Vandaag heb ik het ideale onderwerp voor mijn stukje in De Ster: het boek van Jan Rotmans ‘In het oog van de orkaan – Nederland in transitie’ dat eind vorig jaar uitkwam en nu de blits maakt in Nederland.

Jan Rotmans is Kralinger, hoogleraar transitiekunde aan de EUR en een internationale autoriteit op het gebied van transities en duurzaamheid. Hij is, haal ik van een site, ‘wetenschappelijk nieuwsgierig en maatschappelijk gedreven, professor en progressor, friskijker en dwarsdenker, koploper en kantelaar’.

De aanhef van het boek maakt dat je meteen verder leest: ‘Dit boek verhaalt over de praktijk en de theorie van transitiekunde, een nieuw wetenschapsgebied dat het afgelopen decennium is ontstaan. Het laat zien hoe transities (ingrijpende en onomkeerbare kantelingen van systemen in de samenleving) tot stand komen en hoe ze kunnen worden “gestuurd”. … ‘.

Hier spreekt de ervaringsdeskundige die vanuit de praktijk laat zien hoe het werkt! En zo gaat het het hele boek door, met concrete, direct begrijpelijke verhalen en tientallen mooie plaatjes, meestal in kleur en heel vaak uit Rotterdam.

Maar de filosoof let nog op andere dingen. Op blz. 236 schrijft Rotmans: ‘Transitie betekent letterlijk kentering, omslag of overgang’. Met die zin werpt hij een filosofisch probleem op dat aandacht behoeft. Kentering, omslag en overgang zijn drie verschillende begrippen – moet ik begrijpen dat transitie ze alledrie in één nieuw begrip samenvat? Dat maakt de vraag wat transitie eigenlijk precies is er niet eenvoudiger op. En in de aanhef van het boek leerden we dat transities kantelingen zijn – dat is wéér iets anders.

Ik illustreer het probleem dat hier opkomt aan de titel van een ander belangrijk boek, intussen bijna 70 jaar oud, van de Zwitserse cultuurfilosoof Jean Gebser. ‘Kentering van het westelijk wereldbeeld, toegelicht aan de moderne physica, biologie en psychologie’, heet het. In een paar dozijn essays van telkens een paar bladzijden geeft het een voortreffelijke samenvatting van de doorbraken in alle takken van wetenschap tussen 1900 en 1940, inclusief een filosofische analyse van de impact van die doorbraken op de maatschappij.

Voor wat Gebser beschrijft, is het woord ‘kentering’ helemaal op zijn plaats. Kenteringen voltrekken zich langzaam. Wij volgen ze bedachtzaam, van enige afstand, als onbetrokken toeschouwers. Dus als Rotmans zijn onderwerp karakteriseert als ‘kentering’, doet hij zich zelf en zijn collega-transitiedeskundigen te kort. Een transitie is – ik citeer Rotmans! – een kanteling. En alweer Jan Rotmans zelf legt het verschil haarscherp uit (met cursivering van mij): ‘ … transities … zijn grillige processen, met heftige schommelingen. Veel mensen die onderdeel uitmaken van een transitie herkennen die niet meteen; daarvoor moet je als het ware uit het systeem stappen en er een tijd later in terugkomen. Of een koploper zijn die zijn tijd vooruit is’.

Waar sprake is van een transitie, maken wij zelf daar deel van uit – dat is is het essentiële verschil. Misschien is het thema transitie daarom zo populair in polderland-Nederland. Als een dijk doorbreekt, komen we allemaal onder water. Niks kentering en bedachtzaam op het droge blijven en toekijken. Precies zo is het, maar dan mondiaal, met de klimaatverandering, de noodzaak om duurzaam te leven en te werken. Dáárover gaat het boek van Jan Rotmans.

Dat bedoelde ik hierboven met ‘het ideale onderwerp voor een stukje in De Ster’: het speelt in Kralingen- Crooswijk, heeft uitstraling naar de hele wereld, ik loop persoonlijk warm voor het onderwerp en er zitten filosofische nootjes in die erom vrágen gekraakt worden.

Jan Rotmans in het oog van de orkaan

Op zaterdag 26 januari 2013, aanvang 14.30 uur, geeft Jan Rotmans bij Selexyz Donner een lezing over zijn nieuwste boek ‘In het oog van de orkaan – Nederland in transitie’. Aansluitend vindt een signeersessie plaats. U bent van harte welkom in het theater in de kelder van boekhandel Selexyz Donner aan de Lijnbaan in Rotterdam! Toegang gratis.

Hugo Verbrugh