De nieuwe regering is er. We kunnen weer door. Helaas hebben we hierdoor een zeer capabele wethouder buitenruimte verloren. Dus nu moeten we de buitenruimte tot de nieuwe wethouder ingewerkt is, zelf beheren. Doen we. Want wie kunnen dat nu beter dan de inwoners zelf? Eerst maar eens een startadvies voor de kersverse wethouder (overigens ook van toepassing op de nieuwe regering): “Kom niet met nieuwe verboden.” En mocht er dan echt een nieuw verbod nodig zijn (de fatbike weg bijvoorbeeld), hef dan een of meerdere bestaande verboden op. Anders krijg je overbelaste wijkagenten, BOA’s en andere handhavers.
Of zorg voor meer handhavers. Dat mag natuurlijk ook. De buitenruimte dus. Wat vindt u van het volgende voorstel? ”Maak van de plicht om hondendrollen in een zakje te stoppen een verzoek. Het heeft toch geen zin meer.” Kijk, zoals alle grote columnschrijvers wandel ik graag door de stad om inspiratie op te doen. Ik loop dan graag langs onze groene singels en vijvers. Niet die met “in kaden vastgeklonken waterkanten” beschreven door dichter Bloem, maar die met schuin aflopende, met gras begroeide zachte kanten. En wat blijkt dan als ik thuisgekomen ben? Dat mijn schoenzolen onder de poep zitten.
Nee, dames en heren, geen hondenpoep. Ganzenpoep. Nijlganzenpoep om precies te zijn. Nu heb ik begrepen dat we in het kader van de Natuurherstelwet die dieren moeten accepteren. Wat onzin is natuurlijk, want er is geen enkele periode in het verleden geweest, waarin de Nijl door Nederland stroomde. Er is hier dus helemaal geen sprake van herstel, maar gewoon van vogels, die zichzelf uitgenodigd hebben en eten en poepen. Van ganzen kun je natuurlijk niet verwachten dat ze hun uitwerpselen opruimen en in zakjes doen. Opruimen kan alleen door de gemeente met de inzet van een extra poepscooter, om zo ons wandelplezier enigszins te waarborgen. Dus, geachte wethouder buitenruimte, “fatbike eruit, poepscooter erin.” Dat moet toch kunnen?
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar