Het is heel goed mogelijk, dat mijn vorige column toch achteraf bezien enigszins beïnvloed was door de datum van 1 april. Over tot de orde van de dag dan maar weer. Op het moment van schrijven van deze column is er nog geen nieuw college in het stadhuis. Mooi, dan kunnen we aan de slag zonder last te hebben van allerlei goedbedoelde maar ingrijpende maatregelen om de stad te verbeteren. Eerst maar eens de horeca helpen. U weet dat ik dat graag doe. Moet ook wel, want die hebben het zwaar. En dat komt door ons. Wij, de inwoners van ons gebied… Hola? Hoe heet ons gebied tegenwoordig? Heten we nog Kralingen-Crooswijk? Nee toch, mag ik hopen, dat klinkt veel te veel naar vroeger. Groot denken, geen deelgemeente meer, dan ook geen deel meer van een fusiegemeente, maar een krachtig onderdeel van de stad Rotterdam. Of, zoals ze in de wereldstad Parijs zeggen, een arrondissement.

En omdat we de vroegere historische ongelijkheid van de deelgemeenten niet meer accepteren, geven we het geen naam meer, maar een nummer. Nummer 19 lijkt mij een mooi nummer. Het getal 19 is ondeelbaar en dat staat voor het feit dat wij één zijn. Ik zie ze al voor me, mooie T-shirts met een 19 achterop in de kaart van ons gebied. Maar genoeg gedroomd, terug naar de horeca die ik zo graag wil helpen. Ik was net aan het vertellen, dat ze meer last van ons hebben dan we denken. Ze moeten terrassen hebben, maar mogen geen herrie maken en alleen alcohol serveren als er geen jeugd bij is. Daarnaast interesseren de sluitingstijden ons meer dan de openingstijden. Mochten ze bitterballen serveren, dan alleen als er geen plofkippen in zijn verwerkt, roken is schadelijk voor onze leefomgeving en gasbranders die ‘s avonds het terras zitbaar houden zijn slecht voor het milieu. Dus nieuw college, als u aan de slag gaat deze zomer, ontzie de horeca. O ja, waarom arrondissement 19? Dat geeft onze verbondenheid aan met arrondissement 18, het vroegere Feijenoord. Via onze waterbusveerdienst lijn 19, weet u nog?

Eduard Schuringa