Aanstaande donderdag is op NPO 3 om 20.55 uur de tweede aflevering van de nieuwe vierdelige VPRO-serie Nicolaas op oorlogspad. Nicolaas Veul (34 jr.), programmamaker, bekend van onder andere programma’s over emancipatie van homo’s, wil hiermee meer bewustwording creëren bij jonge mensen over wat oorlog eigenlijk is, wat het mensen doet die daarin betrokken raken. Het gaat vooral en heel concreet over WO II. ‘Er is een echte en een mythische Tweede Wereldoorlog’, stelt Veul. ‘De geschiedenis en het beeld ervan gaan steeds meer van elkaar verschillen’.

Om te begrijpen hoe dat komt en hoe dat werkt, heeft hij een veelzijdig programma in mekaar gezet. In de eerste aflevering speelde hij onder meer met war re-enactors een slag kort na de landing in Normandië, zomer 1944, na. De ‘soldaten’ gaan totaal op in hun rol: ze dragen precies de juiste kleren, en lijken zich daadwerkelijk zorgen te maken over ‘de Duitsers’ aan de overkant. Maar het is dus allemaal alleen zo nauwkeurig mogelijk geïmiteerde fantasie. ‘Het mooiste aan het naspelen, zeggen de deelnemers na afloop, is de vriendschap die je eraan overhoudt’ (uit de NRC van 12 april).

Heel anders, onversneden reëel en authentiek, zijn twee passages waarin Veul veteranen uit WO II interviewt. De ene is een ruim honderdjarige Nederlander, de andere een ongeveer even hoogbejaarde Engelse parachutist die heeft deelgenomen aan de Slag om Arnhem, 17-23 september 1944.

Ik had en heb gemengde gevoelens bij deze aanpak. Het documentaire deel is goed, maar de nagespeelde scènes zijn not my cup of tea. Het resoneert niet bij me en erger. Een mix van feiten en fictie is altijd gewaagd, zeker als het over leven en dood gaat.

Ik zou niet over dit onderwerp hebben geschreven als ik niet toevallig in dezelfde dagen een boek in handen had gekregen over leven en dood door meerdere levens heen. Het is een ‘autobiografische roman over een verbijsterende ervaring’ die het thema ‘leven en dood’ nog gewaagder aanpakt. Het is ‘Morgan, een liefde’ van Bas Steman. Op onverklaarbare wijze blijken de levens van de auteur en een Engelse parachutist die de landing bij Arnhem niet heeft overleefd, met elkaar verwikkeld te zijn, citeer ik van de flaptekst. Tijdens een parachutesprong krijgt de hoofdpersoon van de roman (= Bas Steman zelf), een paniekaanval. ‘Zijn vriendin spoort hem aan de oorzaak van zijn angst te onderzoeken: waarom krijgt hij soms beelden door, herinneringen die niet van hem kunnen zijn? De zoektocht voert hem naar Wales, naar een oude vrouw die nog altijd naar haar grote liefde verlangt.’

De rest laat zich raden. Een YouTube filmpje brengt het verhaal overtuigend(?)-concreet in beeld. Bas Steman is(?) de reïncarnatie van private Morgan Gethin Probert, † 19 september 1944, Parachute Regiment, Army Air Corps, age 26. Op het filmpje staat hij samen met een hoogbejaarde vrouw, zuster van de man die hij in zijn vorige leven was(?), bij een van de 1.680 graven op de ‘Oorlogsbegraafplaats van het Gemenebest Arnhem Oosterbeek’ oftewel het Airborne Cemetery in Oosterbeek.

’t Zijn me iets te veel vraagtekens die ik bij deze korte samenvatting moet plaatsen. Lees verder onder het plaatje.

Ik zou niet over dit onderwerp hebben geschreven als ik niet toevallig in Arnhem was geweest in september 1944 – gewoon als kind van 7 jaar, en in de jaren dat ik nog in Arnhem woonde niet geregeld op die Airborne begraafpaats was geweest. Daardoor heb ik echt andere herinneringen aan wat daar toen gebeurd is, dan zowel Nicolaas Veul als Bas Steman. Volgende week schrijf ik verder over feit en fictie in herinneringen.

Hugo Verbrugh

Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.