Het jaar 2020 loopt naar zijn einde, zelfs kerstmis is voorbij, aanstaande vrijdag wordt het voor de zoveelste keer weer januari. Dat is de maand van Janus Bifrons: de Romeinse god van het begin en het einde, het terugkijken en vooruitkijken, van het openen en het sluiten. Het woord ‘deur, ianua in het Latijn, draagt daarom zijn naam.

Ik kijk terug. Tussendoor lees ik stukjes krant. ‘Volksgezondheid is nu een Europese publieke zaak’, schreef Luuk van Middelaar (politiek filosoof, historicus en hoogleraar EU-recht [Leiden]) onlangs in de NRC: ‘Het virus dat de wereld in 2020 tot stilstand bracht, is nog lang niet uitgewoed. De acute, lichamelijke paniek is bezworen. Met de eerste vaccins lijkt het einde van de beproeving in zicht, hoewel de weg nog lang is. Zo plagen niet langer schrik en paniek de geesten, maar ongeduld en uitputting, weerspannigheid en chagrijn.’

DAT herken ik! Alleen al taalkundig is dit artikel een juweeltje. ”Het virus dat de wereld in 2020 tot stilstand bracht, is nog lang niet uitgewoed”: de accentueringen heb ik nu zelf aangebracht, en de suggestie is evident: de tot stilstand gekomen wereld ondergaat nu het lot van alle tot stilstand gekomen levende wezens: bederf, verrotting, enzovoort, tot het definitieve einde. Maar gelukkig heeft de wetenschap een vaccin uitgevonden dat ons beschermt tegen dat jammerlijke einde.

Zó onversneden theoretisch-biologisch-natuurwetenschappelijk naadloos exact als Van Middelaar het presenteert, heb ik het nergens anders gelezen. Ik sluit me gaarne aan bij deze eigentijdse benadering, en brei een eerste voorlopige slotconclusie aan mijn beide voorgaande stukjes in De Ster hierover:

desteronline.nl/2020-het-jaar-van-de-antimens en desteronline.nl/de-ware-aard-van-de-corona-pandemie

Ik begin met wat verder terug te kijken en onderbreek mijn terugblik omstreeks 1900. Toen eindigde een periode van ongeveer 50 (vijftig) eeuwen die in verschillende culturen, mythen en andere verhalen over Het Hogere bekend staat als het duistere tijdperk oftewel de tijd van de ‘godenschemering’ (Duits Götterdämmerung, Engels Twilight of the gods, Frans Crépuscule des dieux, Noor(d)s Ragnarök, in de Hindoe-traditie Kali Yuga) Ik heb overigens en passant even afscheid genomen van het monopolie van het monotheïsme (“Er is maar één God en wáág het niet dááraan te twijfelen of je krìjgt wat!!”) en heb u even meegenomen naar het begin van alles, Genesis 1: “In den beginne scheidden de goden hemel en aarde” <desteronline.nl/langzaam-breekt-je-ruggengraat> Wij leven sindsdien met de goden alias hemelse hiërarchieën volgens Dionysius Areopagita in het meervoud. En waar het me nu om gaat, is dat die goden omstreeks 3000 v.C. zich van de aarde terugtrokken waardoor de genoemde schemering inviel, en dat ze sinds ruim een eeuw aan het terugkomen zijn – allemaal volgens die hierboven genoemde culturen, mythen en andere verhalen over Het Hogere; wetenschappelijk onderbouwd is het niet.

Tekst loopt door onder de afbeelding

Een open deur is een waarheid die zo evident is, dat zij eigenlijk niet hoeft te worden verwoord. “Als je wilt winnen, moet je meer doelpunten maken dan je tegenstander.” De uitdrukking open deur is een verkorte vorm van het gezegde: Een open deur intrappen (of: inlopen). Letterlijk betekent dit: moeite doen om een deur te openen die al open is; bij uitbreiding figuurlijk: overbodige moeite doen. Dit wordt dan weer toegespitst op iemands taalgebruik; hij zegt iets dat zo voor de hand ligt, dat hij zich de moeite had kunnen besparen. De open deur kan echter ook gebruikt worden om aandacht te trekken en alledaagsheden aan een onderzoek te onderwerpen. Johan Cruijff, aan wie bovenstaande stelling over de doelpunten wordt toegeschreven, … – lees zelf maar verder in Wikipedia.

Afbeelding van Elisa Riva via Pixabay

Een bijzonderheid waarover bij mijn weten geen Hoger Verhaal bestaat, en die ik dus nu zelf bedenk, is dat die goden zó verontrust blijken te zijn over de puinhoop die de mens in die afgelopen 50 eeuwen zonder hen van de aarde heeft gemaakt, dat ze voorlopig even de leiding nemen en ons buiten spel plaatsen. De komende tijd, voorspel ik (ik heb geen idéé hoe lang dat zal zijn) zullen alle (of ? bijna alle?) mensen veel langer dan voorheen gebruikelijk was, doorbrengen in de dimensie van het zogeheten hiertussenmaals, waar wij ons voorbije leven overdenken en ons toekomstige nieuwe leven in onze volgende incarnatie voorbereiden.

Samengevat: na de ‘godenschemering’, komt nu de ‘mensenschemering’. Bereid u er maar alvast op voor, aldus mijn nieuwjaarswens 2020/2021.

(Soms zegt iemand tegen mij: ‘Ik vind die stukjes in De Ster van jou altijd zo moeilijk. Ik begrijp ze vaak niet’. Als me dat de komende week ook weer eens overkomt, zal ik, eerlijker dan ooit eerder, antwoorden: ‘Ik begrijp wat u bedoelt. Déze week is dat voor mijzelf ook zo’)

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.