Je kunt over van alles en nog wat procederen, zeker als je elkaar, in het kader van een relatiebreuk, wilt dwarszitten. U heeft samen een hond of een kat of nog erger, een papegaai. Naar wie moet het beestje toe als uw relatie die ooit zo fijn was tot een droevig einde is gekomen? U komt er samen natuurlijk niet uit, want u staat elkaar naar het leven. U bent allebei zeer gehecht aan het beestje en weet natuurlijk als geen ander wat goed is voor uw huisdier.

U koopt al jaren de duurste brokjes. De ruzie duurt voort en u komt dus bij de rechter terecht die wijze woorden zou moeten spreken. Was een omgangsregeling vroeger voorbehouden aan uw bloedjes van kinderen, tegenwoordig moet de rechter zich maar al te vaak uitspreken over een omgangsregeling voor het geliefde huisdier. Ook dan wordt alles in de strijd gegooid, roddel, laster en achterklap. Lastig is dat beesten nog steeds niet verstaanbaar kunnen praten en dus de rechter de mening van het hondje niet kan vragen, althans geen verstaanbaar antwoord krijgt. Al zijn er in dit land dierenpsychologen die daar anders over denken maar die types kunnen waarschijnlijk ook nog contact leggen met reeds lang overleden huisdieren. Niettemin was er een rechter in het zuiden van het land die meende dat onderzocht moest worden of een omgangsregeling in het belang van de hond was. Wat voor onderzoek dat dan zou moeten zijn vermeldt het vonnis helaas niet.

De juridische kwestie wordt weer simpel als een van de partners kan aantonen dat het beest zijn of haar exclusieve eigendom is. Een dier is in het recht, deftig gezegd, een vermogensrechtelijk bestanddeel. Voor kinderen geldt dit inmiddels niet meer, wat op zichzelf nadelen heeft. De niet bezittende partner moet dan definitief afscheid nemen van het beestje, ook al is de emotionele band met het dier nog zo sterk. Rechters kunnen hard zijn, met de wet in de hand. Hier ligt een taak voor de Partij voor de Dieren. Deze organisatie wil zelfs nog verder gaan: een dier zou een zelfstandig recht moeten hebben om te kunnen procederen. Hoezeer ik ook van mijn kat hou, op dat rechtsgebied zal ik mij niet specialiseren. Ik heb mijn kat hierover overigens niet geraadpleegd, maar wel afgeraden tegen mij te procederen.

Ik zet haar dan direct buiten de deur. Over de papegaai gesproken: dat zijn meestal valse krengen. Laatst hoorde ik dat de rechter de papegaai in kwestie die vals was, aan de man had toegewezen, kennelijk vanuit de weinig emancipatorische gedachte dat vrouwen niet geschikt zijn om een valse papegaai in huis te nemen. U ziet maar: vooroordelen zijn hardnekkig.

Advokatenkollektief Rotterdam
Website: www.akrotterdam.nl
Facebook: /advokatenkollektief


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.