Het  is zondag begin van de ochtend als ik aan dit stukje begin te tikken. Nederland is nog steeds helemaal in de ban van ‘sneeuwvermaak en ijspret’, zoals het heet. ‘Geen buitenlander kan zich een begrip vormen van ’t vermaak op een Nederlandsche ijsbaan’, haal ik uit ‘De volksvermaken’ (1871) van Jan (of Johannes) ter Gouw, schoolhoofd en geschiedenisschrijver. Aan mij is dit alles uitdrukkelijk niet besteed. Integendeel. In deze dagen is quarantaine voor mij geen bezwaar. Telkens klik ik even op Buienradar om hoop en troost te vinden inzake de nakende toekomst. Telkens komt vanuit het Westen goed nieuws. Dinsdag, als deze column in de digitale brievenbus van de lezers zal zijn, zal het buiten beter zijn. Binnen zal het dan niet beter zijn – althans wat onze corona-toestanden betreft. Integendeel, en alles wijst erop dat het zowel in de nabije als in de wat verder weg liggende toekomst alsmaar erger niet beter zal worden. Het begint gaandeweg te gek voor woorden te worden.

Ik heb nu even geen … – nee, ik heb verder de rest van de dag helemaal geen tekst (en mijn stukje moet vandaag nog naar De Ster); maar ik weet waar ik het over heb. De melancholia-agitata waar ik vorig jaar 10 november over schreef (desteronline.nl/melancholia-agitata) imiteert het virus en krijgt de ene variant na de andere. De belangrijkste variant lees ik in de NRC van 12 februari (column van Christiaan Weijts): ‘Zou de Duitse variant ook bij ons rondgaan? Ik doel op de variant onthuld door Die Welt: wetenschappers waren door de politiek aangespoord om de pandemie wat angstaanjagender te becijferen, om strengere maatregelen bij doodsbange burgers door de strot te duwen. Vreemd genoeg lijkt het bij ons eerder omgekeerd. Met knikkende knietjes kijken OMT-leden naar de aankomende verkiezingen. Stel het uit, het is een besmettingsrisico, waarschuwen die wetenschappers, wat juist de polítici bij ons overdreven vinden. Als één minuutje in een hokje staan, met eigen stempotloodjes, met maskers, met spatschermen, verdeeld over drie dagen, met extra volmachten en mogelijkheid voor poststemmen voor 70-plussers, nog steeds een levensgevaarlijke expeditie is, dan is een brood kopen bij de bakker dat ook.’

‘… de bakker …’: DAT geeft mij de associatie om van dit stukje voor De Ster toch nog iets te maken. Zondagavond direct na het Achtuurjournaal was ‘de finale van Heel Holland Bakt!’ (officiële aankondiging). ‘Eric, Elizabeth en Thijs bepalen wie zich de beste thuisbakker van Nederland mag noemen. In de vooraankondiging zag ik André van Duin een dansje maken en toen viel het kwartje. De rest van het verhaal staat op het plaatje. Pieter en Hans tutoyeren mij namens de Rijksoverheid en ik roep in een innerlijke echo terug: ‘Weet je wat je doet? Je bekijkt het maar’. Ze vinden het ‘begrijpelijk als je vragen hebt’, en de antwoorden liggen al klaar: zo efficiënt werkt het Covid-bestrijdingssysteem.

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.