Foto: © David Rozing
In hun nieuwe boek ‘Het Kralingse Bos, portret van een boschpark’ beschrijven Marius Huender en Dik Vuik nauwgezet het ontstaan van de Kralingse Plas en het omliggende groen. Maar: ze benadrukken ook het belang van het park voor de stad. En roepen op tot bescherming ervan. ‘Steden worden woestijnsteden zonder dit soort plekken.’
‘Staat in het boek.’ Praat met Marius Huender en Dik Vuik over hun gloednieuwe boek en dat antwoord vliegt opvallend vaak over tafel. Soms begint één van hen meteen enthousiast te bladeren, om het juiste hoofdstuk te vinden. ‘Kijk, hier staat het.’
Marius zegt niet voor niets: ‘Dit is de eerste keer dat echt de gehele geschiedenis van het Kralingse Bos in een boek is samengevat. Dat durf ik echt wel te zeggen.’ Het gloednieuwe boek ‘Het Kralingse Bos, portret van een boschpark’ begint dan ook in de prehistorie. En eindigt met een toekomstvisie, het Kralingse Bos in 2073.
De mannen werkten er samen jaren aan. Dik is historicus en nam met name het geschiedkundige deel van het verhaal voor zijn rekening. Marius weet als trekker van de vrijwilligersgroep in het Kralingse Bos juist weer veel over de biodiversiteit in het gebied te vertellen.
Verrassingen
Ze stuitten tijdens het schrijfproces op verschillende verrassingen en leuke vondsten. Zoals een provisorisch kaartje van het bos, gemaakt door het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers gebruikten het bos toen om munitie te bewaren. En het Rotterdamse verzet achterhaalde de ruim 20 vermoedelijke opslaglocaties, met als doel die door te briefen aan de geallieerden.
Een andere ontdekking: het allereerste ontwerp voor de aanleg van het Kralingse Bos, daterend uit 1909. Het bestaan van die tekening was voor Dik geen verrassing. Maar een handmatige notitie op deze schets verraste hem wel, er staat namelijk in een zijlijn genoteerd: ‘Plan van de tuinarchitect Lebbink’.
Dik: ‘Het ontwerp voor het Kralingse Bos werd namelijk altijd toegeschreven aan Gerrit Johannes de Jongh, het toenmalige hoofd Gemeentewerken. Maar, het blijkt dus dat een medewerker van hem – Albertus Lebbink – het eerste ontwerp maakte.’
Beleving
Maar het boek van Marius en Dik is meer dan alleen een feitelijke vertelling. Zo interviewden ze ook Kralingers over het park. Zoals Joop en Jenny van den Bos, die jeugdherinneringen opdiepen aan het Kralingse Bos van weleer. Van het schaatsen op de plas in de winter tot kamperen in het bos in de zomer.
Zoals wijlen Joop van den Bos in het boek zegt: ‘Het bos was voor veel mensen heel belangrijk, want er was weinig geld en voor recreatie bleef je in de buurt.’
Door de interviews toe te voegen, willen Dik en Marius het verhaal van het Kralingse Bos wat meer tot leven brengen. Want, zoals ze in de inleiding van het boek schrijven: ‘Het Kralingse Bos is meer dan een bos, het is een plek die in de haarvaten van Rotterdam lijkt te zitten.’
Daarom is het ook belangrijk om er zuinig op te zijn. Zoals Marius zegt: ‘We zijn ervan overtuigd dat het Kralingse Bos uniek is en onmisbaar blijft voor de natuur in onze stad. Steden worden woestijnsteden zonder dit soort plekken. Daarom zeggen we ook nadrukkelijk in dit verband: Rotterdam, pas op je zaak.’
‘Het Kralingse Bos, portret van een boschpark’ is na zaterdag 21 september te koop in de Rotterdamse boekwinkels. Het boek werd mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de gemeente en andere subsidiegevers.
(Persbericht wijkraad Kralingen – Crooswijk)
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar