Dezer dagen vieren wij honderd jaar kinderpostzegels. Daar zit op zich zelf al een mooi verhaal aan. ‘Armoede. Eenzaamheid. Problemen thuis. Honderdduizenden kinderen worstelen elke dag met deze problemen’, haal ik van hun site kinderpostzegels.nl/pages/100-jaar. ‘Zij hebben geen veilige plek, krijgen geen steun in hun omgeving of missen de sociaal-emotionele vaardigheden om met hun situatie om te gaan. In hun leven ontbreekt een goede basis om veerkrachtig te zijn. Terwijl geen kind zonder kan ā op school, thuis, overal! Want veerkracht is als een superkracht in je hoofd en je hart die je helpt in moeilijke situaties. Laat deze kinderen niet in de steek. Geef ze de basis om veerkrachtig te kunnen zijn. Geef ieder kind superkracht.’ Oftewel:Ā koop straks weer kinderpostzegels.
Zelf heb ik, niet speciaal over kinderpostzegels maar over postzegels in het algemeen, een mooi verhaal.
Ik ben in de jaren ’50 een bevlogen postzegelzegelverzamelaar geweest. Voor zover nu nog post met zegels komt, bewaar ik die uit nostalgische overwegingen bijna allemaal ā en daar zitten twee serieuze motieven achter.
Het ene is dat ik me later bewust ben geworden dat ik aan die ‘philatelie’ vanzelf een soort zintuig met bijbehorend gevoel heb ontwikkeld voor de historische ontwikkeling van de politieke wereldkaart en haar geschiedenis/ Ik geef Ć©Ć©n voorbeeld: kop van Hitler op zegels van ‘Bƶhmen und MƤhren‘ en Sudetenland and all that].
Het andere is dat ik later aan die postzegel heb geleerd wat een ‘wereldhistorisch’ kantel-moment [mooi woord van onze voormalige overbuurman Jan Rotmans!] zich voordeed op 6 mei 1840, toen de eerste postzegel werd uitgegeven. Dat gebeurde in Londen door Rowland Hill. Die werd in 1833 een zeloot [= actief lid] van de Society for the diffusion of useful knowledge . Deze Society was in 1826 in Londen opgericht, voornamelijk op instigatie van Whig-parlementslid Henry Brougham, met als doel informatie te publiceren voor mensen die geen formele opleiding konden volgen of die de voorkeur gaven aan zelfstudie. Rowland Hill baarde opzien met zijn schrijven Post office reform, Its importance and practicability (Londen, 1837), waarin hij een ingrijpende hervorming van de Engelse posterijen voorstelde. Daarbij moest volgens hem ook een uniform portotarief van 1 penny voor brieven met een binnenlandse bestemming met een gewicht tot een half ounce worden ingevoerd. Hierdoor wordt Rowland Hill gezien als uitvinder van de postzegels. De grote verandering die hij doorvoerde, was het briefport te laten betalen door de afzender. Voordien gebeurde dit door de bestemmeling. Rowland Hill had gemerkt dat hiermee vaak werd gefraudeerd. De afzender plaatste een op voorhand met de bestemmeling afgesproken code op de brief, waardoor deze laatste zijn bericht reeds kon lezen zonder achteraf voor de zending van de brief te hoeven betalen. Dan kon de bestemmelingen de brief weigeren, zonder iets te betalen.
Wie nu, 1840, een brief verstuurde, moest niet alleen vooraf betalen [de afschaffing daarvan alleen al was in 1840 nieuw], maar moest ook zijn ‘betaalbewijs’ alias ‘kwitantie’ in de vorm van de postzegel op de brief te plakken en zodoende afgeven en met zijn brief meesturen.
Deze fundamentele vernieuwing kan men volgens mij alleen duiden als een eerste, althans historisch vroeg voorbeeld, van geld als gestold vertrouwen. En dĆ t is in deze [intussen vervloden] tijden van de corona-pandemie een actueel thema! EN het is een mooie topos (= thema) in de esoterische maatschappijleer volgens Rudolf Steiner!
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar