Aanstaande vrijdag, 28 december, zal het precies honderd jaar geleden zijn dat de Antroposofie officieel in de wereld kwam. Op instigatie van de Oostenrijkse filosoof Rudolf Steiner (1861 – 1925) werd toen in Keulen de Antroposofische Vereniging, de Anthroposophische Gesellschaft, opgericht. Een kleine terugblik is op zijn plaats.

Steiner was zich als kind bewust geworden van bijzondere vermogens die wij anno 2012 vaak aanduiden als grensoverschrijdende ervaringen of paranormale belevingen. Hij had daar werk van gemaakt en was al doende op de esoterie, de leer van het zogenoemde occulte gekomen. Tegelijk had hij natuurwetenschappen gestudeerd en zich een grondige kennis van de filosofie en van de wetenschap van zijn tijd eigen gemaakt. Als rondreizend filosoof en esoterisch leraar had hij daarna veel weerklank gevonden, eerst vooral in het Duitse taalgebied, later in praktisch alle landen van Europa. Kort na 1900 werd hij zelfs de number one in continentaal Europa van de Theosophical Society.

In 1912 gaf hij een nieuwe draai aan de theosofie. Hij noemde die voortaan ‘antroposofie’. Aanleiding was de rumpus (ophef. Red.) die in de theosofische beweging was ontstaan in verband met de jonge hindoe-jongen Jiddu Krishnamurti. Sommige theosofen zagen in in hem de nieuwe incarnatie van Christus, en dat vond Steiner Unfug, een onwelvoeglijke gedachte. Op 28 december richtte hij daarom met enkele anderen de Anthroposophische Gesellschaft op. Die werd binnen de kortste keren een succesvol internationaal netwerk. Binnen dit netwerk maakte Steiner van de antroposofie een zó hecht filosofisch systeem dat hij nu wereldwijd de meest gelezen filosoof van de 20e eeuw is.

Zo’n eeuwfeest zou aanleiding kunnen zijn tot enige herdenking, maar daar is bitter weinig van te merken. Dat is opmerkelijk want binnen de antroposofische beweging zijn heel wat mensen niet wars van zulke herdenkerij. Op 27 februari 2011 was het anderhalve eeuw geleden dat Rudolf Steiner werd geboren, en toen waren er allerlei initiatieven om rond die datum in het publieke debat aandacht te vragen voor de antroposofie en Rudolf Steiner. Veel heb ik er toen weliswaar niet van gemerkt, althans in Nederland, maar in het (deels voormalige) Duitstalige gebied van Midden-Europa, waar Steiner vooral gewerkt heeft, is wel wat leven in de brouwerij geweest. Een of andere speciale trein, de Rudolf Steiner Express, reed in de loop van een week van Keulen via Berlijn, Rostock, Stuttgart, Dornach-Arlesheim [bij Bazel; daar staat het Goetheanum, waar het internationale centrum van de antroposofische beweging is gevestigd] en Wenen naar Kraljevec [nu in Kroatië, de geboorteplaats van Steiner]. Daarna werd alles weer stil.

Voor het nakende eeuwfeest lijken nog minder mensen warm te lopen. Dáár heb ik tot het moment dat dit stukje naar De Ster moest helemaal niks van gemerkt. Zo’n totale veronachtzaming van wat mij toch een belangrijk historisch moment lijkt, riekt naar de befaamde zonde der nalatigheid. Om iets goed te maken, vraag ik er hier even aandacht voor.

Michaelkerk van de Christengemeenschap in Rotterdam

Ik doe dat vooral met het bijgevoegde plaatje. Het illustreert twee aspecten van Steiner. Ten eerste was hij ook de inspirator voor de Chr istengemeenschap, een ‘beweging tot religieuze vernieuwing’ die in 1922 werd opgericht, en nu in ruim 300 gemeenten in ruim 30 landen actief is. Ten tweede heeft hij naam gemaakt als inspirator voor nieuwe, vaak ‘organisch’ genoemde architectuur.

De illustratie toont de Michaelkerk van de Christengemeenschap in Rotterdam aan de Lumeystraat in Blijdorp, in 1964 – 1966 gebouwd door Henk Hupkes. Omdat het dezer dagen ook kerstmis is, leek dit me wel een geschikt plaatje.

Hugo Verbrugh