‘Gaat het handschrift verdwijnen? Nieuwsuur wijdde een paar maanden geleden een item aan dit onderwerp. In Finland is het al op de scholen afgeschaft. Ook op de Nederlandse scholen rukt de iPad op, straks misschien ter vervanging van het handschrift.’

Zo begon een column van Frits Abrahams in NRC Handelsblad ergens in april van dit jaar. Het thema is bekend. Dat het schrijfonderwijs in Finland afgeschaft zou zijn, was nieuw voor me. Maar ik hoef maar even op het net te surfen om te leren dat dat aan mij ligt.

‘Finse kinderen hoeven niet meer te leren schrijven met een pen’, haal ik uit een bericht van het AD van 26 november 2014. Ze krijgen typeles, daar hebben ze meer aan. Wie in het leven toch nog een keer een formulier met de hand moet invullen, krast maar blokletters. De pen is stervende. Schrijven is heel belangrijk voor je hersenen. Het is de beweging die je met schrijven maakt. Die is goed voor de ontwikkeling van de hersenen, met name voor het deel dat de emotionaliteit bevordert.

‘Is dat erg? “We moeten niet naar kinderen kijken vanuit onze eigen romantiek en nostalgie.” Het is achterhaald om kinderen jarenlang te laten zwoegen op mooie aaneengeschreven letters, stellen de Finnen. Een derde van de jongens krijgt het sowieso niet voor elkaar. De fijne motoriek van kinderen kan, denken de Finnen, ook worden ontwikkeld door extra tekenlessen en wat meer uren handvaardigheid. Wie schrijft er nog met een pennetje? Het briefje op de koelkast is vervangen door een appje met de boodschappen. De handgeschreven sollicitatiebrief, ooit de ultieme karaktertest waar grafologen allerlei kwaliteiten van de sollicitant uit destilleerden, is verworden tot een e-mail met een cv in pdfformaat. De schoolagenda? Allang gedigitaliseerd. Op de Steve Jobsschool De Ontplooiïng in Amsterdam mogen ouders het zeggen of hun kinderen met een pen leren schrijven. “Standaard doen we alleen blokletters en dat kiezen de meeste ouders. Mijn kind hoeft geen schrijfletters te leren”, zegt Maurice de Hond van de iPad-school. De Onderwijsinspectie laat scholen vrij in het aanleren van de schrijfvaardigheden als de kinderen maar met een pen overweg kunnen, laat het ministerie van Onderwijs weten. Alleen blokletters mag ook.’

Tot zover Abrahams. Hij geeft een zeldzaam commentaar: ‘Je moet er niet aan denken dat we op een achternamiddag in 2015 achteloos een uitvinding afdanken die nog dateert uit het Oude oude EgypteEgypte (3300 v.Chr.). God: “Wat hoor ik nou weer?” Onderwijsminister Jet Bussemaker: “Het was een unanieme kabinetsbeslissing”. – Toch, als ik héél eerlijk mag zijn, …’ en dan komt een curieuze ontboezeming … – ‘… moet ik bekennen dat ik er persoonlijk geen moment rouwig om zou zijn als het handschrift verdween, en liefst nog bij mijn leven, want dan heb ik er tenminste nog enig plezier van’.

Gaat Abrahams plezier beleven als de handgeschreven taal verdwijnt? Wat zit dáárachter? Voor het antwoord ‘moeten we ver terug in de tijd, om precies te zijn: 1952 n.Chr’, preciseert Abrahams zelf. ‘Toen dwong juffrouw Tax, ongehuwde, oude onderwijzeres aan de lagere school, mij als linkshandige om rechts te schrijven.’ En dat is nooit meer goed gekomen.

Dat soort kindermishandeling was inderdaad tot voorbij de helft van de vorige eeuw endemisch. Alleen ouderen ondervinden nu soms nog de gevolgen van die rechts-schrijf-dwang-kwakzalverij. Abrahams schrijf er mooi-dramatisch- poëtisch over. Maar als inhoudelijk zakelijk argument om het schrijven af te schaffen is zijn betoog navenant zwak.

Hugo Verbrugh