‘De twee mooiste banen op de twee mooiste plekken’

Nederland is een paardenland. Met 1,2 miljoen paardensport geïnteresseerden, 500.000 actieve paardensporters en 7.300 paardensport evenementen per jaar, is het geen wonder dat het CHIO Rotterdam na Aken (Duitsland) het grootste hippische evenement van Europa is. Dit jaar vindt alweer de 67ste editie plaats en daarmee is het CHIO Rotterdam het oudste sportevenement van Rotterdam. Vanaf oktober 2014 staat Jan de Mooij (49), voorheen bestuurslid Commerciële Zaken, als algemeen directeur aan het roer. “Het sprookje in het Kralingse Bos wordt groter en slimmer. Ik ben er trots op dat ik daar deel van mag uitmaken.”

Functie
Vier jaar lang was Jan de Mooij bestuurslid Commerciële Zaken bij het CHIO Rotterdam, totdat hij vorige zomer door voorzitter Belle de Bruin (namens het bestuur stichting CHIO Rotterdam) werd gevraagd om algemeen directeur te worden. “Het bleek moeilijk om een geschikte kandidaat te vinden. Ik zat al in het bestuur, ik heb een eigen onderneming, ik ben bekend met de hippische wereld en ik heb een groot netwerk, dus volgens haar was ik de ideale kandidaat. Ik ben toen eerst op vakantie gegaan, heb er goed over nagedacht en heb toen besloten op het aanbod in te gaan. Ik kan nu met trots zeggen dat ik de twee mooiste banen op de twee mooiste plekken heb”, glimlacht De Mooij. Naast algemeen directeur van het CHIO Rotterdam is hij namelijk eigenaar van HERMON Erfgoed B.V., gevestigd in Slot Zeist. Een onderneming die gespecialiseerd is in duurzame herontwikkeling van monumentaal erfgoed, zoals rijksmonumenten. “De pareltjes van het Nederlands erfgoed.”

Hippische familie
Jan de Mooij had voorheen vrij weinig met paarden, maar zijn middelste dochter heeft daar zo’n tien jaar geleden verandering in gebracht. “Zij ging op paardrijden, kreeg een eigen pony en later een eigen paard. Mijn vrouw en ik gingen vaak mee. Van het een kwam het ander en nu draait eigenlijk een groot deel van ons leven om de hippische sport. “We zijn een hippische familie geworden”, lacht hij. Zijn middelste dochter Willemijn is inmiddels een springruiter en is als één van de vijftien springtalenten geselecteerd voor het trainingsprogramma TTC Zuid-Holland. Zijn vrouw doet aan paarden coaching en geeft trainingen en clinics. En Jan de Mooij zelf is, zeker in de tijd van het CHIO Rotterdam, bijna fulltime in en rondom de Grandstand te vinden met als goede buur de oudste rijvereniging van Nederland, de “Sociëteit gevestigd in de Rotterdamsche Manège ‘De Jockeyclub'”.

Jan de Mooij

Jan de Mooij met Bond Jovi, 9 jarige ruin gefokt door Henk Cieremans

67ste editie
Het CHIO Rotterdam behoort naast de KLM Open en het ABN AMRO World Tennis Tournament tot de drie grootste hospitality evenementen van Nederland. “We hebben in de afgelopen jaren een enorm netwerk opgebouwd dat zich nog altijd uitbreidt. Er zijn nu zo’n 300 bedrijven aan het evenement verbonden. Daarnaast zijn we volop aan het investeren in het onderhoud van de allweatherbodems, het hindernismateriaal, een attractieve kinderochtend en een plan om de paardensport in Nederland, samen met de KNHS en KWPN, naar een Media A status op te waarderen.” Wat opvalt is dat het evenement op allerlei manieren steeds meer verbonden wordt aan de stad Rotterdam. “We willen de relatie tussen stad en het evenement benadrukken. Hiervoor gebruiken wij ondermeer grote visuals in onze hospitality ruimten met onze paardenhelden voor de iconen van de stad. Het CHIO Rotterdam is immers de etalage van de stad.”

Visie
Jan de Mooij heeft een duidelijk visie. “Het CHIO Rotterdam ontwikkelen tot een nog beter hospitality evenement dat nog nadrukkelijker verankerd is in de stad, de regio en het land en waarin ons duurzaam hippisch park steeds meer een integraal onderdeel vormt van het Kralingse Bos. De professionaliserings- en mondialiseringsslag willen we doorzetten zodat het CHIO Rotterdam in de toekomst wellicht als exportproduct kan dienen. Maar eerst is het vizier gericht op het 67ste CHIO Rotterdam, van 18 tot en met 21 juni. Daarna kijken we weer verder naar de stip op de horizon.”

Joëlle Stapelkamp