In mei van dit jaar kreeg ik een mailbericht van de Gemeente Rotterdam. Ik bleek geselecteerd te zijn voor een enquête over auto’s en zo. Daar was ik gauw klaar mee. ‘Ik doe niet mee, want ik heb zelf geen auto’, antwoordde ik per kerende post. Maar ik voegde toe: ‘Ik maak gebruik van uw bericht om u via de ‘contact’-knop in uw bericht een vraag over iets heel anders te stellen.’

Die vraag over iets heel anders had te maken met iets dat me ooit ergens in 2021 overkomen was. Ik had toen van de Gemeente een bericht gekregen inzake de ‘Corona Gezondheidsmeter 2021’. Ik was ik geselecteerd voor onderzoek naar mijn gezondheid, en nu kreeg ik het verzoek een vragenlijst in te vullen.

De eerste vraag luidde ‘Wat is uw geslacht?’; ik moest één van drie (!) mogelijkheden aanvinken: ‘Man, Vrouw, Overig’ (accentuering met vetdruk en onderstreping van mij).

Dat was even wennen. Sta ik in de administratie van mijn gemeente geboekstaafd als potentieel ‘overig’ (voor zover ik het begrijp, bedoelen ze aan de Coolsingel daarmee iets als ’transmens’)?

Ik leefde (en leef eigenlijk nog steeds) in de zekerheid dat de code XY in mijn genetische make-up een wetenschappelijk feit is (en wist en weet natuurlijk ook wel van enige afstand dat de natuur soms bizarre bokkesprongen maakt, waardoor hermafrodieten niet alleen voorkomen in mythen, maar een enkele keer ook in biologische zin bij mensen [officieel heet het dan ‘intersekse-conditie], maar dit terzijde).

Maar alras bleek dat ik gewoon een tijdje niet goed bij de les was geweest.

Amper een week geleden, 15 juli meldde de NRC in een artikel van bijna 2.000 woorden dat we (ik vat het nu gemakzuchtig kort samen) zelf moeten mogen bepalen of we M of V in ons paspoort willen, want alleen het gender (of moet ik nog schrijven gender, cursief omdat het Engels is?) dat wij zelf voelen is bepalend. Voor de zekerheid heb ik het bij mezelf even nagekeken. Bij ‘geslacht / sex / sexe /’ (NL / UK / F, voeg ik toe) staat in mijn paspoort gewoon M/M.

Het staat er zelfs twee maal – Waar zou dàt nou voor zijn? Ik vloog even cyberspace in en toetste mijn vraag op Google. Tot mijn verbazing kreeg ik een telefoonnummer waar ik met mijn vraag terecht zou kunnen – en een wel heel eenvoudig nummer: 1400. Daarmee kun je gewoon de Rijksoverheid bellen. Ik toetste het in, kreeg na een kort menu-achtig automatisch eerste stukje tekst een vriendelijke dame aan de lijn. Ze zou mijn vraag opzoeken, ik moest even wachten. Binnen enkele minuten kreeg ik het antwoord: mijn geslacht staat er in twee talen: Man en Man (≈ male). In het tevredenheidsonderzoek dat ik daarna invulde gaf ik op alle vragen de hoogt mogelijke waardering. Zo KAN het dus ook in de omgang tussen burger en rijksoverheid.

Terug naar waar we gebleven waren. ‘Ben ik misschien even niet bij de les geweest?’, vroeg ik mezelf hierboven af.

’t Is nog veel erger. Ik blijk al enige tijd op een andere planeet te leven. Het bleef maar komen.

Een dag later, 16 juli, had Trouw in de zomerse tijdgeestbijlage een uitvoerig verhaal over ene Mariken Heitman. Had ik nooit van gehoord; bij consultatie op internet blijkt dit een veelvuldig gelauwerde schrijfster te zijn (* 1983; ‘Ik schrijf korte verhalen en romans’, vind ik op een of andere site die boeken en auteurs promoot. ‘Daarnaast ben ik bioloog, tuinder en docent [bd landbouw]. Mijn werk vindt zijn oorsprong in de natuur[verschijnselen] en ontwikkelt zich verder in het menszijn: identiteit, gender, oorsprong, wezenlijkheid. Ik bevraag graag de ongeschreven en soms onbewuste “regels” waarbinnen ons leven zich afspeelt en het spel tussen fictie en werkelijkheid is daarbij mijn instrument.’).

Deze amper vijf dozijn autobiografische woorden kan ik niet bevatten; op de plaatjes die ik bij de teksten over deze persoon zie, zie ik duidelijk een mannelijk persoon. Voorlopige conclusie: dit alles bevindt zich aan gene zijde van mijn benul.

Ietwat bemoedigend is een brief in de NRC van 22 juli. Bertine van Brakel, Voorburg, schrijft daar naar aanleiding van een eerdere brief van Miriam Korver … ‘ dat het eens een keer afgelopen moet zijn met het publiceren van meningen over transfobe berichten. …  Het hele debat over gender en sekse is ondertussen dermate verhard dat elke mening fout is – of zo wordt geframed. Ik begin mijn buik vol te krijgen (pikante beeldspraak in dit verband [HV]) van lieden die bij de minste of geringste afwijkende mening over transgenders de ideologische stormbal hijsen, er melodramatisch op wijzen dat er zelfs doden kunnen vallen. Dat er überhaupt meer vrouwen dan mannen door geweld om het leven komen, laten we voor het gemak dan maar buiten beschouwing. Als transseksueel kan ik echt prima voor mezelf opkomen. Daar heb ik de ‘hulp’ van mensen zoals Korver niet bij nodig. Liever niet zelfs, want ik ben geen onmondige kleuter. Mijn verzoek aan de sympathisanten: praat voortaan met mij, maar niet over mij.’

Regenboog(LGBT)vlag

Echte troost vind ik in de reactie die ik destijds kreeg van de Gemeente Rotterdam op mijn contact-knop-actie: ‘Beste Hugo, Dank voor de vraag die u via onze onderzoeksmailbox stelde. Uw vraag “Hoe werkt dit bij u” is een heel brede vraag. Ik beantwoord hem vanuit de onderzoeksrol van onze afdeling. Bij het uitvoeren van onderzoek middels een enquête hebben de enquêtevragen betrekking op het onderwerp van het onderzoek. Per onderwerp overwegen we of het noodzakelijk is om aanvullend vragen op te nemen over achtergrondgegevens van de persoon die de enquête invult (de respondent). Noodzakelijk omdat we relevante verschillen verwachten tussen bepaalde groepen, waar we in de conclusies bij het onderzoek rekening mee moeten houden. Geslacht is een achtergrondgegeven, net als bijvoorbeeld opleidingsniveau.  De respondent vult bij deze vraag, net als bij de andere enquêtevragen, het antwoord in dat deze  op dat moment het meest passend vindt. We voegen de antwoordcategorie ‘overig’ toe, om alle respondenten ruimte te bieden een passend antwoord te geven.  De categorie ‘overig’ is een brede categorie. Omdat het onderzoek leidt tot resultaten op het niveau van grotere groepen, heeft het geen meerwaarde deze categorie te vervangen door verbijzonderingen. Als dat al zou kunnen, omdat er veel mogelijkheden zijn. Met deze toelichting hoop ik dat u in voldoende mate antwoord heeft op uw vraag. Met vriendelijke groet, Wilma Klaus-Meijs, Teamleider, Gemeente Rotterdam Bestuurs- en Concernondersteuning – Onderzoek- en Business Intelligence Onderzoeksteam 1 -Postbus 1130 3000BC Rotterdam  … (mw. Klaus gaf zelfs een mobiel telefoonnummer!), website www.rotterdam.nl

Ik heb intussen, geïnspireerd door wat ik hierboven allemaal besproken heb, een dag of wat geleden al teruggeschreven dat ik eens zou willen komen praten. Ik zal u op de hoogte houden.

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.