‘Nederland was in 1924 het tweede land dat kinderpostzegels ging verkopen. Sindsdien verschijnen er elk jaar kinderpostzegels, uitgezonderd in de oorlogsjaren 1942-1944. Vanaf 1936 werd de toeslag op de zegels vermeld, aanvankelijk in kleine letters onder het zegelbeeld, sinds 1949 in het zegelbeeld. Elk jaar wordt een nieuwe serie uitgegeven met een ander thema. De verkoop wordt georganiseerd door de Stichting Kinderpostzegels Nederland die de opbrengst gebruikt om goede doelen te steunen ten bate van het kind.’ Aldus Wikipedia. Vorige week kregen wij onze bestelling. Hoe dat precies gaat, hoef ik niet toe te lichten, dunkt me. Zoals elk jaar, gingen de kinderen van de basisschool van de groepen 7 en 8 op de laatste woensdag in september op pad om kinderpostzegels en andere producten te verkopen. Zodra je ingetekend en vooruitbetaald hebt, krijg je een zegel [NIET een kinderpostzegel!] die je bij je deurbel plakt, zodat andere kinderen weten dat niet meer mogen bellen. Ik schrijf er om twee redenen over. De eerste is nostalgisch. Deze vorm van kinderzegelverkoop begon in 1950. Ik zat in de tweedeklas van het gymnasium en was klassevertegenwoordiger. Daardoor had ik automatisch de leiding over het peloton klasgenoten dat de wijk in ging (en daar – alles was nieuw – meteen aan de deur in contant geld betaald werd).
Achteraf mag ik zeggen dat ik toen meemaakte hoe in Nederland BIG CHARITY opeens ontstond. Die uitdrukking ‘big charity‘ verzin ik hier on the spot. Hij betekent inzake goede doelen wat we al kennen als ‘big pharma’ of ‘big data’. Ik bedoel: een dag of wat nadat we gestart waren, liep ik met een paar honderd gulden rond. Daar was toen iedereen, ik incluis, ietwat bezorgd over, maar omdat we allemaal nette mensen waren, liep het allemaal goed af. Maar de organisatie is vanaf die eerste keer dus iets professioneler geworden. De tweede reden dat ik erover schrijf is dat wij (= mijn levensgezellin en ik) alle bijna vijftig jaar dat we nu aan kinderzegels doen, gemengde gevoelens hebben gekregen over de kwaliteit van de beelden die langs deze weg elke herfst de wereld in gaan. Dáár wil ik het nu verder niet over hebben; ik wil iets anders. Ik wil aan de Stichting Kinderpostzegels het voorstel doen volgend jaar werk van Marie (Rie) Cramer te gebruiken. Zij (Sukabumi, Java, Indonesië 1887 – Laren 1977) behoorde, samen met anderen, rond 1900 tot de eerste Nederlandse kunstenaars die vanuit artistieke principes werkten om esthetisch verantwoorde prentenboeken voor kinderen te maken. Ook dááraan bewaar ikzelf intense herinneringen. Boeken uit die tijd moeten nog ergens in archiefruimten van ons huis zijn; op zoek ernaar, kwam ik een recente verzamelbundel tegen die nu afgebeeld is (zó actueel wordt haar werk nog beschouwd!). Om de Stichting Kinderpostzegels aan te moedigen, verwijs ik hen naar dit boek.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar