“Heeft er nog iemand wat te strijken?” Met die woorden werd ik nog niet zo lang geleden, uit een bus komend, begroet. Ik bevond mij in Zuid-Frankrijk en arriveerde op een stil busstation. Het was mooi weer, de zon scheen en de platanen gaven hun schaduw. Nu sta ik – zoals u weet – open voor de meest uiteenlopende begroetingen, maar in mijn tas zaten vooral shirts met korte mouwen, die prima voor hun eigen gladheid konden zorgen. Wel was ik natuurlijk nieuwsgierig geworden naar wat er zou gebeuren. “Ja, ik”, riep een man in wit overhemd en een donkere broek, “je mag bij mij strijken, de was hangt achter aan de lijn, maar doe het snel, want ik heb deze week niet veel geld!” “Je weet dat ik tegenwoordig € 3,- en niet meer € 2,80 per uur vraag? Maar ik strijk snel, maar je geen zorgen Luc, ik ga gelijk, voor de lunch ben ik klaar.” Einde van het werkoverleg, weg was zij en hij ging door met jeu-de-boulen.

Iemand was zo vriendelijk mij de situatie uit te leggen. Het café naast het busstation was in de loop der jaren geworden tot een plek, waar mensen elkaar ontmoeten om dingen voor elkaar te doen. Soms met gesloten beurs, soms tegen een kleine vergoeding. Klusjes als de hond uitlaten, oppassen, strijken, auto wassen, huiswerkhulp, maar ook in de tuin werken, plukken, een kast in elkaar zetten. Of ze deden het zelf of ze wisten wel wie het kon. Leuk initiatief. Ik ging erbij zitten en bestelde een kopje koffie en een croissant. Tijd om eens goed om me heen te kijken. Het was een grijze bedoening; ik schatte dat er alleen mensen van boven de 60 waren. “Zijn er geen jongeren die klusjes doen?” Vroeg ik. “Er is toch een hoge jeugdwerkloosheid hier?” “Nee, die mogen niet. Zodra een jongere zich meldt, dan zorgen wij ervoor dat hij goed aangekleed is en geld bij zich heeft. Dan kopen we een buskaartje, geven hem adressen van arbeidsbureaus in de stad, duwen hem in de bus en zeggen tegen hem dat hij zonder werk niet terug hoeft te komen!” Helder verhaal. Rare mensen die Fransen!

Eduard Schuringa