De ruin Laredo, manegepaard, wilde wel met Jan-Willem Körner op de foto.
75 jaar CHIO Kralingen – ‘Mind over matter’
Voor de Ster van Kralingen bezoek ik de Rotterdamsche Manège in het Kralingse bos. Het CHIO, dat hier wordt gehouden en georganiseerd, heeft dit jaar haar 75e editie. Ik spreek met Jan-Willem Körner, 84, die vanaf 1969 tot 2006 in het bestuur van het evenement zat. Een van vele functies die hij in de paardensport bekleedde.
‘Een jaar of tien geleden kreeg de manege recht op eeuwige pacht van de gemeente,’ zegt Körner, als we door de gebouwen van de manege lopen.
Her en der wijst hij attributen aan, de muziekloge in de binnenrijbaan, de metalen paardenhoofden in de stallen. Ze dateren van voor 1937 en komen uit een oude manege aan de Nieuwe binnenweg in Rotterdam. Deze manege in het bos is voor eeuwig, de tijd lijkt hier stil te staan.
De paardensport kent een lange traditie, waarbij paard en mens een sportieve prestatie leveren. Deze traditie werd ooit door adel gecultiveerd. De manege in Kralingen, die van 1937 dateert en het CHIO dat in 1948 voor de eerst keer werd gehouden, zijn in het leven geroepen om de hippische tradities voort te zetten.
Rotterdam op de kaart
‘De adel heeft bij ons nooit een rol gespeeld bij de oprichting van het CHIO,’ zegt Körner. ‘Nul punt nul.’ Ook mijn suggestie dat havenbaronnen iets met de oprichting te maken hadden, wuift hij weg, ‘ik houd niet van dat woord. In de top van de grote bedrijven in Rotterdam zaten veel paardenliefhebbers. Dat waren niet altijd havenmensen. Je had de directeur van Heineken, van de Holland- Amerika lijn en Job Dura, een aannemer. Ze hadden het plan om een nieuwe manege in het bos aan te leggen en om met die manege een Concours Hippique International Officiel te organiseren. Adolf Klebe, de toenmalige directeur van de Rotterdamsche Manège aan de Binenweg, sloot zich hierbij aan en zorgde voor de hippische know how. De anderen konden aan geld komen.’
Met de komst van het CHIO kreeg Rotterdam zijn eerste internationale sportevenement na de Tweede Wereldoorlog. Al op het eerste CHIO in 1948 was er een landenwedstrijd. Het Nederlandse team won.
Toen Jan-Willem Körner uit Velp in 1961 economie ging studeren in Rotterdam, had het CHIO zich ontpopt tot een tournooi met internationale allure. Hij werd lid van Marcroix, de studenten ruitervereniging. ‘Ik hield al van paardensport en ik had met mijn vader het CHIO al bezocht toen ik vijftien of zestien was. De sfeer van de paarden in het bos vond ik geweldig en ik werd assistent van de assistent van het secretariaat van de manege. Zo is het voor mij begonnen.’
Ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan, kreeg het CHIO Rotterdam het Europese kampioenschap toegewezen, in 1967. In 1969 is de stichting CHIO opgericht, waar voorheen de manege de organisatie en het financiele risico droeg. Dit was niet meer op te brengen. ‘Er zijn jaren geweest dat sponsoren zich opeeens terugtrokken en dat we verlies draaiden. Dan moest er bijgepast worden door deze of gene.Welwillende sponsors.’
Het grote geld
Niet alleen de ruiters gaan op het CHIO de competitie aan, ook de concoursorganisaties onderling zijn in competitie met elkaar.
De paardensport is veel commerciëler geworden, sinds de start van het Nederlands CHIO. Waar in ’48 de hoofdprijs 250 gulden was, ‘dat zoop je er in een avond doorheen,’ bedraagt het nu een ton.
‘ Misschien is het inmiddels opgelost, maar ik begreep dat we nu hier geen sponsor hadden voor de Grand Prix, op zondag. Dan praat je over 100.000 euro prijzengeld, alleen al voor die rubriek. De concurrentie tussen de internationale concoursen is te groot. Sommige landen zoals Qatar en Saudi-Arabië kunnen de deelnemers alle transport- en reiskosten aanbieden. Het risico bestaat dat je niet meer tegen die andere concoursen op kunt.’
De toekomst
Jan-Willem Körner heeft vertrouwen in de toekomst van het Nederlands CHIO in Kralingen.’De kracht van het CHIO is onze traditie, de sfeer, dat we al zo lang op deze plek zitten met goede faciliteiten en ruiters en sponsoren komen hier graag. We moeten daar aan blijven werken. Inmiddels loopt er op het CHIO geen wedstrijdpaard meer rond met een waarde onder de vier ton. Dat moet ook allemaal veilig kunnen.’
‘Dat we internationaal meetellen, blijkt uit het feit dat wij als een van de slechts vijf concoursen meedoen aan de nieuwe prestigieuze Longines League. Een competitie waarbij de beste teams van de wereld strijden tijdens vier kwalificaties in UAE, USA, Zwitserland en Nederland (heden te zien te Rotterdam).’
Tot slot
Jan-Willem Körner heeft zelf ook paard gereden. Hij reed bijvoorbeeld op jachtpaarden. Ook zorgde hij voor een rubriek op het CHIO, buiten de officiële competitie om, waar jachtpaarden een parcours afglegden en door juryleden werden beoordeeld. ‘Het springrijden komt natuurlijk voort uit de jacht met paarden en honden, over sloten en weilanden.’ Met paardrijden is hij inmiddels gestopt, nadat zijn trouwe paard Frits hem uit het zadel heeft geworpen, ‘zonder kwade opzet.’ Inmiddels loopt het dier nu voor zijn rijtuig.
Wat staat er op het spel in de paardensport dat sponsoren en paardeneigenaren zoveel geld neerleggen voor de sport? Het is opmerkelijk dat er geen zichtbare tegenstander is waartegen de atleet het opneemt in de dressuur of het springrijden op het CHIO. De grootste tegenstander van de ruiter is hij of zij zelf. Juist dit aspect werd vroeger aan het hof door de adel benadrukt en in de sport tot uiting gebracht. Mind over matter. Het paard houdt de ruiter een spiegel voor, het gaat niet alleen om de natuurlijke aanleg van het paard, maar ook om de mentaliteit van de ruiter. In ieder geval is dat ook wat ik in interviews de afgelopen jaren met paardensporters heb meegekregen. En dan is er nog dat wonderlijke fenomeen dat mens en dier lijken samen te smelten in intentie en beweging. Over de traditie van de paardensport en ook de betekenis die de sport heeft voor de paardenliefhebber is nog veel te zeggen en voor mij, als leek, te speculeren.
(Tekst: Joris Zee)
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar