Afgelopen zaterdag had de NRC een column van Tommy Wieringa die bijzondere aandacht verdient. De aanhef voorspelt al weinig goeds: ‘Désanne van Brederode schreef onlangs in Trouw een inzichtelijk essay over de schaduwzijden van de antroposofie (Zie trouw.nl/religie-filosofie/desanne-van-brederode-is-verbijsterd-corona-drijft-antroposofen-in-extreemrechtse-armen, voeg ik toe). Van Brederode, schrijver en zelf antroposoof, verbaasde zich erover dat zoveel antroposofen zich in coronatijd gevoelig toonden voor complottheorieën en nepnieuws. … Van Brederode was teleurgesteld, ze had duidelijk meer verwacht van haar geloofsgenoten.’
En dan komt het: ‘Mij verbaasde het niet. Wantrouwen jegens de wetenschap, esoterische gevoeligheid en occulte dwalingen zitten nu eenmaal in de antroposofische leer ingebakken’, noteert Wieringa.
Mij verbaast het niet dat Wieringa zo schrijft. Hij heeft een unieke tweeslachtige relatie met de antroposofie; ik heb er eerder over geschreven, zie desteronline.nl/tommy-wieringa-columnist-nrc-ademt-zuiver-de-geest-van-rudolf-steiner/#comment-17682.
Maar wat 8 mei in de NRC stond, is een ander verhaal. Ik documenteer mijn oordeel aan één passage:
‘In haar essay merkte Van Brederode op dat in Duitsland antroposofen onlangs samen met extreemrechts demonstreerden tegen de coronamaatregelen. Hun argumenten waren niet van elkaar te onderscheiden. Het was een ontmoeting van oude bekenden: nazi-kopstukken als Rudolf Hess en Heinrich Himmler herkenden in Rudolf Steiner al een geestverwant, met zijn theorieën over raszuiverheid, esoterische geneeskunst en biologisch-dynamische landbouw. In 1933 begon Steiners toegewijde metgezel Erhard Bartsch een biologisch-dynamische vereniging onder protectie van Hess. Het Blut und Boden van de nazi’s sloot naadloos aan bij de mystiek-romantische band tussen ziel en grond van de antroposofie. De door Bartsch beheerde firma Demeter leverde aan het Rudolf Hess-ziekenhuis. In Dachau en andere kampen beheerde de SS biologisch-dynamische proefboerderijen. Niets fascistisch is de antroposofie kortom vreemd. Ik zal aan de groene vingers van de SS denken als ik nog eens peultjes van Demeter koop.’
Zó werkt Tommy Wieringa. Met nietsontziende zelfverzekerdheid verkondigen wat je meent te weten, zonder enige argumentatie of discussie. Ik ga dan ook niet proberen een inhoudelijke reactie te schrijven.
Iets anders moet wel. De NRC heeft algemeen expliciet de status van een kwaliteitskrant. Een van de kenmerken van zo’n krant is dat columnisten in hoge mate vrij zijn. Maar er is ook de functie van eindredacteur. Die stuurt onder meer columnisten aan. En als een columnist schrijft over een onderwerp waar hij persoonlijk intens bij betrokken is, wordt de eindredacteur even alert. Met name controleert hij dan of er geen feitelijke onjuistheden in de tekst staan. En dat is hier in veel opzichten helemaal fout gegaan. Rudolf Hess probeerde te bemiddelen tussen antroposofie en nazisme, Heinrich Himmler was een bezeten tegenstander van zowel de antroposofie als van zijn mede-nazi’s die bepleitten dat antroposofie en nationaal-socialisme konden samengaan, en met Erhard Bartsch ligt het genuanceerder dan Wieringa hier aanduidt. Over hem is onder meer bekend dat hij ‘wurde, unter anderem mit der Begründung Sabotage … zweimal im Gestapo-Gefängnis am Alexanderplatz in Berlin inhaftiert.’ Dat en nog veel meer is te vinden in het boek van Uwe Werner ‘Anthroposophie in der Zeit des Nationalsozialismus (1933-1945), R.Oldenburg Verlag, München 1999, 473 bladzijden.
In mijn jonge jaren had de Nieuwe Rotterdamsche Courant de reputatie een betrouwbaar medium te zijn. Die reputatie lijkt nu herzien te moeten worden.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
Beste Hugo,
Je loopt wat achter met je literatuur. 1999 is al een hele tijd geleden.
In 2013 verscheen dit artikel van Peter Staudenmaier, helemaal gebaseerd op gedegen bronnenonderzoek.
Daarin lees je iets heel anders: https://academic.oup.com/envhis/article/18/2/383/405460
Je zult je opvatting moeten herzien.
Hartelijke groet!
Als ik probeer het artikel van Staudenmaier te openen, krijg ik alleen dit:
‘Abstract. The controversy over the nature and extent of official support for organic agriculture in Nazi Germany has generally focused on the minister of agriculture, R. W. Darré, and his putative endorsement of biodynamic farming. By shifting focus from the figure of Darré to other sectors of the Nazi hierarchy, this article reexamines a contested chapter in the environmental history of the Third Reich. Using previously neglected sources, I trace several important bases of institutional support for biodynamic agriculture spanning much of the Nazi period. Both the biodynamic movement and the Nazi Party were internally heterogeneous, with different factions pursuing different goals. While some Nazi agencies backed biodynamic methods, others attacked such methods for ideological as well as practical reasons, particularly objecting to their occult origins. The article centers on the political dimension of these disputes, highlighting the relative success of the biodynamic movement in fostering ongoing cooperation with various Nazi organizations. I argue that the entwinement of biodynamic advocates and Nazi institutions was more extensive than scholars have previously acknowledged.’, gevolgd door ‘You do not currently have access to this article.’
Ik houd me aanbevolen voor verdere hulp en ondersteuning.
Wieringa: ‘MET EEN MACHINEGEWEER NAAR ZO EEN ANTROPOSOFISCHE SCHOOL GAAN TIJDENS HET SPEELKWARTIER’
Zie: https://vrijeschoolpedagogie.com/2019/04/17/vrijeschool-opspattend-grind-maten-65/
AFRONDING WIERINGA 15 MEI
15 mei was het een week nadat Wieringa deze column gepubliceerd had. Ik rond af.
() In zijn zaterdagse rubriek ‘ Wat schreven de lezers deze week aan de redactie Opinie? Een indruk’ schreef Peter Vermaas chef Opinie: ‘Onder de kop Groene vingers schreef Tommy Wieringa vorige week over de „schaduwkanten” van de antroposofie. Hij had zijn schooltijd „grotendeels onder antroposofen doorgebracht” en was niet verbaasd dat antroposofen zich in coronatijd ontvankelijk tonen voor complottheorieën of nepnieuws. De column schoot veel lezers in het verkeerde keelgat. We ontvingen ruim dertig brieven van mensen die het opnamen voor Rudolf Steiner, zijn leer in het algemeen of de Vrije School in het bijzonder. Een aantal daarvan is gepubliceerd, maar zoals altijd moesten we scherp kiezen. Dat maakt de andere brieven niet minder interessant.
Wieringa’s column „ademt een verstikkende onverdraagzaamheid”, meent Willem Jan Coenen. Hij vindt dat hij zijn „positie als columnist” heeft misbruikt. „Door de gekleurde bril van je persoonlijke ervaringen blijk je dus een wereldbeschouwing, die aantoonbaar veel goeds bracht, te kunnen desavoueren en ‘kaltstellen’”, vindt ook Els IJsselmuiden. Die persoonlijke ervaring heeft volgens Marcel Hulst overigens wel tot goede literatuur geleid: Engel Eleveld uit Wieringa’s Joe Speedboot zou als karakter „niet misstaan in een van de voordrachten van Steiner, die vooral de mens als thema had, in al zijn falen en (on)beperkte mogelijkheden”, schrijft hij.
Vooral de verwijzingen naar het nazisme vielen slecht. „Antroposofen zijn geen fascisten”, schrijft Pieter Hoogenraad. Als Wieringa, zoals hij schreef, bij het kopen van biologisch-dynamische peultjes aan de SS moet denken, dan legt hij zichzelf wel meer beperkingen op, sneert Lútsen Kooistra: Hugo Boss, Volkswagen, de NS, Bayer… allemaal bedrijven die „echt niet meer kunnen”.
Antroposofen, schrijft Wil Uitgeest, zijn net mensen. „Je hebt ze in alle soorten en maten. Er zitten zeker verdwaasde types tussen. Maar ook opmerkelijk veel briljante.”
() Het ‘aantal’ brieven dat wel gepubliceerd is bedraagt drie, van: 1) Toon Schmeink, Driebergen, 2)
Gerrie Strik, rector Vrije Hogeschool Zeist en 3) Bert van Ruitenbeek directeur Stichting Demeter
() Aan enkele vrienden binnen de Antroposofische Vereniging schreef ik: ‘Jullie begrijpen, met permissie, er niets van. Wieringa is onaantastbaar. je moet de NRC pakken – dáár zit de ellende. Twee zoetsappige briefjes in de NRC, hou toch op … . Wees zo goed en neem kennis van wat ik zojuist in De Ster schreef:
() Michiel Gastkemper, hoofdredacteur van Motief, uitgave voor leden van de Antroposofische Vereniging in Nederland, reageerde – zie hierboven. Hèm antwoord ik nu: ik heb zowel Staudenmaier’s tekst waar jij naar verwijst als verschillende andere publicaties van hem doorgelezen; ik kan geen enkele passage vinden die aannemelijk maakt dat Erhard Bartsch een ’toegewijde metgezel’ van Steiner genoemd zou kunnen worden. Bartsch leerde Steiner kennen in de befaamde landbouw-cursus in Koberwitz in 1924; enige maanden later stierf Steiner. Ik wil mijn opvatting gaarne herzien en nodig hierbij jou in je functie van hoofdredacteur van het blad van onze vereniging [waarvan ik langzamerhand vermoedelijk in zowel leeftijd als anciënniteit een van de oudste leden ben] daartoe een forum [om papierverspilling te vermijden in cyberspace] te creëren.
Met name Staudenmaier verdient veel aandacht. Zijn proefschrift (2010) ‘Between Occultism and Fascism: Anthroposophy and the Politics of Race and Nation in Germany and Italy, 1900-1945’ is
via onderstaande link te vinden is telt ruim 500 bladzijden, Steiner wordt 2.328 (tweeduizend drieonderachtentwintig ) maal genoemd
https://ecommons.cornell.edu/bitstream/handle/1813/17662/Staudenmaier%2c%20Peter.pdf?sequence=1&isAllowed=y
Hum, Hugo, het verbaast me wat je schrijft: ik kan geen enkele passage vinden die aannemelijk maakt dat Erhard Bartsch een ‘toegewijde metgezel’ van Steiner genoemd zou kunnen worden. Lees dan deze officiële biografie eens: http://www.biographien.kulturimpuls.org/detail.php?&id=39. Daar staat onder meer dit: 1913 hörte er erstmalig einen von Vortrag von Rudolf Steiner, der Vater ermöglichte eine persönliche Begegnung mit ihm. En verderop: Schon als Soldat studierte er die Werke Steiners und nutzte 1919 einen Urlaub, um in Stuttgart Vorträge zur sozialen Dreigliederung zu hören.
Dit is een zinvolle aanvullende correctie – dank! MAAR (1) ik lees ook dat Bartsch al in 1941 zich van de nazi’s afkeerde en (2) dat geeft weer steun aan mijn bezwaar om hem een een ‘metgezel’ van de dus met nazisme besmette Steiner te noemen, EN (3) dit alles geeft steun aan mijn uitnodiging aan jou als hoofdredacteur van Motief.
Ik zie niet in waarom je de geschiedenis geweld wilt aandoen, Hugo. Behalve dan dat je die niet voor waar wilt houden. Deze is dan ook uitermate pijnlijk.
Het volgende haal ik letterlijk uit Peter Staudenmaier, Organic Farming in Nazi Germany: The Politics of Biodynamic Agriculture, 1933–1945, in Environmental History, Volume 18, Issue 2, April 2013, Pages 383–411. Ik verwees hiernaar al in mijn eerste reactie.
The lead article in the September 1940 issue of Demeter declared that the task of the biodynamic movement was to “awaken love for the soil and love for the homeland: This must be our goal and our lofty mission, to fight together with our Führer Adolf Hitler for the liberation of our beloved German fatherland!” (p.389)
The leaders of the biodynamic movement were committed anthroposophists. Bartsch in particular was outspoken in promoting Steiner’s esoteric worldview as a profoundly German counterweight to the materialism of the modern world and a bulwark against “the occult powers of the West.” According to Bartsch, anthroposophy represented “a courageous struggle against the most dangerous enemies of the German spirit, of the German soul, of the German people.” In addition to biodynamic farming, Bartsch championed the full panoply of anthroposophical causes, from Waldorf schooling to Steiner’s variety of holistic healing. Each of these endeavors found supporters as well as adversaries within the Nazi apparatus. (p.393)
Heydrich dissolved the Anthroposophical Society in Germany in November 1935, and he hoped to extend this into a ban on all anthroposophical activities. At Hess’s urging, however, Himmler forbade any measures against the biodynamic movement less than a month later. In a sense, anthroposophy’s successes after 1933 were also its downfall. Nazi officials suspicious of esoteric groups begrudged Steiner’s followers their cozy relationship with other Nazis sympathetic to Waldorf schools or biodynamic farming or anthroposophical medicine. The tug of war between pro-anthroposophical and anti-anthroposophical factions within the regime culminated in 1941 when Hess’s flight to Britain provided Heydrich the opportunity to unleash a full-scale “Campaign against occult doctrines and so-called occult sciences.” The Reich League for Biodynamic Agriculture was dissolved in June 1941, and Bartsch and other representatives of the movement were temporarily imprisoned. This was not, however, the final blow against biodynamic efforts in the Third Reich. The June 1941 actions removed the anthroposophical version of organic farming from public view but scarcely eliminated it. Biodynamic initiatives continued apace under the unlikely protection of Himmler and the SS (Schutzstaffel, the Nazi paramilitary corps).
Since the beginning of the war, biodynamic growers had been collaborating with the SS on various projects including plans for agricultural settlement and colonization in the occupied East. In these settlement plans, Slavic populations were to be displaced by ethnic German farmers in an agrarian empire under Nazi rule. Biodynamic leaders saw the war as their chance to step forward in support of the German cause and as an auspicious occasion to reshape eastern lands along organic lines. As early as October 1939, a month after the invasion of Poland, the SS requisitioned a large estate in the occupied province of Posen to turn it into an agricultural training facility based on biodynamic principles, with the active cooperation of the Reich League for Biodynamic Agriculture. Himmler’s own attitude toward biodynamic farming remained ambivalent; he rejected its anthroposophical foundations but appreciated its practical potential as an alternative to conventional techniques. After the June 1941 crackdown, he ordered the agricultural sections of the SS to continue working with biodynamic methods, in cooperation with Bartsch, Dreidax, and their colleagues, but to keep these activities unobtrusive. The SS consequently used the term “natural farming” (naturgemäßer Landbau) to designate organic agriculture. (p.394)
The head of the DVA’s agricultural section was SS officer Heinrich Vogel, a determined proponent of biodynamics even in the face of resistance from other sectors of the SS. He and Pohl insisted on relying on Bartsch’s anthroposophical colleagues, and in July 1941 the SD relented, with the assurance that former members of the Reich League for Biodynamic Agriculture would not spread Steiner’s teachings. The centerpiece of the DVA biodynamic operations was the sizable plantation at Dachau, which produced medicinal herbs and other organic goods for the SS. As at Ravensbrück, the labor on the Dachau biodynamic plantation was performed by camp inmates. From 1941 onward, the Dachau operation was overseen by anthroposophist Franz Lippert, a leader of the biodynamic movement from its beginnings and head gardener at Weleda from 1924 to 1940. Shortly after taking over the Dachau plantation Lippert joined the SS, and in 1944 he received special recognition and a bonus for his work there. Lippert published a book for the SS in 1942 based on his work at Weleda and Dachau.
One of the tasks of the Dachau plantation was to train “settlers” for the Eastern territories, part of SS plans to use biodynamic cultivation in the environmental and ethnic reordering of the East. Biodynamic leaders participated actively in these efforts, obtaining preferential treatment from the DVA and other SS agencies in return. In addition to Bartsch, Schwarz, and Remer, this initiative included Peuckert, director of the Reich Office for Agrarian Policy, who supplied forced labor from occupied lands for wartime agricultural production, and anthroposophist SS officer Carl Grund, who was specially commissioned by Himmler to assess biodynamic farming in the conquered Russian provinces in 1943. On Himmler’s orders, Grund was given exceptional prerogatives as an expert for “natural farming” in the East. Himmler directed that former members of the Reich League for Biodynamic Agriculture be engaged in the reorganization of agriculture in the Eastern territories and thus contribute to the “practical work of reconstruction” being carried out by German forces. The DVA was still putting resources into its biodynamic projects as late as January 1945, and SS sponsorship of biodynamics continued until the camps were liberated. (p.395-396)
Je ziet niet in waarom ik ‘de geschiedenis geweld (zou willen) aandoen, … . Behalve dan dat (ik) die niet voor waar (zou willen) houden. Deze [?bedoel je met ‘Deze’ de geschiedenis van de b.d. landbouw en alle verhalen eromheen?] is dan ook uitermate pijnlijk.’ Dat laatste ben ik dan zonder voorbehoud met je eens – omgekeerd meen ik over mezelf te mogen zeggen dat ik nimmer de geschiedenis ‘geweld’ heb ‘aangedaan’… – maar jij weet, naar ik aanneem ongeveer evengoed als ik hoe moeilijk de omgang met het verleden daadwerkelijk is.
Nou, Hugo, eerst schrijf je dat de benaming toegewijde metgezel die Wieringa gebruikt voor Erhard Bartsch misplaatst vindt, Bartsch zou Steiner nauwelijks kennen. Als ik je laat zien dat Wieringa dat niet uit de lucht heeft geplukt, schrijf je dat je hebt gelezen dat Bartsch zich al [!] in 1941 van de Nazi’s afkeerde. Ook dat moet ik ontzenuwen, notabene met de tekst van Staudenmaier die ik je van het begin af heb aangedragen en waarvan jij schrijft dat je die hebt gelezen. Dan ga ik me toch echt afvragen wat jij voor waar houdt, sorry voor deze onbeschaamdheid. Tommy Wieringa weet heel goed over welke historie hij schrijft, ook al plant hij dat onterecht op het heden.
Dit begint uit de hand te lopen … – ik beraad mij … – zodra ik iets zinvols bedacht heb, meld ik mij weer …
Ik vind het verbijsterend dat de meeste mensen op een zeer kinderlijke wijze naar de wereld kijken waarbij politiek rechts het eeuwige kwaad is en complotdenkers of gevoelsmensen heel hard veroordeeld dienen te worden. Ook verbijsterend en ontzettend kortzichtig om Steiner’s kijk op rassen gelijk te stellen met die van de Nazi’s. Die hebben volgens mij niets met elkaar te maken, dan wil je echt het slechte zien in Steiner.
Het is niet wezenlijk anders of je in complotten gelooft of in de overheid en de media. Dat heeft volgens mij vooral met je wereldbeeld te maken. Alleen het zijn wel vooral de mensen die niets mis zien met de huidige gang van zaken die de andere groep sterk veroordeeld. Het is een hele ingewikkelde tijd en er gebeuren veel dingen die sommigen niet kunnen negeren. Mensen kunnen getriggerd raken en de een zal nog harder vastklampen aan het ‘normale’ en de ander zal nog verder doorschieten in het ‘afwijkende’. Maar wie er ook uiteindelijk gelijk heeft, je kan het niemand echt kwalijk nemen wat hij of zij gelooft, maar dat gebeurt nu wel. Alsof iedereen die het normale verhaal over corona gelooft normaal is, dat is natuurlijk allesbehalve het verhaal.