weken van te voren een vergunning aanvragen om een middagje gitaar te mogen spelen is absurd en onzinnig. Met de zomer op komst moeten we er nu voor zorgen dat we gezelligheid en creativiteit op straat juist de ruimte geven.”
Levendigheid
In vele Europese steden worden het straatbeeld en de metrostations opgeluisterd door muzikanten, theatermakers en andere artiesten. In het Centrum van Rotterdam en in de winkelcentra in Prins Alexander zijn artistieke uitingen echter verboden. De Burgemeester kan een ontheffing verlenen, maar pas na een aanvraag die pas na vijf weken afgehandeld wordt. Als het aan D66 Rotterdam ligt wordt deze situatie omgedraaid.“D66 wil graag een levendige stad, waar Rotterdammers trots op zijn en toeristen graag naar toe komen.”, stelt Verveen. Naast de buitenruimte kunnen ook metrostations wel wat meer levendigheid gebruiken vindt D66. Zij zien ook graag dat de RET de stations openstelt voor artiesten.
Grondrecht
Het is de vraag of het verbod voor straatartiesten überhaupt wel voldoet aan de grondrechten die in de grondwet zijn opgenomen. Zo mogen er niet zomaar beperkingen worden opgelegd aan politieke, religieuze of creatieve uitingen. Om die reden hebben evangelisten bijvoorbeeld geen vergunning nodig. Verveen: “Het bevreemdt onze fractie dat je een vergunning nodig hebt om te zingen over de liefde, behalve wanneer je deze betuigt aan Christus. We zouden daar geen onderscheid in moeten maken, elke expressie moet in principe gewoon mogelijk zijn”. D66 verwacht binnen enkele weken duidelijkheid van het College.

Via: D66 Rotterdam
recent commentaar