Op 15 mei schreef columnist Hugo Verbrugh over het driejarig bestaan van het vergeetrecht. Dit recht stelt mensen in bepaalde gevallen in staat om van Google te eisen dat ze zoekresultaten uit de zoekmachine verwijderen. Omdat slechts weinig Nederlanders op de hoogte zijn van dit recht, zet de in Kralingen geboren en getogen ondernemer Willem van Lynden (31) zich in om het ‘recht om vergeten te worden’ bekend te maken onder een breder publiek. Van Lynden is de oprichter van MediaMaze, een bureau voor online reputatiemanagement . Daar biedt hij advies en hulp aan mensen die van het vergeetrecht gebruik wensen te maken.
Wat is het vergeetrecht?
Het vergeetrecht (ook wel bekend als het ‘right to be forgotten’) is vastgelegd in de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming. Omdat het een verordening betreft, moet ieder land in de Europese Unie deze regels in de eigen nationale wetgeving opnemen. In Nederland is dat de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Het vergeetrecht is bedoeld als bescherming van burgers wanneer zij achtervolgd worden door informatie uit het verleden die irrelevant, niet langer relevant of buitensporig is. Omdat Google drie jaar geleden in een rechtszaak werd aangemerkt als een verwerker van persoonsgegevens, betekent dit dat Google en andere zoekmachines zich ook aan dit recht moeten conformeren. In de praktijk betekent dit dat als er bij een zoekopdracht naar de naam van een persoon zoekresultaten verschijnen die verwijzen naar informatie over deze persoon die irrelevant, niet langer relevant of buitensporig is, dat Google deze moet verwijderen als daar om wordt gevraagd. Daar moet wel de kanttekening bij geplaatst worden dat hier altijd de afweging bij wordt gemaakt of er bij die informatie sprake is van een publiek belang of niet. Als er een publiek belang is bij de betreffende informatie dat zwaarder weegt dan het persoonlijke belang, dan wordt het zoekresultaat niet verwijderd.
MediaMaze heeft een website met nieuws rondom het vergeetrecht opgezet (www.vergeetrecht.eu) en biedt daarnaast middels een telefonische helpdesk hulp en advies aan voor mensen die van dit recht gebruik willen maken, maar waarom?
Van Lynden: Ik heb een onderneming (MediaMaze) die klanten helpt om de online reputatie te verbeteren, met name gericht op zoekmachines. Onze klanten komen dikwijls bij ons terecht omdat er bij zoekopdrachten naar hun naam één of meerdere zoekresultaten verschijnen die hun reputatie schaden. Nu het vergeetrecht er sinds drie jaar is, hebben we naast onze andere methodes er een interessant middel bij gekregen om onze klanten in bepaalde gevallen te helpen. Hoewel de standaard procedure voor een vergeetrecht-verzoek in principe door iedereen zelf te volgen is, merk ik dat hierover nog weinig kennis bij de mensen aanwezig is. Daarom heb ik de website www.vergeetrecht.eu en de bijbehorende helpdesk opgezet, zodat geïnteresseerden hier terecht kunnen voor informatie en advies. Bovendien kan men altijd aan ons vragen om de procedure voor hun uit te voeren. Wij hebben inmiddels zeer veel ervaring opgebouwd met het vergeetrecht en kunnen daarom de kans op succes vergroten.
Voor wie het vergeetrecht interessant is
Het klassieke voorbeeld is de rechtszaak waardoor het vergeetrecht voor zoekmachines in 2014 werd ingesteld. De Spanjaard Mario Costeja zag dat er in Google na een zoekopdracht naar zijn naam werd gelinkt naar een bericht in een krant waarin werd vermeld dat zijn huis wegens financiële problemen te koop stond. Hoewel dit voorval inmiddels meer dan tien jaar geleden was en hij geen enkel financieel probleem meer had (informatie dus niet meer relevant), werd iedereen die naar informatie over hem zocht hier aan herinnerd. Dit schond zijn privacy, omdat hij zo de reputatie droeg van iemand die slecht met geld kon omgaan. Uiteindelijk besloot de rechter dat Google de verwijzing naar deze niet langer relevante informatie moest verwijderen. Maar er zijn nog veel meer soorten situaties waarin het vergeetrecht toepasbaar is, bijvoorbeeld bij gênante beelden of uitspraken uit de studententijd of schadelijke aantoonbaar onjuiste informatie over iemands beroep of verleden.
Wanneer naar de rechter?
De rechter is in principe een laatste stap. Als iemand een zoekresultaat uit Google wil laten verwijderen dan kan deze persoon hiervoor een online formulier van Google invullen, met daarin onder andere de naam van de persoon, de betreffende URL’s en een motivering. Een meerderheid van de verzoeken via deze weg wordt afgekeurd, dit hoeft echter niet altijd te betekenen dat het verzoek onterecht is. Google laat lastige beslissingen liever voor wat ze zijn. Als een verzoek middels dit formulier is afgekeurd dan kun je binnen zes weken na de afwijzing terecht bij de Nederlandse Autoriteit Persoonsgegevens om daar bemiddeling aan te vragen. Als zij jouw verzoek gerechtvaardigd vinden dan zullen ze onderhandelen met Google om de resultaten toch te verwijderen. Als ook dit niet succesvol is, dan is je gelijk halen via de rechter de laatste stap.
De afweging tussen publiek en persoonlijk belang
In Europa is het recht op privacy een belangrijk gegeven, maar de vrijheid van meningsuiting en informatie is dat ook. Wanneer beide rechten botsen moet de afweging gemaakt worden wat in die situatie zwaarder weegt en de Hoge Raad heeft eerder dit jaar besloten dat het recht op privacy hierbij een streepje voor heeft. Bij het vergeetrecht wordt vooral gelet of er een publiek belang is bij de informatie die verwijderd zou moeten worden. Dat een glazenwasser 15 jaar geleden een gokschuld had is minder relevant voor het publiek dan een politicus die in het verleden is veroordeeld voor corruptie. Zo kan een zoekresultaat wel onder het vergeetrecht vallen, maar toch niet verwijderd worden omdat het publieke belang bij beschikbaarheid van de informatie groter is.
Wat gebeurt er als een vergeetrecht-verzoek wordt goedgekeurd?
Dan verwijdert Google de betreffende zoekresultaten bij zoekopdrachten naar de naam van de betreffende persoon op alle EU-domeinen van Google en het .com-domein voor zoekopdrachten vanuit het land van de indiener. De informatie blijft dus gewoon beschikbaar bij de bron, maar is alleen niet meer te vinden via Google. In de praktijk betekent dit meestal dat het bijna niet meer wordt gelezen, tenzij iemand echt diep gaat graven. Verder gaat het dus alleen om zoekopdrachten die de naam van de persoon bevatten, bij andere zoektermen kan de pagina nog wel bij de zoekresultaten verschijnen. Het zoekresultaat zal sowieso altijd zichtbaar blijven voor mensen die Google-domeinen gebruiken van buiten de EU (bv. .br of .co.za) of het .com-domein vanuit landen buiten de EU.
Hoeveel verzoeken door Nederlanders zijn er inmiddels toegekend door Google?
In de afgelopen drie jaar zijn er meer dan 33.000 verzoeken gedaan bij Google vanuit Nederland voor meer dan 116.000 URL’s. Ongeveer 46% hiervan is uiteindelijk door Google verwijderd uit de zoekresultaten.
Ontwikkelingen met betrekking tot het vergeetrecht
Van Lynden: ik verwacht dat het in de komende jaren duidelijker wordt in welke gevallen strafrechtelijke persoonsgegevens nou wel of niet in aanmerking komen voor een vergeetrecht-verzoek. Op dit moment bestaat daar nog te veel onduidelijkheid over. Daarop aansluitend hoop ik dat er meer regelgeving komt die het vergeetrecht en de bijbehorende procedure inzichtelijker en toegankelijker maakt. Er worden nu nog teveel ad hoc beslissingen genomen waardoor de besluitvorming soms lastig te volgen is.
(MediaMaze / Willem van Lynden)
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
[wysija_form id=”1″]
recent commentaar