Er was eens een psycholoog die zo streng-wetenschappelijk als mogelijk het gedrag van mensen wilde onderzoeken. Dat kan alleen door experimenten te doen. Met mensen kan dat niet echt goed; dat is ethisch niet verantwoord. Daarom zette hij een experiment met dieren op. Hij nam twee vossen en een kip en instrueerde deze drie [een oneven getal!] dieren zó, dat ze samen democratisch moesten beslissen wat ze op het menu van hun avondmaaltijd zouden zetten.

De wereldberoemde Nederlandse psycholoog Diederik Stapel zou de uitkomst vooraf geweten hebben, maar deze aanhef van mijn stukje is niet bedoeld als jokkernij. Het is bloedserieus. In de dagen dat ik dit stukje schrijf zindert door Nederland dat VVD en PvdA samen in de Tweede Kamer evenveel zetels zouden hebben als de PVV: 2 x 30 van de 150. Tel uit je winst.

Over twee weken en één dag zijn hier en overal elders in dit land de gemeenteraadsverkiezingen. Daar zal een ander verhaal verteld worden dan op 12 september 2012 toen wij de Tweede Kamer mochten samenstellen – maar intussen …

spijkerschriftIntussen zijn we anderhalf jaar verder en bieden die gemeenteraadsverkiezingen een … – ja wat bieden die eigenlijk?

Voor mij bieden ze een uitgelezen gelegenheid om kenbaar te maken dat in de afgelopen tijd iets nieuws is gebeurd dat misschien uitzicht biedt op de echte veranderingen die nu nodig zijn. Ik bedoel de komst in het Nederlandse politieke landschap van de Libertarische Partij. Die doet in een aantal gemeenten mee; in Rotterdam is ze lijst 13. Ik ga op ze stemmen, en ik ga in de rest van dit stukje en in de beide volgende stukjes in De Ster uitleggen waaròm.

Eenvoudig is dat niet. De parabel van de psycholoog en de drie dieren in de aanhef van dit stukje mag wetenschappelijk-psychologisch op z’n best leerzame onzin zijn – in de politiek is de boodschap die hij brengt keiharde realiteit. Dat leert althans de Libertaire Partij: ‘de gangbare democratische procedures zoals wij die nu kennen leiden alleen tot nog meer rampspoed en ellende’.

Dat is duidelijke taal. Maar het is helemaal niet duidelijk wat de Libertarische Partij dan wèl wil. Een eerste surf-expeditie levert ongebruikelijke en moeilijk te duiden aanbevelingen op: LP Rotterdam: ‘Gemeentes moeten de bitcoin accepteren als betaalmiddel’ – LP Amsterdam: ‘Illegaal verkregen (meta-)data moeten vernietigd worden’. De LP afdeling Den Haag ‘start opzegservice VVDlidmaatschap’.

Een eerste gesprek dat ik onlangs had met een van de personen op Lijst 13 in Rotterdam bracht mij een klein eindje verder. Wat ik geleerd heb, kan ik in drie punten samenvatten.

(1) De Libertariërs beschouwen zichzelf als de echte liberalen. Vrijheid gaat boven alles. Dat is natuurlijk een voortreffelijk idee. Maar als een onvermijdelijk défaut de sa qualité, gebrek van hun voortreffelijkheid, zijn ze het – vooralsnog hopeloos, althans hopeloos aandoende – wijze met elkaar oneens. (2) Als logisch gevolg van punt (1) gaan de Libertariërs in hun debatten over de grondslagen van hun partij terug tot de grondslagen van niet alleen het politicologisch denken maar die van alle filosofie, van alles wat zich laat denken, van alles wat we cognitie noemen. Dat doet mij goed. (3) Mijn gesprekspartner noemde de subcultuur van de hippies uit de jaren 60 als min of meer verwante stroming. Dat deed mij nog meer goed, want via die lijn bespeur ik enige gelijkenis met de antroposofen, met wie ik mij zo verwant voel.

Het plaatje geeft het woord vrijheid in oud-sumerisch spijkerschrift. Sommige libertariërs gebruiken het als logo voor hun beweging.

Hugo Verbrugh