Het is echt een beeld uit ‘de goede oude tijd’, de foto bij dit stukje. Een kind zit met iemand anders ‘Mens erger je niet’ te spelen. De actie, haar concentratie op het spel, de vreugde die ze eraan beleeft – het stráált allemaal van haar af. Veel lezers, vooral oudere, zullen het herkennen. Oud en nieuw komen hier samen – zowel in de twee personen als in de zaak waar wij samen mee bezig zijn. Van mij, een van de beide grootvaders van Andrea, is alleen de ene hand te zien waarmee ik de dobbelsteen hanteer, onze kleindochter zelf demonstreert in vol ornaat waar het in dit stukje over gaat: de mens is HOMO LUDENS – het enige wezen in het rijk van de levende wezens dat zijn levensweg zoekt in het midden tussen de blinde overlevingsdrang die in alle mensen en dieren leeft, en vrijblijvend plezier maken.
Het is een klassiek concept, het idee van de ‘homo ludens ‘ (Latijn voor ‘spelende mens’), het mensbeeld waarin de mens eerst en vooral een spelend wezen is. Wikipedia vat het perfect samen:
‘De oudst bekende vermelding van de term is de titel van het boek Homo ludens, een algemeen cultuurwetenschappelijk werk uit 1938 van de Nederlandse historicus Johan Huizinga, die wereldwijd grote bekendheid verwierf met zijn cultuurhistorische werk Herfsttij der Middeleeuwen. Zoals de titel al doet vermoeden gaat Homo ludens over het belang van het spe(e)lelement van cultuur en samenleving. Het spel zou een noodzakelijke voorwaarde zijn voor het voortbrengen van cultuur.’
[Hier ga ik verder dan Wikipedia. Niks ‘… zou … zijn’. Spel IS het levende evenwicht tussen enerzijds denken, weten, leven in de persoonlijke binnenwereld, en anderzijds willen, doen, handelen, leven in de concrete boze buitenwereld. Maar in de volgende zin gaat Wikipedia weer helemaal goed verder:] ‘In Homo ludens beschreef Huizinga een onbeschaafd en verwerpelijk puerilisme in contrast met de door hem geïdealiseerde ernst in het spel van politiek en cultuur.’
Met dit woord ‘puerilisme’ wordt het onderwerp van dit stukje nog op een andere manier actueel. Huizinga had dit woord eerder bedacht om de kinderachtigheid en kwajongensachtigheid in de politiek aan te duiden. Dagelijks leren wij nu uit de media hoe de actualiteit van dit begrip sindsdien eerder toe- dan afgenomen is. En in Homo Ludens heeft Huizinga deze gedachte dus verder uitgewerkt en stelt hij dat alles wat wij mensen samen doen, spel is. Het spel is in wezen ernstig en de inzet kan hoog zijn, maar het spelkarakter blijft.
Hoe actueel dit idee van de spelende mens op zichzelf is, wordt gruwelijk overtuigend weergegeven in twee recente artikelen in NRC Handelsblad: (1) Eugénie de Bresser ‘Nutteloos, onderwijs voor de allerkleinsten: Aandacht voor taal en rekenen is bij peuters en kleuters verloren moeite. Verstoor vooral hun vrije spel niet met allerlei toetsen. En licht ouders daarover beter voor’, 13 augustus, en (2) Agali Mert: ‘Spelen is meer dan alleen maar een leuk tijdverdrijf’, 17 augustus.
Volgende week ga ik in de digitale editie van De Ster verder hierop door. De foto bij dit stukje is van Jeroen Middeldorp.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
[wysija_form id=”1″]
recent commentaar