Nu het CHIO ons heeft verlaten en het weer beter wordt, tijd voor mijn jaarlijkse vakantiepraat. Waar u heengaat, daar gaat u over, maar hoe u zich moet gedragen, dat is ons aller zaak. Mocht u de euro willen redden, dan moet u natuurlijk naar een euroland dat aan de Middellandse Zee grenst. Dat terzijde.

Laten we beginnen met Kralingse ouders met kinderen. Tijdens de vakantie heeft het kind met beide ouders tegelijk te maken en dat geeft soms problemen. Mijn moeder, een welopgevoede vrouw, zei altijd: “Kinderen die vragen worden overgeslagen.” Mijn vader, die zijn opvoeding kennelijk anders interpreteerde, zei: “Wie niets vraagt, krijgt niets.” Als kind kun je hier prima mee omgaan. Zag ik een lekker taartje staan, dan zei ik tegen mijn moeder: “Lekker taartje, hè mam?” De hint werd meestal begrepen en ik kreeg een stuk. Bij mijn vader was het verstandiger om direct te vragen: “Mag ik een stuk?” Meestal zei hij ja. Subtiliteiten als of ik de taart lekker vond of zo, speelden in de verkrijging van een taartpunt bij hem geen rol. Dit ging het hele jaar door goed, behalve in de vakantie. Vroeg ik erom, dan kreeg ik van mijn moeder op mijn lazer, vroeg ik er niet om, dan kreeg ik niets. De ongestelde vraag kwam bij mijn vader althans nooit over. De truc was natuurlijk om ze uit elkaar te drijven door bijvoorbeeld een wandeling naar een vergelegen kerk langs een ijssalon voor te stellen, want daar had mijn moeder minder zin in.

Voor ouders die met het openbaar vervoer reizen kunnen er ook ongemakkelijke situaties ontstaan. Als kind heb ik geleerd om op te staan voor ouderen. Heb ik ook altijd gedaan. Daar denk ik nu anders over. Dat komt door het volgende. Over een aantal jaren ga ik met pensioen. En wie moet er dan voor mijn AOW werken? Inderdaad ja, die jongeren. Dus tegenwoordig sta ik op voor jongeren. Dus ouders, mocht uw kind niet opstaan voor ouderen? Wees hem dan dankbaar. Hij spaart zijn krachten voor uw AOW. Dat u het maar weet. Fijne vakantie gewenst.

Eduard Schuringa