Gaan Duitse springruiters voor vierde maal op rij winnen?
Het begint te lijken op een jaarlijkse herhaling van zetten, maar we kunnen er niet onderuit dat ook de 66e editie van het CHIO, die op woensdag 18 juni van start gaat, topsport van het hoogste niveau belooft te bieden. Het gaat erom spannen in de Kralinger Hout.
door Han de Gruiter
Op twee fronten wacht een serieus gevecht in het kader van de FEI Nations Cup, waarbij het deze keer niet alleen om het spel gaat maar vooral om de knikkers. Los daarvan biedt het CHIO zowel ruiter als amazone een van de laatste kansen zich in de kijker te rijden, zo kort voor de Wereldruiterspelen. Op zondag is er dan ook nog de Grote Prijs van de Rotterdamse Haven, sinds jaar en dag een spektakelnummer van formaat, dat de crème de la crème van de internationale ruitersport trekt, zoals één blik op de erelijst bevestigt. Het prijzengeld is dan ook niet te versmaden. Zoals eerder gemeld, maakt de complete Top Tien van de huidige wereldranglijst zijn opwachting in Rotterdam.
Barcelona
De landenwedstrijd dressuur bestaat uit de vaste onderdelen Grand Prix, Grand Prix Spécial en Kür op muziek. Het feest begint al meteen op donderdag. Het volledige programma per dag treft u elders in deze Ster aan. Voor de springruiters is traditioneel weer de vrijdag gereserveerd. Acht teams, elk uit vier ruiters en/of amazones bestaande, lopen dan twee verschillende parcoursen waarbij elke springfout vier strafpunten kost en tijdsoverschrijding één. Het slechtste van de vier resultaten per omloop wordt geschrapt. De equipe die na beide parcoursen het laagste aantal strafpunten heeft, is winnaar en incasseert de meeste kwalificatiepunten voor de finale van de strijd om de Furusiyya FEI Nations Cup, die zich tussen 9 en 12 oktober zal afspelen in Barcelona. Voor die eindstrijd kunnen zich in de lokale voorronden twintig landen plaatsen, één uit het Midden- Oosten, drie uit Noord/Centraal-Amerika & Carribean, acht uit de eerste Europese divisie en acht uit de tweede.
‘Om het eggie’ in Rotterdam
Elk van de acht toplanden, onder meer Nederland, verplichtte zich dit jaar deel te nemen aan een reeks van acht toonaangevende concoursen: Lummen (plaatsvervanger van het afgehaakte Aken), La Baule, Rome, St.-Gallen, Rotterdam, Falsterbo, Hickstead en Dublin. Aan vier van die evenementen mag een land ‘om des keizers baard’ meedoen, bijvoorbeeld om ook jongeren eens startgelegenheid op topniveau te kunnen bieden, in de resterende vier, zelf aan te duiden toernooien gaat het echter om belangrijke kwalificatiepunten voor de finale van de Nations Cup. Dat de keuze van Nederland op onder meer Rotterdam viel, zal niemand verbazen. De andere plekken waar Oranje ‘om het eggie’ zal strijden of al heeft gestreden, zijn Rome, Falsterbo en Hickstead. Rome ligt inmiddels achter ons. Zowel in Lummen, La Baule als St.-Gallen verscheen bondscoach Rob Ehrens met een (excusez le mot) soort zomeravondploeg, dat wil zeggen jongeren zonder ervaring. De resultaten waren ernaar. Alleen Rome zag de grote Nederlandse kanonnen van dit moment aan de start (Jeroen Dubbeldam met Zenith Sfn, Maikel van der Vleuten met VDL Groep Verdi N.O.P., Jur Vrieling met Vdl Bubalu en Gerco Schröder met Glock’s London), wat meteen de tweede plaats achter België (met Ludo en zoon Nicola Philippaerts) opleverde plus een premie van 40.000,-.
Concurrentie bij de vleet
Wie de klus straks in de Kralinger Hout mogen opknappen, is bij het ter perse gaan van deze Ster nog niet onthuld, althans niet aan de redactie, maar kijk niet gek op wanneer het kwartet amper zal afwijken van het viertal dat met rijke buit terugkeerde uit Rome. Of Ehrens zou ervoor moeten kiezen Harrie Smolders weer eens op te stellen. Zou de ploeg nauwelijks verzwakken. Aan tegenstand zal het Oranje anders niet ontbreken doordat ook de Duitsers, Fransen, Ieren en Zwitsers ervoor hebben gekozen Rotterdam als jachtterrein voor diezelfde kwalificatiepunten aan te wijzen. We gaan het toch niet beleven dat de oosterburen na drie zeges op rij andermaal de volle buit wegkapen?
recent commentaar