“De tijden veranderen, wij veranderen met hen”. Dat zegt een Latijns adagium. Ik heb het vaak geciteerd en er vaak over geschreven. Nu komt er iets nieuws.
De herkomst van mijn adagium is niet bekend. Ik probeer maar wat om te begrijpen wat het betekent of zou kunnen betekenen en schrijf op een papiertje ‘Tempora mutantur et nos mutamur cum illis‘. Dat papertje houd ik virtueel tegen het licht en ik ga er close reading mee te doen. Uit wat ik lees, concludeer ik dat de zeven woorden van die tekst een soort zichzelf van binnen uit waarmakende voorspelling in zich te dragen. Snap ik het nu?
Ja (een beetje) en nee (daarom schrijf ik het op. Ik hoop dat dat helpt). Zeker is dat de historische oorsprong van die tekst verborgen ligt in de nacht der tijden, dans la nuit des temps. Er is ook niet een eerste auteur van bekend. Van de grijze oudheid tot het einde van de Middeleeuwen circuleerde het adagium in verschillende versies wanneer ergens een “singulariteit” plaats vond. Dat leert het verhaal over de alsmaar veranderende versies in verschillende contexten.
We maken nu een grote sprong in de lucht en landen ergens omstreeks 1700. Daar stelde Leibniz de vraag ‘Waarom is er iets en is er niet veeleer niets?
Dat is natuurlijk een totaal onmogelijke vraag. Om toch iets (!) te doen, heb ik een sprookje bedacht. Het heet ‘een korte geschiedenis van de werkelijkheid’.
‘Er was eens “niets”. Toen kwam “iets”. Die twee knalden op elkaar. Daardoor vond een “singulariteit” plaats. En een singulariteit is ‘iets, dat maar één keer kan’.
Wat ‘singulariteit’ nog meer is of zou kunnen zijn, kunnen we niet weten. Het is wel een filosofische vakterm. Die unieke knal bewerkstelligde een onvoorstelbare ‘godsdreun van moet je nog ver’. De echo’s daarvan weerklinken nog steeds. In het verloop van deze ontelbare aeonen vóórtdurende weer-weer-weer- … weerklink-klink-klink-klinkende echo’s is een zelf-emergent proces ontstaan. (Een emergent verschijnsel ontstaat door interactie van verschillende factoren [objecten, golven, krachten, ideeën] waardoor nieuwe entiteiten [systemen, objecten, patronen, reacties, inzichten] ontstaan die kenmerken en eigenschappen hebben, die niet aanwezig zijn bij de samenstellende of onderliggende factoren).
In dit emergente verschijnsel krioelen ultrakleine (in de hersenen) en ultragrote (opeenvolging van incarnaties) en middelgrote (ademhaling, bloedbeweging, slapen en waken, …) onophoudelijk doorelkaar.
De, voor zover mij bekend, eerste filosoof die dat zo begreep, was Pythagoras (circa 570-500 v.Chr.). In de kosmos weerklinkt onafgebroken ‘universele muziek’, ook wel genoemd ‘muziek van de sferen of harmonie der sferen’. Wij zijn ons daar niet bewust van en horen die dus niet omdat we ze vanaf onze komst op aarde onafgebroken ‘horen’,. … Het universum wordt bestuurd door harmonieuze numerieke relaties en de afstanden tussen de planeten komen overeen met muzikale intervallen (Wikipedia).
Buiten de sfeer van de muziek creëren ritmen categoriëen. Een klassiek voorbeeld uit het verleden is de kijk op kindersterfte in de loop der eeuwen. Het sprookje van Andersen over ‘Het meisje met de zwavelstokjes’ (1845) illustreert dat. Op oudejaarsavond zwerft een meisje op haar blote voeten door de stad, haar schoenen is ze kwijtgeraakt. Alle mensen doen inkopen of zitten gezellig met zijn allen thuis in de warmte van het haardvuur. Het meisje moet echter buiten zwavelstokjes, een soort lucifers, zien te verkopen, maar niemand wil er een. Ze durft niet naar huis te gaan zolang ze nog niet alle stokjes verkocht heeft. Ze sterft. Kort na het midden van de 19e eeuw veranderde dat. Arme mensen werden een essentieel eigen categorie en werden actieve ‘spelers’ in de politiek, in maatschappelijk discussies en in sociaal activisme. Voetbalhooligans zijn dat uitdrukkelijk niet. Uit mijn eigen kinderjaren herinner ik me hoe (hoog)bejaarden dat toen ook niet waren. Nu en in de nabije toekomst zijn en worden (hoog)bejaarden die mantelzorg nodig hebben tot in politieke partijen een expliciete veelzijdige categorie.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
Dankjewel Hugo voor je bijdage