Vorige week was het hier nogal een toestand. Het ging over iets dat ik in de column van Youp van ’t Hek in de NRC van 14 augustus had gelezen. Hij had een officieel foldertje van de overheid ontvangen met de titel Waarden Voor Een Nieuwe Taal. ‘Daarin wordt uitgelegd dat wij, die in de kunst- en cultuursector werken, een nieuwe taal moeten gaan spreken. Zo mogen wij het niet meer hebben over “zwart geld” of ”een zwarte bladzijde in de geschiedenis” omdat dat negatief is tegenover mensen met een niet-witte huidskleur. … Ook is het beter als ik de theateravond niet meer begin met ‘goedenavond dames en heren’ omdat dat voor de non-binaire en/of genderqueer en genderfluïde personen veel te pijnlijk is. Ik maak graag van de gelegenheid gebruik om in deze column mijn excuses aan iedereen aan te bieden die ik de afgelopen jaren nodeloos gekwetst heb.’

Het leek mij allemaal pure wartaal, en het ergste was dat ik niet kon uitmaken of Youp de auteur van dit officiële overheidsfoldertje was of niet. Met als gevolg dat ik helemaal de draad kwijtraakte en zomaar lukraak wat neerschreef.

Nu, een week later, weet ik steeds minder of het intussen beter of erger met mij geworden is.

Ik vond en vind nog steeds troost in dit gedicht van Lucebert:

de zeer oude zingt:

er is niet meer bij weinig
noch is er minder
nog is onzeker wat er was
wat wordt wordt willoos
eerst als het is is het ernst
het herinnert zich heilloos
en blijft ijlings

alles van waarde is weerloos
wordt van aanraakbaarheid rijk
en aan alles gelijk

als het hart van de tijd
als het hart van de tijd

Dit begrijp ik ook maar slechts zéér ten  dele, maar ik begrijp er wel genoeg van om te weten dat het poëzie is. Het is zelfs straatpoëzie, ‘alles van waarde is weerloos’  staat in grote letters op een gebouw aan de Blaak 16, Stadsdriehoek. Ze zijn daar geplaatst in 1978, verwijderd in 2012, in 2017 zijn ze teruggeplaatst. Auteur is Lucebert (uitspraak: loetsjəbert), pseudoniem  van Lubertus Jacobus Swaanswijk (1924-1994), dichter en schilder.

Tekst loopt door onder de afbeelding

Het enige mij bekende boek over een fenomeen dat lijkt op wat ik hier schrijf is ‘LTI – Lingua Tertii Imperii: Notizbuch eines Philologen’ (De taal van het derde rijk, notitieboek van een taalkundige), is een studie over het taalgebruik van het Derde Rijk (= Nazi-Duitsland, 1933-1945) geschreven door de Joodse filoloog Victor Klemperer. Het is een verzameling aantekeningen en essays over de invloed van de nazi-propaganda op de taal en, wat nog belangrijker is, van de taal op het denken. Zowel de auteur als het boek hebben de oorlog overleefd. Het boek werd in 1947 gepubliceerd. Nederlandse vertaling bij Atlas Contact. (H.V.)

Wat ik ook, en zelfs heel erg goed, begrijp, is dat dit overheidsfoldertje helemaal fout is. Het is met belastinggeld betaalde pure cultuurcensuur. En zoals we van Lucebert geleerd hebben, zijn woorden, ‘waarden’ bij uitstek, weerloos. Het is dan ook de gotspe in zuiverst denkbare vorm dat dit halve gare overheidsfoldertje begint met ‘Woorden doen er toe’.

De rest is min of meer van het zuiverst ondenkbare gehalte. De Nederlandse taal moet zó gezuiverd worden, dat alle woorden die op enigerlei wijze verwijzen naar het man-vrouw-verschil niet meer gebruikt mogen worden, aldus de strekking van deze walgelijke woordenbrei. Lees zelf maar na: tik op Google  ‘Waarden voor een nieuwe taal’ en het gedrocht verschijnt op uw scherm.

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.