Een van onze top-tien goede vrienden heeft een dochter in het Rotterdams Montessori Lyceum. Een week of wat geleden had hij ons uitgenodigd om te kijken en luisteren naar de musical ‘Wedergeboorte’ die personeelsleden en leerlingen geschreven, gecomponeerd en geënsceneerd hadden en opvoerden.
Het werd een zeldzaam feestelijke avond. De vreugde en het enthousiasme die van de spelers afstraalden, waren bijna lijfelijk voelbaar; de ’technische’ kwaliteit van de dans en de muziek waren zeer goed. Zó maak je ‘het vak van leraar weer chic’! (ik verwijs naar het interview met Alida Oppers, inspecteur-generaal van de Onderwijsinspectie in de NRC van afgelopen zaterdag).
Maar na afloop bleken zich in mijn gemoed toch kritische kanttekeningen annex twee vragen genesteld te hebben. Daarmee verwijs ik niet naar de woorden ‘céremonie turc’ in het programmaboekje waar ze ‘cérémonie turque’ hadden moeten schrijven. Evenmin klaag ik erover dat ik de tekst vaak niet kon verstaan, want dat ligt aan mijn presbyakusis = ouderdoms hardhorendheid. Nee, ik zit met twee grote problemen waarover ik iets kwijt wil.
Mijn eerste probleem gaat over de titel – meer in ’t bijzonder over de vraag in hoeverre die titel als ‘vlag de lading dekt’. Ik kopieer de samenvatting van het verhaal uit het programmaboekje:
‘Wedergeboorte staat natuurlijk voor de wedergeboorte van de samenleving na twee jaar coronamaatregelen, meer specifiek van onze school. Maar in het bijzonder gaat het hier natuurlijk om de wedergeboorte van de culturele activiteiten op het RML. Inhoudelijk gaat Wedergeboorte over drie meiden uit de 22ste eeuw (Infra, Rebelle en Lorèn) die terug gaan naar de periode van de renaissance (‘wedergeboorte’) om in Florence rond 1510 uit te zoeken hoe het toch kan dat Leonardo da Vinci portretten van hen heeft geschilderd. En uiteraard wordt dit juist mogelijk doordàt de drie meiden terug zijn gereisd in de tijd. De portretten waren in de 22ste eeuw als het ware wedergeboren en zijn terug gereisd naar de tijd waarin ze zijn ontstaan.’
(Terzijde noteer ik dat de twee laatste zinnen in de vorige alinea in een eerdere versie van de samenvatting van het verhaal een beetje anders geformuleerd waren. In verband met mijn eerste probleem is dat relevant. Daarom kopieer ik die eerdere versie hier: ‘Maar juist doordàt ze Leonardo vervolgens ontmoeten in de Italiaanse stad Florence, maakt de beroemde schilder van alle drie de meiden een portret (wat in de 22ste eeuw weer een wedergeboorte van die drie geschilderde modellen betekent’. Als dit stukje in een papieren versie van De Ster zou worden verspreid, zou ik niet zo quasi-muggenzifterig dat hier noemen. Maar nu De Ster alleen in cyberspace verschijnt (en ik deze brief zelfs niet verstúúr aan de geadresseerde!), durf ik mijn tekst iets minder makkelijk te maken dan ik anders zou proberen. Mijn twee problemen oftewel mijn eigen boodschap van deze week zijn ook nogal moeilijk.
Mijn probleem met dit alles is het slonzige (= slordige, achteloze, slobberdoezige gebruik dat het RML hier maakt van het woord ‘wedergeboorte’.
Wikipedia maakt al in de eerste woorden van het lemma hierover (bijna 2.000 woorden!) duidelijk wat dit begrip in eerste instantie inhoudt: ‘De wedergeboorte en “wedergeboren” is een theologische realiteit in het christendom, gegrondvest in de Bijbel. De Bijbel bedoelt hiermee het weer tot leven wekken van de menselijke geest, die “dood was door overtredingen en zonden” en dus van God gescheiden was. De wedergeboorte wordt gezien als een eenmalige gebeurtenis, waardoor er een levende verbinding met God ontstaat’.
Maar dat is alleen in eerste instantie. In tweede, derde en volgende instanties waaiert de betekenis van ‘wedergeboorte’ via allerlei associaties aan wat wij gewoon ‘reïncarnatie’ noemen uit naar alle mogelijke, soms bijna onmogelijke, kanten: palingenesis, metempsychosis, zielsverhuizing, Plato, Pythagoras en zijn leerlingen, Plotinus … , en dan hebben we het nog niet eens over wat in buiten-Europese culturen allemaal hierover bedacht is.
Het lemma Wiedergeburt in het Historisches Wörterbuch der Philosophie: Wiedergeburt. (Bd. 12, S. 730 ff.) heeft ruim tweeduizend woorden (in het woordenboek als geheel komt het 138 keer voor in vele tientallen andere lemma’s … – tel uit je winst); je kunt er alle kanten mee uit. Bijna altijd en overal is het louter beeldspraak.
Dat begint al in het oude Rome waar renasci (= weder geboren worden) in de botanie een vakterm is voor het weer-uitlopen van nieuwe blaadjes in omgekapte bomen. ‘Renaissance’ had het RML zelf al gebruikt (zie hiervoor). Klassiek is ‘De geboorte van de tragedie uit de geest van de muziek’ van Nietzsche (1872), recent is bijvoorbeeld (ik noem maar wat) de Nederlandse thriller ‘De wedergeboorte van een Moffenmeid – Een verzwegen familiegeschiedenis ‘ (2016; ‘het begint in een poldergehucht en eindigt in een krankzinnigengesticht, en is gebaseerd op waargebeurde feiten’).
Nou zou dat allemaal niet erg zijn, maar er speelt meer. De Italiaanse arts dr. Maria Montessori (1870-1952) ontwikkelde specifieke methoden om wat we nu ‘kinderen met een beperking’ noemen een menswaardige opvoeding te geven. In 1907 ontmoette zij Annie Besant, een van de ‘voormannenvrouwen’ van de theosofie en raakte daar overtuigd van de realiteit van de reïncarnatie. Lees maar na: theosophy.wiki/en/Maria_Montessori
Via via en een beetje kort door de bocht waag ik hier een vermetele stelling.
Als Maria Montessori nu als ‘wedergeborene’ haar werk uit haar vorige incarnatie zou kunnen voortzetten, zou zij een leerplan voor scholen als het RML ontwikkelen waarin het eerste doel van alles wat in die school gebeurt is, dat alle leerlingen zich bewust worden van wat ze uit hun vorige incarnatie meegebracht hebben toen zij ‘wedergeboren’ werden in het leven waarin zij nu bezig zijn.
Capisce? (= Voelt-u-‘m?)
Tot zover over mijn eerste probleem. Het tweede kan in veel minder woorden. Wat hiervoor staat bedacht ik in de dagen na de feestelijke avond in het RML. Ik vertelde het allemaal aan mijn al genoemde top-tien goede vriend en meldde hem dat ik dit alles ook in een brief aan het RML zou schrijven. Dat leek hem geen goed idee.’Val ze dáár (≈ “jouw hobby over reïncarnatie en zo”) nou niet mee lastig’, was zijn, kennelijk als bindend bedoelde vriendschappelijke advies. Waarvan acte.
Iets heel anders is nog dat een andere top-tien goede vriend die de voorstelling ook gezien had, vond dat het verhaal erg vrouw-onvriendelijk opgetuigd was. We hebben afgesproken daar in de reactie op de Ster-site over door te gaan.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
De slotzin van mijn stukje was ‘… andere top-tien goede vriend die de voorstelling ook gezien had, vond dat het verhaal erg vrouw-onvriendelijk opgetuigd was. We hebben afgesproken daar in de reactie op de Ster-site over door te gaan.
Die reactie kwam per ongeluk bij mij terecht. hier is de tekst ervan:
De school musical van het Montesorri had dit jaar één (in de tijd van het stuk) feministische noot en een heleboel onfeministische noten. Dat Leonardo da Vinci vrouw blijkt te zijn die zich voordoet als man omdat ze haar ambities wil verwezenlijken is voor die tijd een positieve verrassing in het stuk.
Helaas werd deze positieve verrassing teniet gedaan door meerdere opmerkingen waaruit tienermeiden het idee krijgen dat zolang ze maar met hun wimpers knipperen en hun benen openen (letterlijk in een dans), ze alles gedaan krijgen bij de mannen. En dit speelt zich af voor de ogen van hun mannelijke medestudenten die op hun beurt het idee krijgen dat vrouwen dat daadwerkelijk moeten doen om iets gedaan te krijgen. Dat lijkt me niet het juiste beeld om mee te geven aan middelbare scholieren, al helemaal niet op een leeftijd dat je je toch al uitermate bewust bent van je medestudenten en je alles aantrekt wat anderen van je vinden.