Ik reis door Turkije met een heel leuke club mensen. Hoe meer dagen wij met elkaar op trekken des te gezelliger het wordt. In de bus vertelt Wouter een amusant verhaal over hoe hij bijna verdronk. Nadat iedereen is uitgelachen komt Gerrit: “Nou ik heb óók zoiets meegemaakt op mijn boot. Ik reed naar Lemmer met de boot achter de auto op een trailer, en…” Waarop een ander invalt: “Zeg, hoelang gaat dit verhaal nog duren. Je boot ligt nog niet eens in het water.” Hoe het verdrinkingsverhaal van Gerrit verderging is mij helaas ont schoten vanwege het lachen in de bus. Onze gids Dögan heeft een flinke studie vaderlandse geschiedenis achter de rug en met groot enthousiasme ventileert hij zijn kennis.

Ik probeer de interessantste anekdotes er  uit te halen. Bijvoorbeeld dat ons woord ‘tulp’ komt van het Turkse hoofddeksel de tulband. De geschiedenis van het Ottomaanse rijk is interessant, maar nog niet te vertellen in 30 columns. Nee, dan vind ik het leuker om te horen over de bouw van veel flats om Antalia heen. De stukken grond om de stad waren allemaal van nomaden, die er hun beesten lieten grazen. Projectontwikkelaars wilden die grond kopen, maar de nomaden hadden geen interesse in geld. Daarom werd veelvuldig de af spraak gemaakt dat als de projectontwikkelaar de grond kreeg, hij er een flat op zou laten bouwen, waarvan de nomade met zijn hele familie de eerste verdieping kreeg met eventueel op de parterre een winkel. Zodoende was het inkomen van de nomaden verzekerd en kregen ze een mooi huis. De winst van de projectontwikkelaar zat in de verhuur of verkoop van de bovenliggende appartementen en hij hoefde natuurlijk geen grond te betalen. Ondanks het bijzondere karakter van het Turkse Cappadocië zitten er toch ook veel ‘Volendam accenten’ in de reis, gezien onderstaande foto.

Jacques Beket

Cappadocië (4) - Jacques Beket
.