Ik begin aan dit stukje voor de krant die 24 september in cyberspace verschijnt al op dinsdag 17 september. Dat is omdat de gebeurtenissen vanaf dit 17-september-nu in zodanig tempo achter elkaar zullen volgen, dat we misschien al helemaal geen landsbestuur meer hebben als deze Ster komende dinsdag verschenen zal zijn.
Het begon natuurlijk allemaal heel plechtig, feestelijk en officieel, een week geleden. De Koning hield de Troonrede! Noteer het uitroepteken en de Hoofdletters! Minstens vijf minuten, in mijn herinnering, wijdde hij aan het speciaal unieke kenmerk van Nederland dat ons land betekenis van wereldformaat geeft. We mogen dan misschien wat betreft aantal inwoners weliswaar pas ongeveer de 70e plaats in de landenrij innemen, maar op de Olympische Spelen in Parijs haalde Nederland bijna de meeste medailles! En dáár gaat het natuurlijk om! Mark Rutte had al in 2015 de spijker op zijn kop geslagen met zijn slagzin ‘We hebben gewoon een waanzinnig gaaf land’.
Ook de rest van de Troonrede ademde louter geluk, vrede en saamhorigheid, met hoogstens een enkele voetnoot over onderwerpen waar nog verbetering nodig zou zijn.
Dat het al meteen de volgende dag een ander verhaal werd, konden we allemaal live zien en horen tijdens de Algemene Beschouwingen. Het staat sindsdien in alle kranten. Ik haal er voor dit stukje één thema uit. ‘Meneer Wilders, u belazert de boel!’, citeer ik Frans Timmermans.
Dat is zeker juist, maar het is vooral een zwaar understatement. Wilders is gewoon ideologisch fanatiek geïndoctrineerd. Met groot vernuft, en retorisch uitzonderlijk getalenteerd, is hij bezig zichzelf tot een klassieke fascistische dictator te ontwikkelen.
(Even, om misverstanden te vermijden, een korte toelichting op de terminologie. ‘Fascistisch’ is niet een beledigend begrip. Het woord is afgeleid van het Latijnse fasces = “roedenbundel” [enkelvoud “fascis”, meervoud “fasces”]. De roedenbundel is een oud Romeins symbool van het gezag van de hogere magistraten want die roeden omhulden een bijl. De feitelijke betekenis van dit symbool wordt in het Duits goed weergegeven: ‘Einer befiehlt, die anderen gehorchen‘: Eén man beveelt. De anderen gehoorzamen’. Prototype is Benito Mussolini (1983 – 1945). Die was van 1922 tot 1943 minister-president van Italië en in de eerste jaren voor Nederland gewoon een bevriend staatshoofd. Na min of meer ordelijk verlopen verkiezingen in de trant die we nu van Wilders kennen, regeerde Mussolini sinds 1924 met volmachten en liet zich verheerlijken als il Duce, die altijd gelijk heeft [ha sempre ragione].’)
De actuele feitelijke situatie van de Nederlandse politiek nu, 22 september, de dag waarop mijn stukje naar de Ster moet, is probleemloos klaar en duidelijk. Hij wordt onder de titel ‘PVV waar is je leiband, want het kabinet-Schoof loopt er niet aan’ perfect beschreven door Gerry van der List in EW (Elseviers Weekblad):
‘Op 22 november 2023 brachten 2.450.878 Nederlanders een stem uit op de PVV. Het ligt voor de hand dat een flink deel van deze kiezers zich aangesproken voelde door de duidelijke standpunten van de partij van Geert Wilders over buitenlands beleid en defensie. Het verkiezingsprogramma sprak in elk geval heldere taal. Wat betreft de krijgsmacht viel bijvoorbeeld het standpunt te lezen dat deze alleen moest worden ingezet ter verdediging van het nationale grondgebied. Met als gevolgtrekking dat het onverstandig is schaars militair materieel naar Oekraïne te sturen. Helaas deed het vorige kabinet dit wel, waaruit weer eens zou blijken dat het buitenland belangrijker werd geacht dan het eigen land. Nederlanders moeten weer op de eerste plek komen te staan, luidde de mantra in het programma. Dit betekent ook dat ontwikkelingshulp, die “voor een groot deel in de diepe zakken van Afrikaanse machthebbers” verdwijnt, dient te worden afgeschaft en een minister voor dit beleidsterrein bijgevolg overbodig is. En de keuze voor een “soeverein Nederland”, dat weer baas is over eigen geld en eigen grenzen en zijn eigen regels maakt, inspireerde de PVV tot een pleidooi voor een bindend referendum over een Nexit. … … ‘; lees verder zelf maar in EW.
Kortom, Wilders karakteriseren als een fascist is eerder een laudatio dan een belediging. Wacht maar op de nabij komende kabinetscrisis met aansluitende nieuwe verkiezingen waar Wilders dan tussen de 76 en 149 zetels zal winnen.
PS. Ik geef graag nog een kleine folkloristische aanvulling over beenwindsels uit Wikipedia, de vrije encyclopedie: ‘Beenwindsels of puttees zijn lange repen stof, die rond de onderbenen worden gewikkeld om vuil en vocht in de schoenen tegen te gaan, alsook om het klapperen van (natte) kledij tegen te gaan. In het Duits worden ze (Wickel)Gamasche genoemd. Beenwindsels waren voor 1940 vrij algemeen voor infanteristen in Europese legers. De “puttee” behoorde tot de standaarduitrusting van de niet-bereden militair. In het Nederlandse leger pasten beenwindsels bij het in 1912 ingevoerde veldgroene uniform.’
Tot zover Wikipedia. Ik herinner mij zelf uit 1956 hoe ik, toen ik als dienstplichtige recruut opkwam in het infanterieregiment Menno van Coehoorn, waarvan het uniform ontleend was aan dat van het Britse leger, een tevreden gevoel had dat ik nu hetzelfde uniform, dus inclusief de ‘poetjes’, zoals wij ze noemden, droeg als dat van onze bevrijders in 1944/45.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
Dit verscheen 27 septemeber in EW = Elsevier’s Weekblad. Zou de auteur mijn stukje in De Ster geleden hebben?
EW 27 september
Een fascist die een verkiezing in Duitsland wint: ‘What could possibly go wrong?’
Mark Thiessen
26 september 2024Leestijd: 3 minuten
Het is belangrijk om niet lichtzinnig om te gaan met woorden als ‘extreem-rechts’ en ‘fascist’, schrijft Mark Thiessen. Maar ze moeten geen taboe zijn.
Mark Thiessen
Mark Thiessen is historicus en campagnestrateeg.
Lees meer
Er waait een gure wind door Duitsland. In mei publiceerde de Duitse overheid een rapport over extremisme. Er werden in 2023 ongeveer 1.270 gevallen van extreem-rechts geweld geregistreerd, een toename van 13 procent. Het aantal racistische en xenofobe misdrijven steeg tot meer dan 10.400 in dezelfde periode, een toename van 39 procent. Politici krijgen steeds vaker te maken met extreem-rechts geweld, net als immigranten. Extreem-rechts wordt door de Duitse minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser inmiddels als een even grote bedreiging voor de democratie gezien als islamitisch extremisme.
De politieke macht van extreem-rechts groeit in Duitsland. In Brandenburg verloor de AfD nipt de verkiezingen. Bij de verkiezingen in Thüringen won de AfD reeds, met 32,8 procent van de stemmen. Volgens een Duitse rechterlijke uitspraak uit 2019 mag de leider van de AfD in Thüringen – Björn Höcke – een fascist worden genoemd, omdat dit ‘een verifieerbaar feitelijke basis’ heeft.
De vraag wanneer je iemand een fascist mag noemen, is weer actueel. Het is een vraag die tot grote zorgvuldigheid verplicht. De term ‘fascist’ is zo beladen en het gebruik ervan zo belangrijk, dat je heel precies moet zijn wanneer je hem gebruikt. Gebeurt dat niet, dan verliest het woord zijn waarde.
Dat is gevaarlijk, want een woord als ‘fascist’ is een waarschuwing. Dat is ook het belangrijkste argument om het te blijven gebruiken. Wanneer we het niet meer gebruiken, dan kunnen we niet meer waarschuwen. En als er iets is waar we altijd voor moeten waarschuwen, dan is het fascisme. Van fascisme weten we: het kent altijd een slechte afloop. Het is krachtig genoeg om de donkerste kanten van de mens naar boven te brengen. Het vernietigt wat goed is.
Context
Fascisme heeft een aantal kenmerken. Zo is het autoritair, antidemocratisch, antiliberaal en extreem-nationalistisch, en draagt het altijd een dreiging met geweld met zich mee. De superioriteit van eigen natie of volk wordt afgezet tegen de veronderstelde minderwaardigheid van de ander, vaak immigranten.
Er hoort ook een bepaalde historische context bij. Het oorspronkelijke fascisme kwam op in een tijd waarin miljoenen getraumatiseerde en aan geweld gewende loopgraafveteranen in Europa leefden. Die context is er nu niet en het karakter van het 21ste-eeuwse fascisme zal dan ook anders zijn.
Associaties met fascisme en extreem-rechts zijn de afgelopen decennia vaak lichtzinnig gebruikt. Pim Fortuyn werd vergeleken met Eichmann, Mussert en Mussolini, terwijl hij in het geheel niet voldoet aan de kenmerken van een fascist. Ook anderen – vaak aan de rechterzijde – zijn onterecht geassocieerd met fascisme en met extreem-rechts. Zo is er begripsinflatie ontstaan. Er is te vaak ‘Wolf!’ geroepen, en wanneer de wolf er dan daadwerkelijk is, luistert niemand meer.
Wie dan wel?
Toen Thomas Haldenwang, hoofd van de Duitse inlichtingendienst, werd gevraagd of Höcke een rechtse extremist is, antwoordde hij: ‘Björn Höcke is dé rechtse extremist.’ Höcke verscheen onlangs nog voor de Duitse rechter voor het gebruik van nazislogans, direct te herleiden tot Hitler, de SS en de SA. Höcke voert campagne tegen het Holocaustmonument in Berlijn. Hij omringt zich met neonazi’s.
Iemand als Höcke zal nooit zelf toegeven fascist te zijn en dat maakt het lastig om met zekerheid vast te stellen of hij het is, ook al voldoet hij aan schrikbarend veel van de kenmerken. Maar misschien stellen we onszelf wel de verkeerde vraag. Dus niet: mogen we Höcke een fascist noemen? Maar: wanneer we zelfs Höcke geen fascist mogen noemen, wie dan wel?
Het is belangrijk om precies en niet lichtzinnig om te gaan met woorden als ‘extreem-rechts’ en ‘fascist’. Maar ze moeten geen taboe zijn. Wanneer de wolven er zijn, moeten we ze wolven noemen. Anders kunnen we niet meer waarschuwen. Bijvoorbeeld voor wat er gebeurde bij de verkiezingen in Thüringen. Was het de rechtse populist Björn Höcke die won? Of de fascist Björn Höcke? Het laatste doet meteen de alarmbellen rinkelen. Een fascist die een verkiezing wint in Duitsland: what could possibly go wrong?