Op het moment dat ik begin aan dit stukje, vorige week vrijdag, is nog onzeker of de Australiër Julian Assange, de oprichter van Wikileaks, wel of niet door Engeland, waar hij nu verblijft, zal worden uitgeleverd aan Amerika. Daar wacht hem dan een in principe levenslang durende gevangenisstraf vanwege spionage en verraad. Maar zeer velen, waaronder ik en vrijwel zeker talloze Ster-lezers, vinden dat op z’n zachtst gezegd onjuist. Assange heeft gewoon gebruik gemaakt van de vrijheid van drukpers die wij allen willen. Zodoende heeft hij onrechtmatig handelen van onder andere de Amerikaanse overheid en het Amerikaanse leger openbaar gemaakt. Wie vindt dat niet een goede zaak? Wie heeft gelijk? Ga er maar aan staan … Op het moment dat ik dit stukje afrond, afgelopen zondag eind van de dag, is er geen nieuws. Wat kan ik er verder nog over zeggen? Heel veel – eigenlijk alles wat zich laat zeggen. Ik giet het in de vorm van de aanhef van een sprookje. Er was eens niets. Toen kwam iets.
Op hetzelfde moment knalden die twee op elkaar. Dat veroorzaakte een zodanige godsdreun-van-moet-je-nog-ver dat de echo’s daarvan nog steeds voortdreunen.
Zo ontstond de werkelijkheid en zo gaat altijd alles. Van alles dat ontstaat, ontstaat instant ook het tegendeel.
En soms is dat best leuk. Ergens ongeveer een halve eeuw of iets meer geleden liet astronoom Fred Hoyle (1915-2001) in een radio-interview voor de grap de term Big Bang (oerknal) vallen als denigrerende benaming voor pogingen van collega’s om een serieuze theorie te vinden die het ontstaan van het heelal zou verklaren. Gaandeweg werd die term een algemeen aanvaard serieus begrip.
Maar gaandeweg worden die omkeringen minder leuk. In de NRC van 29 december gaf Carolina Trujillo een voorbeeld. Ik kopieer: ‘Op Radio 1 mocht Caroline van der Plas een uur lang kletskoek verkopen onder het mom van terugblikken. Op uitnodiging van professionele presentatoren kan deze politica begrippen als liefde of productie oprekken tot ze omslaan en het tegenovergestelde worden. En ze komt ermee weg ook …. Helemaal bezopen is het als ze fluitend wegkomt met „veeboeren houden van hun dieren”…. Tegenover Margje Fikse beweerde Caroline dat schaalvergroting in de veehouderij niet hoeft te betekenen dat dieren slechter verzorgd worden. Een maand voor Kerst accepteerde dierenactivist Joey Carbstrong in Groot-Brittannië de uitnodiging van een kalkoenenproducent. ‘Kom bij ons in de stal kijken’ stond er op diens website. Carbstrong en zijn team gingen weliswaar ’s nachts de stal in, filmden wat ze aantroffen en lieten bewakingscamera’s achter. … De beelden uit de kalkoenstal toonden precies wat er mis is met schaalvergroting. Carbstrong loopt tussen honderden dieren, zoomt in op gaten in de lichamen en zegt: „Ze verwonden elkaar in gevechten omdat ze de ruimte niet hebben om de hiërarchie op natuurlijke wijze te bepalen.” Als de zee van opeengepakte dieren uiteen wijkt, worden de gevallenen zichtbaar. Kalkoenen met gebroken poten, uit de kom gedraaide gewrichten en rottende ledematen liggen te creperen. Een vogel stikt met bloedende oren in zijn eigen pus. De zorg die een kalkoen een dag later van de boer krijgt, is een schot met een pistoolachtig apparaat, waarna het beestje nog drie minuten ligt te stuiptrekken terwijl de andere dieren toekijken. … De kalkoenen die Carbstrong filmde, krijgen het Britse keurmerk Red Tractor. Op hun website staat: „Het logo betekent dat het voedsel dat u koopt afkomstig is van dieren die goed zijn verzorgd.” Red tractor doet hetzelfde als Nederlandse keurmerken en Caroline van der Plas doen: concepten als zorg, liefde en natuurlijk gedrag oprekken tot ze niets meer betekenen. Zolang ze daar in het publieke debat mee wegkomen, blijft de consument geloven dat hij een dier kan opeten zonder dat het lijdt. Precies zoals de vee-industrie dat wil hebben.’
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar