We doen wel erg veel moeite om kinderen onder de 18 die alcohol willen, te pakken. Dat begrijp ik niet. Ik zou het misschien begrijpen als er ook iets gedaan werd aan de verkoop van andere verdovende middelen, zoals XTC. Maar die lijken voor minderjarigen beter verkrijgbaar dan vóór 1 januari. Mogen minderjarigen nu XTC kopen of niet? Ik begrijp het Nederlandse drugsbeleid niet, dat blijkt maar weer eens. Terug naar alcohol voor jongeren. Onlangs zijn er in enkele gemeenten (van Rotterdam weet ik het eigenlijk niet) lokkinderen ingezet. Deze minderjarigen moeten proberen in kroegen en supermarkten alcohol te krijgen. Natuurlijk lukt dat. Wij zijn geen land van controleurs, wij zijn een land van handelaars, optimisten. Maar het inzetten van lokkinderen is niet risicoloos.

Vroeger werden veel mensen bang gemaakt met het begrip ‘kinderlokker’. Dit zouden mannen zijn die via snoepjes met kinderen in contact wilden komen. Die kinderlokkers werden te pas en te onpas genoemd, maar ik kende geen kind dat er mee te maken heeft gehad. Later vertelden mijn ouders mij dat zij ook geen verhalen kenden van kinderlokkers bij ons in de buurt. We kwamen tot de conclusie dat het inboezemen van angst voor kinderlokkers vooral bedoeld was om ons niet te laten stoppen wanneer we door het bos fietsten. Tegenwoordig zouden we lok-kinderlokkers inzetten om te kijken of kinderen wel naar hun ouders luisteren. De tijden zijn veranderd. Het vertrouwen van ouders in hun kinderen is verminderd. Hoe komt dat? Zijn kinderen minder gehoorzaam dan vroeger? Onwaarschijnlijk. Natuurlijk zullen kinderen proberen de wet de overtreden. Volwassenen doen dat ook. Om de drugshandel te bestrijden geven we in Nederland jaarlijks ongeveer 1 miljard euro uit! Natuurlijk moeten we onze kinderen beschermen. Maar laten we dat doen door ze op te voeden en het niet overlaten aan de overheid die de middenstand uitlokt tot het overtreden van de wet. De overheid dient de middenstand te ondersteunen. Niet door lok-kinderen, maar door lok-klanten naar kroegen te sturen. Liefst in onze deelgemeente.

Eduard Schuringa