Ooit behandelde ik echtscheidingszaken. De familiepraktijk valt niet mee, maar dat wist ik toen nog niet. Al snel ontdekte ik dat een echtscheiding het slechtste in de mensen (zowel mannen als vrouwen) naar boven kan brengen. Je ex-partner dwarszitten, daar kan je een levenswerk van maken. Overigens niet zelden terecht: je zal maar met een agressieve bullebak hebben samengewoond. Dan wil je wel je gram halen, ook via de advocaat. Keiharde materiële eisen worden ingediend. Zo moest een afgedankte echtgenote teruggeven: “alle LP’s van Elvis Presley behalve de kerst-lp “.

Nu ben ik niet zo’n Elvis Presley kenner, maar zo erg kan de kerst-lp toch niet geweest zijn? Beetje troost tijdens die zware dagen komt  goed uit zou ik denken. Maar ook kinderen moeten geretourneerd worden. In dat kader was ik bereid, nadat alle andere oplossingen mislukt waren, als intermediair op te treden. De man zou op vrijdagmiddag om 16.30 het kindje op mijn kantoor afgeven, de moeder zou het om 17.00 uur afhalen. Zo werden lijfelijke conflicten vermeden. De baby, ongeveer een jaar, werd stipt op tijd afgeleverd. Mijn secretaresse wist er wel raad mee, ik niet.

Maar dan. Het werd 17.00 uur. Moeder in geen velden of wegen te bekennen. Een halfuur later, nog niemand in zicht. Mijn secretaresse opperde dat ze dan het weekend wel de zorg voor het kindje op zich zou nemen. Zo werkt een moederinstinct, denk ik. Ik was al lang blij. Ik had dat weekend toch plannen waarin een kind niet voorkwam. En dan toch: om 17.30 arriveert moeder, niks geen excuses, maar dat zat ik niet mee.

Dat zal me niet meer overkomen dacht ik. Moet je nooit denken. Twee weken terug ga ik op huisbezoek bij een cliënte met een woonprobleem. De gordijnen zijn dicht, dat betekent niets, behalve dan dat de deurwaarder niet naar binnen kan gluren. Ben ik gewend. Binnen is het chaos en duister als in het begin van de Schepping. Overal koffers alsof een verre reis naar  Zweden aanstaande is.

Dat was ook zo: twee dochters moeten op vakantie. Van alles moet hiervoor eerst nog geregeld worden. Geen probleem, het is vrijdagmiddag, straks aan de wijn. Ik heb tenslotte psychologisch gezien een bijzonder zwaar vak. Als de dochters vertrokken zijn kan het gesprek een beetje op gang komen. Al die tijd heeft mevrouw een peuter in haar armen gehouden. Slechts een klein probleempje: de Afrikaanse achternaam is lastig te verstaan. Aan haar stem ligt het niet. Haar volume is zodanig dat zij zonder geluidsinstallatie omroeper kan worden in het Feyenoordstadion.

Misschien kan ik de naam van een paspoort noteren? Mevrouw grijpt naar haar handtas en ontdekt daarin drie paspoorten waarvan twee van haar dochters. Paniek! Zo kom je inderdaad het land niet uit. Resoluut duwt zij het kindje in mijn armen en rent op haar pantoffels de woning uit, misschien op weg naar een tramhalte? Ik zie haar al op de startbaan van Rotterdam Airport, voor gewone mensen Zestienhoven, achter het vliegtuig aanrennen.

Ik kijk nergens meer van op. Afwachten maar, de peuter gedraagt zich keurig, speen in de mond, niets aan de hand. In zo’n situatie moet men de rust bewaren, ook vanuit pedagogisch oogpunt. Na ongeveer 10 minuten, de tijd vloog voorbij, arriveerde mevrouw uitgeput terug in haar woning. Als ik het goed begrepen had kon zij haar dochters  nog net achterhalen en de paspoorten afgegeven. Hopelijk de twee juiste. Plechtig heb ik het kindje weer overhandigd. Ik had dat weekend andere plannen.

Ton Rhijnsburger

Stichting Sociaal Advocaten Rotterdam
Crooswijksesingel 34
3034 CJ Rotterdam
010-4044085 direct of 010-4650966 algemeen


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.