Onze deelgemeente kent ‘blackspots’. Nu moet ik eerlijkheidshalve zeggen dat ik tot de vorige week dat woord niet kende. ‘Hotspots’, die kende ik. Dat waren locaties waar ‘het’ gebeurde. De Coolsingel, de Nieuwe Binnenweg, de Kruiskade. Daar gebeurde het. Daar was het leven, daar werden mensen doodgeschoten, daar moest je zijn. Of juist niet dus. Maar blackspots? Uiteraard ben ik inmiddels bijgepraat. Gelukkig maar, want er is zelfs een blackspotsbeleid in Rotterdam. En zoals u weet, bestaat iets pas echt als er beleid op is.

Blackspots zijn plaatsen waar vaak ernstige ongelukken gebeuren. Waar mensen gewond raakten, waar mensen omkwamen. En om ongelukken in de toekomst te voorkomen worden deze blackspots aangepakt. Meer stoplichten, gescheiden fietspaden en andere verbeteringen. Blackspots, plaatsen waar mensen omgekomen zijn. Ik moest daar ineens aan denken, toen ik vorige week bij de Steen van de miljoenen tranen stond. U weet wel, de herdenkingssteen op de hoek Willem Ruyslaan en Oudedijk. De plaats waar de burgerslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog worden herdacht. Juist op die plek waar het verzengende vuur vanuit de binnenstad niet verder ging. Tegengehouden door Kralingen als het ware. Tegengehouden door wat? Was er niets brandbaars meer? Hield de wind ineens op? Wat moet dat stil geweest zijn toen.

Geen angstaanjagend knetterend stadsvuur meer, maar een stilte. De stilte van het graf. Het doet me altijd wel wat zo’n dodenherdenking. Natuurlijk is de overwinning die we op 5 mei vieren belangrijk, maar dit is de prijs die ervoor betaald is. Vandaar mijn vraag op dat moment, toen ik daar stond. Alleen, ik was er de dag vóór 4 mei, en het verkeer raasde om me heen. Weer kwam die vraag in mij op. Wat deed de stadsbrand ophouden juist op die plek? Ik neem aan dat de kunstenaar die het beeld gemaakt heeft daar ook over nagedacht heeft. En hij of zij heeft voor zichzelf een antwoord gegeven. Tegengehouden door miljoenen tranen. Een mooie gedachte, een mooi gevoel. Ik hoop dat u die ook had, toen, zaterdag 4 mei om 20.00 uur.

Eduard Schuringa