Ik erger mij verschrikkelijk aan een kennis. In het dagelijks leven heeft hij zijn eigen bedrijf. Hij behandelt zijn personeel als honden. Raast en tiert tegen hen. Vernedert ze door hun zwakheden te benoemen, om ze emotioneel te breken. Die hebben het zelf niet eens meer in de gaten. De een na de ander neemt ontslag. Mijn kennis ziet het als normaal en neemt gewoon weer nieuw personeel aan als de er iemand is vertrokken. Terwijl ik denk, zie je niet dat iedereen weggaat? Het komt door je gedrag. Hij denkt dat hij meer is dan een ander. Dat zie je vaak bij mensen met veel centen. Die kijken vaak neer op een ander. Zeker als de ander armoedig is.

Ik kan mij daar zo ontzettend kwaad over maken. Want eenieder hoort fatsoenlijk behandeld te worden. De grootste ellende is dat die ondernemer ook nog eens een hele intense, actieve, praktiserende kerkganger is. Hij gaat elke zondag naar de kerk. Neemt deel aan de bijbellessen om nog meer over de leer van God te weten te komen. Als je met hem praat gaat het bijna alleen over het geloof. Hoe goed hij leeft en hoe hij volgens de bijbel leeft, want dat is wat God van je vraagt.

edereen dan ook wil leven. Waar het mij om gaat is dat je niet alleen op zondag halleluah, hosanna moet roepen in de kerk. Die een of twee uurtjes die je in de kerk doorbrengt moet je niet alleen goed leven, uitzinnig zijn over God. Het woord moet je tot je nemen. Dat is één. Maar de kunst is te leven naar het woord en dat de rest van de week in praktijk te brengen. En niet alleen die twee uurtjes op zondag.

‘waarden’. De waarden zijn bijvoorbeeld: geven om elkaar, elkaar vergeven, heb je naaste lief (liefde), respect, niet egoïstisch zijn, genade, delen, rekening houden met een ander en zo kan ik er nog veel meer opnoemen. De waarden zijn universeel. Als je nou rooms-katholiek bent of de islam naleeft, of wat voor kerk je ook dient. Het is dus de kunst om deze waarden na te leven, toe te passen in je dagelijks leven. Het moet een deel van je persoonlijkheid worden, internaliseren. Al je handelingen in het dagelijks leven moeten op god (je geloof) gericht zijn. Ik heb een mooi voorbeeld. Op school leer je de tafels 1 t/m 10 uit je hoofd. Die tafels moet je niet alleen in de klas voor die enkele uurtjes kennen. Je moet ze altijd kennen. Als je ziet dat je het zelf niet aankan, dat het niet gaat, vraag dan om hulp. Werk er zelf aan. Het geloof kun je vergelijken met een sinaasappel. De verschillende verhalen zijn de schil, wat de de kerken verkondigen en het vruchtvlees dat is de kern, de boodschap, de waarden, de les die word doorgegeven. Die is in alle geloven dezelfde.

Lita Gunther