Vorige week had Bert Keizer in zijn wekelijkse column in Trouw een betoog dat veel aandacht verdient. Het ging om de vraag ‘Waarom euthanasie gebaat is bij een routineuze arts’. Hij begint met een passage over een ziekenhuis in Canada dat alleen maar liesbreuken doet. ‘Elke chirurg daar doet ongeveer zevenhonderd liesbreuken per jaar. … in één jaar meer liesbreuken dan de gemiddelde chirurg in zijn/haar hele carrière. Hun routine betekent dat de operatie ongeveer 30 minuten duurt (in plaats van de gewone 60). Vanwege hun streng gereguleerde aanpak hebben ze minder infecties en hun resultaten zijn veel beter. Zo’n hernia komt weer terug in 10 tot 15 procent van de gevallen. Maar na hun ingreep gebeurde dit slechts bij 1 procent van de geopereerden. Routine.’
Dan volgt een passage waarin hij verslag doet van een tijdje meelopen met de neurochirurgen in het VUmc. Conclusie van dezelfde strekking.
Dan komt het. ‘Ik vertel u dit allemaal bij wijze van omtrekkende beweging omdat ik niet met de deur in huis durf te vallen. Wat ik eigenlijk wilde zeggen is dat je ook rond het zelfgewilde levenseinde, euthanasie, tot een heilzame routine kunt komen. Een routine die men gretig afwijst omdat men meent dat het om iets precairs gaat, iets dat zo heilig is en zo uniek dat daaromheen geen routines mogen bestaan. Bij een blindedarmoperatie hoor je het nooit, maar bij euthanasie zegt de dokter graag: ‘Beseft u wel wat dit voor mij betekent?’ Nou wil ik dit niet terzijde schuiven, ik weet nog veel te goed hoe bang ik was bij mijn eerste euthanasie. Maar ik meen ook te moeten stellen dat de patiënt niet erg geholpen is door mijn bekentenis dat ik het zo zwaar vind. Wie “goed” wordt in euthanasie die heeft geen schat aan ervaring opgebouwd … welnee, die is afgestompt. Men roept het ook heel graag: het mag beslist géén routine worden, want dan … ja wat dan?’
(De volgende zin sluit meteen aan maar volgens mij past hier een nieuwe alinea) ‘Nou dan ga je het veel te vlug doen op onheuse grond. Dan ga je mensen doodmaken in plaats van goed voor ze te zorgen. Dan glij je onherroepelijk af. Hellend vlak! Het is vreselijk. Ik ben zelf nogal eens betrokken bij euthanasie en ik ken enkele tientallen artsen en verpleegkundigen voor wie hetzelfde geldt. Wie meer ervaring heeft met euthanasie werkt sneller, rustiger, zekerder. Wat ze moeten leveren aan persoonlijke ondersteuning, adequate medicatie, verslaglegging, adviezen over timing, zoomdeelname voor geliefden ver weg, regie in de laatste minuten, contact met de autoriteiten enzovoorts enzovoorts gaat hen beter af omdat ze het vaker doen. Niet omdat ze, in welk opzicht dan ook, betere artsen of verpleegkundigen zijn. Waarmee ik maar wil zeggen dat er ook rond het zelfgewilde levenseinde zoiets bestaat als zegenrijke routine. En dat is iets heel anders dan “afstomping”’
trouw.nl/zorg/waarom-euthanasie-gebaat-is-bij-een-routineuze-arts
Tot zover over Bert Keizer. Nu even over mezelf. Elke week een column schrijven wordt geleidelijk ook routine. Ik ben nu bijna twintig jaar hier bezig, heb er nog steeds veel aardigheid in, want het is elke week weer een nieuwe mix van routine en alert zijn op wat hier en nu nieuw en actueel is.
Over een paar weken gaan de koeien weer naar buiten. Dan krijgen we meikaas en grasboter.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar