Ik ben geen fan van de Olympische Spelen. Dat moge duidelijk zijn geworden uit mijn vorige stukjes. Maar ik heb meerdere vrienden die mij telkens opnieuw adviseren met een bredere blik naar dit verschijnsel te kijken. Een van hen ging de afgelopen weken zo ver dat hij mij bijna niet-vrijblijvend aanbeval bijzondere positieve aandacht te geven aan Femke Bol.
Daar kon ik me wel iets bij voorstellen. Zij is in de afgelopen weken uitgegroeid tot een nieuw type BN’er.
‘De aanduiding bekende Nederlander of BN’er wordt vaak gebruikt voor een Nederlander die op een of andere manier in de media bekend geworden is’, haal ik van Wikipedia. ‘Het gaat hier voornamelijk om personen die voor de roddelpers interessant zijn, zoals muzikanten, acteurs, presentatoren, komieken en deelnemers aan realityseries. Bekende zakenlieden of politici krijgen het stempel minder vaak opgedrukt. Het bekende-Nederlanderschap hoeft niet per se door de persoon in kwestie zelf “verdiend” te zijn. Zo worden ook veel partners van beroemdheden BN’ers genoemd. Als een bekende Nederlander de status zelf heeft verdiend, erg grote bekendheid heeft en alom geaccepteerd en gewaardeerd is, spreekt men ook wel van een beroemdheid.’
Tot zover Wikipedia. Het is de eerste keer dat ik het absoluut oneens ben met een bewering van Wikipedia. ‘Het gaat voornamelijk … voor de roddelpers interessant …’ is domweg onjuist (lijkt mij althans). En in elk geval is de hoofdpersoon van mijn stukje van deze week, Femke Bol, in alle media en ook internationaal “interessant” geworden – en veel meer dan dat. Ik citeer uit een artikel in Trouw onder de titel ‘Femke Bol is een Ferrari en een Volvo ineen’:
”De 400 meter horden wordt gezien als een van de zwaarste atletiekonderdelen. … Hoe bijzonder is het dat Femke Bol met zoveel gemak over de hindernissen snelt? … Het is gebruikelijk om profielen te maken van jonge atletiektalenten … De inspanningsfysioloog heeft … Bol regelmatig op de loopband gehad voor testen. Welke afstand past bij iemand? … Wij proberen in kaart te brengen waar iemands talent ligt. Bij Femke was het vrij snel duidelijk, na de tweede of derde test al, dat zij goed tot haar recht zou komen op de langste sprint, de 400 meter. Haar lichaam bezit een combinatie van kwaliteiten: het kan én vol sprinten én lang doorgaan. Bovendien herstelt het snel, bleek al bij die eerste meetmomenten. Dat zij zich in zo’n razend tempo heeft ontwikkeld, komt in de eerste plaats natuurlijk doordat ze er keihard voor werkt, maar de basis in de fysiologie lag er dus al.”

Foto: Erik van Leeuwen – Wikimedia Commons.
De accentuering in de laatste tien woorden heb ik zelf toegevoegd. Daarin ligt het ‘veel meer dan dat’ dat ik eerder accentueerde. Dat is iets nieuws. Zestig jaar geleden, toen ik geneeskunde studeerde, was dat niet bekend. Ieder mens heeft een eigen individueel ‘profiel’ van met elkaar samenhangende elementen, deel fysiek-genetisch aangeboren, deels door al dan niet bewuste inspanning in de loop van het leven verworven. In zware wedstrijden, waarin sporters maximaal gemotiveerd zijn om doelbewust de grenzen op te zoeken tot waar ze kunnen gaan, komen die profielen ‘in beeld’. Dus toch ook een goed woord over die Olympische Spelen die ik dan verder maar laat voor wat ze zijn.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar