Vorige week schreef ik hier wel en niet over de nakende gemeenteraadsverkiezingen in het algemeen en de Libertarische Partij in het bijzonder. Halverwege mijn schrijverij inspireerde de Boekenweek en daaromtrent me tot een koerswijziging, vandaar het ‘wel en niet’.

Maar nu IS het bijna zover: MORGEN GAAN WIJ ALLEN naar de stembus. Ziehier wat ik ter elfder ure nu te melden heb,

‘Er bestaat maar één werkelijk ernstig filosofisch probleem: de zelfmoord.’ Dat stelt de Franse existentialistisch filosoof Albert Camus (1913-1960) in de klassiek geworden openingszin van zijn essay over het absurde onder de titel ‘De mythe van Sisyphus’. Eind vorige maand is dit enige echt serieuze probleem met zoveel woorden een motief geworden in de politiek. ‘Wij zijn een club van zelfmoordenaars’, profeteerde de overgangspresident van het in revolutie verkerende Oekraïne, Aleksandr Toertsjinov: ‘Welkom in de hel’.

Toertsinov lijkt in zijn woordkeus geïnspireerd te zijn door de genius van het Russische volk. Daar baart de stijlfiguur van de extreme overdrijving minder opzien dan bij ons. Maar ook hier worden in deze tijd van nakende verkiezingen harde woorden gebruikt.

Door dit alles aangemoedigd durf ik deze week door te gaan met waar ik vorige week hier begonnen was: serieuze aandacht vragen voor de Libertarische Partij. Die doet in Rotterdam mee als Lijst 13. Met nr. 3 op die lijst ben ik in een echt serieus filosofisch gesprek over politiek in het algemeen en libertarisme in het bijzonder.

Dat is niet eenvoudig maar wel leerzaam. Neem die aardige mini-parabel die ik in mijn stukje van twee weken geleden noemde over de twee vossen en de kip die samen democratisch moeten beslissen over het menu van het avondeten. Dat rare voorbeeld zet een mens aan het denken over de problemen van de democratie, en je kunt het gebruiken als een soort argument om het hele systeem van de democratie ten principale aan de kaak te stellen. Maar als je een paar stappen verder denkt, zie je dat het niet werkt. In een maatschappij als die van Nederland nu, pikt die kip dat democratische besluit niet en gaat zij te rade bij … – ja, daar ligt het eerste probleem van het libertarisme. De libertariërs zien de overheid als HET probleem en willen die zo veel mogelijk afschaffen – maar waar moet die arme kip heen om haar vege lijf te redden als er niet in de maatschappij een instantie is die haar, desnoods met geweld, tegen de snode vossen beschermt?

Ik begin intussen te begrijpen hoe het komt dat de Libertarische Partij al twintig jaar op een zacht pitje gesudderd heeft. Een parabel die van een betoverende eenvoud lijkt, blijkt al bij de eerste analyse een huiveringwekkend stompzinnig simplisme. Maar juist de filosoof kickt op zoiets. Met name voelt de filosoof die onderkent hoe in dit libertarisme de grondslagen van de antroposofie verstopt zijn, zich aangesproken. Want in de richting van de antroposofie gáát het in dit libertarisme.

spijkerschriftMet de tentoonstelling van werk van Rudolf Steiner in de Kunsthal in ‘t verschiet, komende herfst, geeft dat te denken. Op de site van De Ster zal ik proberen uit te leggen waarom juist déze partij onze stem verdient.

Bij het plaatje: sommige libertariërs gebruiken het woord vrijheid geschreven in Oud-Soemerisch spijkerschrift als logo. Twee weken geleden stond het bij mijn stukje. Deze week een plaatje waarin de ontwikkeling van dit schrift uit beelden in de loop van de tijd tussen circa 3000 en 1000 v.Chr. is samengevat.

Hugo Verbrugh