Robin Pasveer, 21 jaar, werd geboren en groeide op in de IJsclubdwarsstraat in Rotterdam-Kralingen. In augustus 2015 liet zij zich inschrijven als bewoner van een studentenhuis nabij het Hofplein. Maar van echt daar wonen kwam het niet, want haar moeder bleek plotseling ernstig ziek en had dagelijks verzorging nodig. Robin kwam daarom terug naar huis.

Haar studie aan het Hout- & Meubileringscollege (HMC) moest zij daarom in oktober 2015 (het tweede studiejaar) afbreken. Haar moeder overleed in maart van dit jaar en Robin stond er vervolgens alleen voor. Er bleek heel veel geregeld te moeten worden. Ze betaalde de huur maar dacht er niet aan huurbaas Woonstad Rotterdam te verzoeken in haar ouderlijk huis te mogen blijven en ze realiseerde zich niet dat ze daar was uitgeschreven, wegens alle beslommeringen. Op 13 juni jl. liet Robin zich weer inschrijven op het adres van haar ouderlijke woning.

‘Fatale termijn’
Woonstad Rotterdam vordert nu dat Robin Pasveer de woning verlaat omdat de zgn. fatale termijn van 6 maanden na overlijden van Robins moeder (met enkele dagen) werd overschreden. Zij diende niet tijdig een verzoek in te mogen blijven. Aangezien het om een woning met sociale huur gaat (1 kamer, 2 slaapkamers) vindt Woonstad dat er wachtenden zijn die recht hebben op de
woning.

Robin Pasveer

Waarom niet?
Robin Pasveer werkt hard, overdag in de catering in een fabriek en ‘s avonds bezorgt ze maaltijden, op de fiets. Robin zegt de huur best te kunnen opbrengen, zelfs wanneer die wordt verhoogd. Wat wettelijk mogelijk is. Zij vindt dat zo ook recht heeft op een sociale huurwoning en waarom zou dat niet haar ouderlijk huis zijn? Op 17 januari 2017 buigt de Rotterdamse kantonrechter zich hierover.

Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
[wysija_form id=”1″]