‘Ja hoor, het zijn vrienden van mij’

Een 49-jarige Kralinger moet zich binnenkort bij de meervoudige strafkamer verantwoorden voor een poging doodslag, gepleegd in december 2012 in een woning aan de Chris Bennekerslaan.

Onder de vier aanwezigen was een jongedame, hetgeen tot jaloezie leidde bij de anderen. Volgens raadsman mr. M. Iwema handelde zijn cliënt uit noodweer bij de knokpartij. Hij zou met de achterkant van een Rambomes op zijn achterhoofd zijn geslagen en later op het politiebureau door een arrestantenbegeleider zijn verbonden. In hun verklaringen reppen de andere aanwezigen in de flatwoning geenszins over de klap met het mes. Wel zagen ze de Kralinger zelf een mes in een rug steken.

“Dat is niet gebeurd. Ze liegen”, hield de verdachte onlangs vol bij de politierechter. “Het slachtoffer had inderdaad een klein oppervlakkig sneetje in zijn rug, maar dat was zeker niet levensbedreigend en de verdachte weet niet hoe de man daaraan gekomen is”, aldus de raadsman. Hij verzocht de arrestantenbegeleider de getuigen en het slachtoffer naar de rechtszaal te halen, zodat ze konden worden bevraagd. “Ziet u die mensen nog weleens?” wilde de rechter weten. De Kralinger: “Ja hoor, het zijn vrienden van mij.”

Door de zwaarte van de aanklacht ‘poging doodslag’ kondigde de politierechter – die celstraffen tot maximaal een jaar kan opleggen – aan de strafzaak over te dragen aan de zwaardere meervoudige strafkamer. Daar kunnen zwaardere celstraffen worden opgelegd. “Als de aanklager nu het verwijt omzet in een ‘poging toebrenging zwaar lichamelijk letsel’, zou u de zaak kunnen afhandelen”, probeerde de raadsman nog. Maar de officier van justitie voelde daar niets voor, gaf ze aan. Onbekend is wanneer de strafzaak wordt afgehandeld.

(van onze rechtbankverslaggever)