Iedereen om mij heen gaat op vakantie. Ik niet, dus vraag ik ze waarom ze niet blijven, er is zoveel moois te beleven in ons gebied. ‘Wat dan? Welk toeristische trekpleister hebben we dan?’ Tja, nu vraag je me wat. Voor de sportievelingen en recreanten is er het Bos (wandelen, paardrijden en golf) of de Plas (zeilen, zonnen, BBQ) en de Maas (watertaxi en ‘bootspotters’). Voor de echte natuurliefhebbers is er het Arboretum Trompenburg. En zo is er nog wel meer, zelfs begraafplaatsliefhebbers (zgn. cemetariërs) kunnen hier aan hun trekken komen.

Maar met name onze eeten drinkcultuur en ons openbaar vervoer is het sterkst ontwikkeld. En er is nog meer, soms opzichtig, soms een goed bewaard geheim. ‘Maar zijn er nog nieuwe dingen?’ Jawel, wij hebben net als het centrum een nieuw station voor metro, bus en auto: Transferium Kralingse Zoom. Misschien moeten wij kijken of wij een kopie van het standbeeld van Zadkine daar kunnen krijgen, dat we dan op een hoge pilaar zetten, zichtbaar vanaf de snelweg en de Kralingse Zoom. Maar u begrijpt het, hiermee kom je er niet. Met deze mooie zaken kunnen we onszelf wel tevredenstellen, maar een echte trekpleister hebben we er niet mee. Maar er is er wel een in aantocht, er wordt aan gewerkt.

Het is nog geheim, alleen de naam mag ik al verklappen. ‘De Rotterdamse Lusthof ’ (DRH). Wat een naam hè? Dat klinkt. En wat wordt het dan? Eigenlijk mag ik het niet zeggen, maar als u het niet verder vertelt: het wordt een grote biologische stadstuin, waar je kunt toeven en je lunch eten. Ver boven het stadsgeruis uit. Je komt er met een snelle lift, en verder kun je er wandelen en van achter een glazen ruit op de stad neerkijken. En waar komt die ‘Lusthof ’ dan? Wel, op het zeer hoge nieuwe flatgebouw op de kop van de Lusthofstraat tegenover de ABNAMRO. Daarom is hij dus zo hoog! En daarom moet u er allemaal op, zodat u de wereld erover kunt vertellen en wij de concurrentie met de Eiffeltoren aan kunnen gaan. Maar ook omdat dat dan de enige plek in ons gebied is waar u deze veel te hoge flat niet kunt zien.

Eduard Schuringa