Met verbijstering heb ik kennis genomen van het feit dat er inwoners van Rotterdam zijn die zich keren tegen een parkeergarage. Nu is er wel een Frans gezegde dat zegt ‘alles begrijpen is alles verontschuldigen’ of zoiets, maar ik vind het ongepast. Dat komt natuurlijk omdat ik – en dat is algemeen bekend – een tegenstander ben van geparkeerde auto’s in de straat. Dat hoort niet. Op de straat moet je rijden en indien nodig stoppen of wachten, maar niet parkeren. Dat hoort op speciale plaatsten zoals parkeerplaatsen of liever nog parkeergarages. U zult het toch met me eens zijn dat een straat zonder geparkeerde auto’s veel mooier is dan met? Zo vind ik ook dat woonboten niet thuis horen in onze waterwegen. Het zijn waterwegen en op wegen woon je niet. Dat er woonboten liggen in de talrijke meren die we hebben, oké. Het is niet mooi, ik heb er niets tegen, maar wegen zijn om A met B te verbinden en niet om op te wonen of te parkeren.

Om die reden hoopte ik juist dat ons sterke stadsbestuur voor goedkope parkeergarages zou zorgen. Ook goed voor het milieu. De auto in de garage en de bestuurder in het OV. Beter kan toch niet? Maar nee hoor, een stelletje bewoners zijn tegen en het stadsbestuur doet in zijn broek en blaast het af. Laat de auto’s gewoon in de straat en ontmoedigt het parkeren ook nog eens door het overal duur betaald te maken. Als dat zo doorgaat wordt autorijden goedkoper dan parkeren. Gelukkig hebben we nog genoeg invloed op de klimaatlobby om zelfs dan nog groen te heten, maar het is niks. Kom op gemeenteraad! Het is dat ik het te druk heb met kerstmis, maar eigenlijk zou ik een kerstactie moeten starten. Een van mijn vrienden heeft dat gedaan – voor zwerfkatjes als ik me goed herinner – en hoewel hij geen katje heeft gered is hij van het geld stil gaan leven op de Bahama’s. Maar terug naar onze kerstacties. ‘Een dak voor iedere auto’ zou ik die actie graag willen noemen, als ik deze zou starten. Maar dat doe ik toch maar niet. Stil leven op de Bahama’s spreekt mij niet erg aan. Een vrolijke kerst gewenst allemaal.

Eduard Schuringa