De kop boven dit stukje duidt aan dat ik een boodschap wil uitdragen. Aanstaande zaterdag begint de Boekenweek. Het thema van die Boekenweek is de “pluriformiteit van onze identiteit”. Dat begrip ‘identiteit’ is al sinds vele jaren helemaal mijn ding. Hier moet ik iets mee. Deze kop is een eigen verzinsel. Het is een samentrekking van twee oneliners die komende dagen breed in de media zullen circuleren. De ene oneliner is ‘Anders ben ik met jou’. Dat is de titel van het BoekenweekGEDICHT. Dat is geschreven door Tsead Bruinja (*1974). De andere oneliner is ‘Ik ben alles’. Dat is de titel van het BoekenweekESSAY. Dat is geschreven door auteur en columnist Raoul de Jong (*1984). Mijn samentrekking is geïnspireerd door leven en werk van de Griekse filosoof Socrates, omstreeks 400 v.C. ‘Ik weet alleen dat ik niets weet’, was zijn levensmotto.
Tegelijk liep hij de hele dag door Athene en vroeg aan Jan en alleman of die wel wist wat-ie deed. Dat bleek dan niet het geval te zijn, en in een van de vele klassiek geworden dialogen concludeerde Socrates dan dat ze SAMEN uit hun onwetendheid los konden komen. ‘Samen met u, lezer, kunnen wij bijna alles’, concludeer ik nu. De lezer tot wie ik mij in het bijzonder richt, is Pia Dijkstra (*1954), D66 auteur van een plan voor ‘Voltooid leven’. In 2016 werd zij in brede kring bekend door de publicatie van haar tekst hierover: ‘Ouderen die door hun hoge leeftijd vinden dat alles van waarde achter hen ligt en de toekomst hen niets meer brengt, kunnen dit ervaren als een verlies aan identiteit en persoonlijkheid. Ongeacht hoe hun omgeving hier over denkt. Als iemand dan voor zichzelf concludeert: «mijn leven is voltooid, ik wil het zelf op een waardige manier beëindigen», dan zou die wens gerespecteerd moeten worden en er geen belemmeringen moeten worden opgeworpen. Zij moeten daarom in aanmerking kunnen komen voor hulp bij zelfdoding door een speciaal daarvoor opgeleide hulpverlener.’ Dixit Pia Dijkstra zeven jaar geleden. “Dit kan niet”, voelde ik toen ik dat las. “Dit is geen stervenshulp, maar systematische zelfmoord met behulp van een ander. En van suïcide heeft Albert Camus (1913-1960) overtuigend beargumenteerd dat dit het enige echt serieuze probleem van de filosofie is (‘De Mythe van Sisyphus’, 1942).
Anders gezegd: Pia Dijkstra en zij die haar redenatie onderschrijven, gebruiken het begrip ‘identiteit’ op een onmogelijke manier. Identiteit is niet iets waarvan je delen kunt verliezen. ‘Voltooid leven’ wordt gepresenteerd als specifiek bedoeld voor (oudere) mensen die ‘verlies aan identiteit’ ervaren, maar wie verliest aan identiteit, is juist dáárdoor (of ‘daardóór’?) niet meer bekwaam om de, de letterlijk, laatste, zwaarst wegende beslissing die een mens kan nemen, te nemen en uit te voeren. Ik ga een eindje méédenken met Pia Dijkstra en haar mede-activisten. Wat is identiteit eigenlijk? Die vraag kan niemand beantwoorden. Het is in elk geval een van oudste, meest zwaarwegende, pluriforme begrippen in de filosofie. HOERA! ‘Pluriform’! Hier klinkt het motto van de Boekenweek (* 1932) van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (*1983).

In mijn eigen beleving van mijn identiteit ben ik (*1937) de eerste bijna tachtig jaar modaal goed gezond geweest. Na een paar jaar wat kwakkelen aan mijn hart moest ik eind januari vanwege een verontrustend electrocardiogram opeens acuut naar het Franciscus Gasthuis. Na een paar uur op de Hartbewaking mocht ik naar huis. Intussen had zoon Arne daar deze foto van mij gemaakt. Al die tijd heb ik niets verloren aan identiteit. Eerder is het tegendeel het geval. Wat hebben jullie, Pia Dijkstra en andere deezesenzestigers en andere Voltooid-Leven-zeloten, nu als antwoord aan mij? (H.V.)
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
Trackbacks/Pingbacks