De tijden veranderen, alles wordt nieuw, wij veranderen met de tijden mee en wij worden zodoende ook nieuw; de taal verandert, er komen nieuwe woorden. ‘Kwamkwammertijd’ zo’n nieuw woord. Het is de verleden tijd van het woord Komkommertijd. Wat dat is, haal ik van de site onzetaal.nl/taalloket/komkommertijd, ‘een aanduiding voor de rustige zomerperiode, waarin er weinig nieuws en weinig handel is.
Het woord wordt tegenwoordig vooral gebezigd in de media, die er bovendien inhoud aan geven door berichten te brengen die buiten de komkommertijd geen nieuwswaarde zouden hebben. Het komkommerseizoen was voorheen altijd in de zomer – voor de kwekers een drukke tijd, maar in veel andere vakgebieden was er dan juist niets te doen. Omdat die seizoenen samenvielen, werd komkommertijd meer en meer geassocieerd met het gebrek aan nieuws en activiteiten. Waar het woord komkommertijd precies vandaan komt, is niet helemaal zeker. Volgens sommige bronnen is het een leenvertaling van het Engelse cucumber time, dat vroeger in de zomermaanden door kleermakers werd gebruikt. Maar dat is later vervangen door het inmiddels ook weer verdwenen taylor’s holiday, en niemand kent nog het woord cucumber time. Etymologen achten het inmiddels waarschijnlijker dat komkommertijd is gevormd naar voorbeeld van het Duitse Sauregurkenzeit, een woord uit de 18e eeuw. De oudste vindplaats in het Nederlands is (vooralsnog) 1787. Vanaf halverwege de negentiende eeuw wordt het woord volop gebruikt; zo had Multatuli het over “in ‘t hartje van den komkommertyd” ‘.
Tot zover de hierboven genoemde site.
En nu wordt dit stukje voor De Ster van deze week een stuk Intertekstualiteit.
Dat is, haal ik van Wikipedia, ‘het vóórkomen in literaire teksten van echo’s van andere (literaire) teksten, de invloed die uitgaat van vroegere teksten en op welke manier daar creatief mee wordt omgegaan. In die zin wordt de term sinds 1966 … gebruikt.’ Wat iemand opschrijft en publiceert en wat anderen kort daarna lezen, heeft altijd min of meer te maken met de reële werkelijkheid hier en nu. Vaak is dat gewoon ‘min‘, een enkele keer is het instant oftewel hier en nu.
Dat laatste is nu, terwijl ik zit te tikken, zondag 14 juli 12 uur 12 Rotterdamse tijd het geval. De wereld begint net een beetje te bekomen van wat en paar uur geleden gebeurd is in Amerika, waar Donald Trump een moordaanslag overleefde.
‘Maar dat was eergisteren’, moet ik anticiperend nu invoegen. ‘Wanneer dit stukje voor De Ster in cyberspace voor iedereen beschikbaar is, dat wil zeggen 14 juli = ‘nu’ = terwijl u dit leest, zal het een min of meer een lagere waardering hebben gekregen in de actualiteit. Om het toch ‘een beetje actueel’ te houden, selecteer ik uit mijn rijke verzameling ‘enormiteitjes van polderiaans’ formaat twee items die ik special aardig vind, en vat ik inhoud en strekking ultra kort samen.
Het ene item is het voornemen van de fabrikant van zgn. ‘e-bikes‘ oftewel elektrische fietsen, om in Amsterdam op de rijwielpaden snelheidswedstrijden te organiseren.
(Eerste associaties van mij: Femke Halsema was not amused).
Het tweede item betreft de verwarrende organisatie ‘Co-Med. Uit de chaotische rotzooi berichten van ver uiteenlopende herkomst over deze organisatie die de afgelopen weken verschenen zijn in de media en in cyberspace, citeer ik er één: ‘Co-Med Zorg bv betwist dat Care About een vordering op haar heeft. Het Financieele Dagblad (FD) speelt – in een op 28 mei 2024 (digitaal) gepubliceerd verhaal over Co-Med – alvast voor Boodschapper en Rechter tegelijk. Het zou het FD sieren het oordeel van de Rechter op 4 juni af te wachten in plaats van deze trial by media. Deze FD-publicatie is een kwaliteitskrant onwaardig. Laat de journalist gewoon naar de zitting komen in plaats van achter het bureau eenzijdig te worden voorgelicht. Nog afgezien van het gegeven dat Co-Med Zorg bv betwist dat Care About een vordering op haar heeft. Directie Co-Med’.
(Eerste associaties van mij: Vorige week meldde het NOS achtuurjournaal dat door wanbeleid van Co-Med (Co-Med Zorg B.V.), ‘een huisartsenketen die in 2019 was opgericht door Caro van Uden, Guy Schulpen en Guy Vroemen met als doel: “Door een andere manier van organisatie, huisartsenzorg toekomstbestendig te maken”; tienduizenden opeens niet meer verzekerde patiënten van de ene dag op de andere geen huisarts meer hadden’. Hier spreekt een touch of genius. De drie genoemde oprichters hebben een geniale replica geconstrueerd van de roman ‘Dode Zielen’ (Мёртвые души, Mjortvyje dusji). Dat is, haal ik uit Wikipedia, ‘een roman van Nikolaj Gogolj uit 1842. … De hoofdpersoon uit Dode Zielen, Tsjitsjikov (Па́вел Ива́нович Чичи́ков), gaat bij landeigenaars “dode zielen” opkopen. Dode zielen zijn gestorven maar boekhoudkundig nog niet afgeschreven lijfeigenen (boeren), die hij dan bij een kas kan hypothekeren. Op die manier kan hij op basis van een fictief vermogen een fortuin vergaren. … Gogolj beschrijft zijn personages … op buitengewoon sarcastische wijze: of het nu om luie, stinkende bedienden, koetsiers of boeren gaat, of om landeigenaars, niemand ontsnapt aan zijn ironie. Het boek wemelt van onbenullige, gemene, banale, mondaine en triviale figuren. Gesteld kan worden dat Gogolj via zijn personages de sociale structuur van Rusland veroordeelt, zonder de instellingen als zodanig te bekritiseren. De kracht van het werk zit echter met name in de universaliteit van zijn (pessimistische) wereldbeeld.’ Ziet u, lezer van De Ster, het voor u? Enkele tienduizenden te goeder trouw medisch verzekerden als een mega-collectief quasi-lijfeigenen versjacheren bij een financiële organisatie die tot doel heeft winst te maken?
De lezer van De Ster wordt hierbij uitgenodigd te te kiezen welke van deze twee hier samengevatte sublieme zeperds hij/zij de eerste prijs geeft. Ik zelf kies voor Van Uden, Schulpen & Vroemen.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar