Het afgelopen jaar overleed Arie van der Meijden, neef van Greet Wijs. Hij was getrouwd met een dochter van haar broer Cornelis, ‘Kees’ Wijs. Die werd door de Duitsers op 1 mei 1944 gevangengezet in Kamp Amersfoort. Op 19 mei 1944 werd hij gedeporteerd naar Essen in Duitsland, om dwangarbeid te verrichten. Kees Wijs liet over die periode in zijn leven nadien niets los. Zijn schoonzoon Arie van der Meijden ging op onderzoek. Zie de onderstaande brief aan hem van Eddy van der Pluijm van de Werkgroep Documentatie van Kamp Amersfoort. Greet Wijs wil wereldkundig maken wat haar broer Kees is overkomen. Greet had vier broers. Daar is nog één van over, Leen. Op de groepsfoto van de kinderen Wijs, vermoedelijk gemaakt plm. 1948, naast Greet, vooraan. Achteraan, van links naar rechts de broers Wim, Piet en Kees. Greet: “Dat heeft mijn broer nooit verteld.” Dat de gevangenen in Kamp Amersfoort nummers werden en te kleine klompen kregen, daarover is ze alsnog verontwaardigd en boos, bijna 80 jaar nadien.

Tekst loopt door onder de afbeelding

Greet Wijs

Geachte heer v.d. Meijden,  

Uw aanvraag d.d. 15-02-2022 is naar mij doorgestuurd ter beantwoording. Het ging hierbij om uw schoonvader Cornelis Wijs, geboren op 13-10-1923 te Rotterdam.  Overleden 17 juli 2006 te Rotterdam 

Afgaande op een inschrijfkaart, welke is opgesteld door het Rode Kruis na de bevrijding, moet uw schoonvader op 01-05-`44 zijn binnengebracht in het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort, in de volksmond beter bekend als Kamp Amersfoort. Bij binnenkomst in Kamp Amersfoort moest hij zijn persoonlijke bezittingen inleveren en kreeg in plaats daarvoor de geëigende kampkleding met de daarbij behorende klompen en kampnummer. Het kampnummer van uw schoonvader was 10918. Vanaf dat moment was hij dus niet langer meer Cornelis  Wijs, maar Häftling (gevangene) nr. 10918. De gevangenen verloren dus hun identiteit en werden vanaf dat moment aangesproken met hun nummer, hetgeen zij ook dienden te doen als zij zich moesten melden bij de kampleiding. 

Vanaf de Schreibstube, waar de gevangenen werden ingeschreven en wat zich bevond in het SS-bewakingsgedeelte van het kamp, werd men door de poort naar het gevangenenkamp gebracht. Vandaar ging het dan naar de Bekleidungskammer, waar de gevangenen hun kampkleding en klompen ontvingen. De klompen waren vaak te klein en de kleding (voor zover je van kleding kunt spreken) paste ook niet altijd. Vanuit de Bekleidungskammer ging het vervolgens naar de kapper en vandaar door naar de doucheruimte. Pas daarna kon je naar de toegewezen barak (Block) waar je vervolgens maar een plekje moest zien te vinden, waarvan de beste plek toch wel het bovenste gedeelte van de stapelbedden was. De reden hiervan laat zich raden. 

Gevangenen mochten 1x per maand een brief naar huis schrijven en 1x per maand een brief van thuis ontvangen. Ook was het toegestaan om een postwissel van maximaal 20 gulden van thuis te ontvangen. Met de ontvangen postwissel, die op de kampadministratie werd bijgeschreven, kon men o.a. wat extra voedsel in de vorm van smerige meelkoeken kopen, maar ook moesten de gevangenen betalen voor kwijtgeraakte (lees gestolen) spullen zoals hun muts, mok, lepel enz. enz. Indien een gevangene last had van kiespijn, dan werd hij overgebracht naar de tandarts. Deze diende uiteraard betaald te worden, wat dus mede mogelijk was dankzij de postwissels van thuis die werden omgezet in het zogenaamde kampgeld.  

Gevangenen van Kamp Amersfoort werden ingedeeld in de diverse arbeidskommandos. Dit kon in het bos Kommando zijn, waar de gevangenen bomen moesten rooien t.b.v. het Kleinholz Kommando, Strovlecht Kommando, Aardappelschil Kommando, maar het kon ook in één van de vele andere kommandos zijn. Niets doen was er hoe dan ook niet bij, want dan kwam je terecht in het zogenaamde marcheer Kommando. De gevangenen liepen dan urenlang over de appelplaats rondjes. Het beste Kommando waar je in terecht kon komen was het N.S.F. (Nederlandse seintoestellen fabriek) Kommando. Werkte je in dit Kommando, dan hoefde je in ieder geval één keer minder op appel per dag te staan, kreeg je extra te eten en bovendien werd je betaald voor het werk. 

Op 19-05-`44 werd uw schoonvader op transport gesteld en wel naar het Arbeitsamt (Arbeidsbureau) Essen. Eenmaal daar aangekomen werd hij ondergebracht in het opvangkamp (Auffanglager) Friedrichsfelde in de buurt van Essen. Wat gebeurde was dat er vanuit Essen om arbeidskrachten werd gevraagd. Dit alles had weer te maken met het feit dat de oorlog voor de Duitsers dusdanig slecht verliep, dat men nu zelfs was aangewezen op de mensen die tot dan toe dan wel waren gevrijwaard van frontdienst dan wel ongeschikt waren voor frontdienst, maar nu was het voor de Duitsers alle hens aan dek en moesten zelfs deze mannen zich nu melden. De vrijgekomen arbeidsplaatsen moesten toch opgevuld worden, want de oorlogsindustrie moest wel draaiende blijven. Vandaar dus dat men deze plekken opvulde d.m.v. gevangenen uit de diverse Kampen waarvan Amersfoort er dus één was. Hoe lang uw vader in Duitsland verbleef is bij ons helaas niet bekend, noch is bekend wanneer hij weer is teruggekeerd in Nederland.

Van het verblijf van uw schoonvader in Kamp Amersfoort zijn enkele documenten bewaard gebleven. Deze heb ik uiteraard voor u bij de mail gevoegd. Mocht u of iemand binnen de familie nog over documenten beschikken m.b.t. zijn verblijf in o.a. Kamp Amersfoort (brieven, Entlassungsschein, een foto uit die tijd t.b.v. ons project “Geef gevangenen een gezicht”), hoop ik dat u bereid bent deze met ons te delen. Liefst digitaal! Tevens vernemen wij graag, indien van toepassing, op welke datum en in welke plaats uw schoonvader is overleden. Met hartelijke groet, Eddy van der Pluijm – Werkgroep Documentatie. Zie ook: www.kampamersfoort.nl


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.