Het zijn barre, oorlogszuchtige tijden. Ik moest daarom aan mijn Vredeling huwelijk terugdenken. Geen idee wat dat is? Ik zal het uitleggen. Als jonge student rechten in Leiden (natuurlijk in Leiden, als je ooit in de Hoge Raad wil komen. En zeker niet in Rotterdam waar een hele slimme maar ook malle hoogleraar het strafrecht wilde afschaffen, en dat was nou juist mijn studierichting.
Rotterdam leek mij dus niet handig, ook al was studeren, zoals het hoort, bijna gratis. Maar dit terzijde.) ontving ik een oproep voor de medische keuring militaire dienstplicht. De minister van Defensie Henk Vredeling, die bekend stond om zijn drankzucht en hekel aan militairen, bood uitkomst: Als je trouwde, werd je vrijgesteld van de dienstplicht. Dat kwam mij goed uit, ik vond het ook niet zo’n fraai idee om op de medemens te moeten schieten.
Trouwens, met mijn vriendin, uit liefde, dat wil ik er uiteraard wel even bij vermelden, zodat u mij niet verdenkt van opportunisme. Het huwelijk is na enige tijd ontbonden, maar daar heb ik de heer Vredeling maar niet van op de hoogte gesteld. Deze escape aan het militarisme kwalificeerde mij direct als advocaat om potentiële dienstweigeraars bij te staan. De wet gewetensbezwaren militaire dienst beleefde zijn hoogtij jaren.
Wie tegen geweld was, en dat een beetje handig onder woorden wist te brengen, werd erkend als dienstweigeraar en behoefde de dienstplicht niet te vervullen. Wie onverhoopt door de minister niet erkend werd, kon beroep instellen bij de Raad van State. De desbetreffende afdeling aldaar bestond vooral uit gepensioneerde ministers en andere bejaarden van wie men vond dat die de maatschappij een dienst hadden bewezen.
Aldaar te Den Haag met mijn dienstweigeraar in spe in de eerbiedwaardige zaal van de Raad aangekomen, moest ik uitleggen dat mijn cliënt geen zin had om mee te doen aan het militaire feest, rare uniformen te dragen en propaganda in de vorm van militaire muziek te moeten aanhoren. Een staatsraad schrok wakker en vroeg mij persoonlijk: dus u mijnheer Rhijnsburger vindt het niet goed dat op Prinsjesdag hier op het Lange Voorhout de Koninklijke Militaire Kapel marcheert?
Ad rem als ik ben antwoordde ik dat ik daar dan weer niet tegen was, omdat mijn vader (militair, jazeker!) zijn leven lang als fluitist aan dat orkest verbonden was. De twee andere staatsraden konden daar wel om lachen. Mijn cliënt werd alsnog erkend als dienstweigeraar. En mijn guilty pleasure is nog steeds militaire muziek.
Stichting Sociaal Advocaten Rotterdam
Crooswijksesingel 34
3034 CJ Rotterdam
010-4044085 direct of 010-4650966 algemeen
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar